Amen­dement: finan­ciële vergoeding wildopvang Delft

Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 8 november 2017 ter behandeling van bovenvermeld agendapunt;

Besluiten:
Het bij het voornoemde voorstel behorende ontwerpbesluit als volgt te wijzigen:

"I. De Begroting 2018 vast te stellen, met dien verstande dat € 50.000 ten laste van de algemene reserve wordt gebracht ten behoeve van financiële vergoeding voor de wildopvang in Delft;

Toelichting:

Bij de wildopvang in Delft worden ruim 3500 gewonde in het wild levende dieren uit Zuid-Holland opgevangen. Aan deze opvang zijn kosten verbonden, waarvoor de wildopvang nu geen vergoeding ontvangt van de provincie Zuid-Holland. De wildopvang is noodlijdend. Onlangs s een brief aan Gedeputeerde Staten gestuurd, waarin is aangegeven dat de wildopvang genoodzaakt is in januari 2019 te sluiten indien er geen extra inkomsten komen. De provincie is op grond van de Wet Dieren verplicht tot het treffen van de nodige maatregelen voor een hulpbehoevend dier[1]. Uit de wetsgeschiedenis blijkt ook dat ook de overheid kan worden aangesproken op de zorg voor hulpbehoevende dieren[2]; Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hebben tevens een belangrijke wettelijke taak ten aanzien van de actieve bescherming van in het wild levende dieren (artikel 1.7 en 1.12 lid 1 van de Wet Natuurbescherming).

Carla van Viegen Partij voor de Dieren

[1] Artikel 2.1 lid 6 Wet Dieren.

[2] Kamerstukken II, 2007-08, 31 389, nr. 3, p. 100.