Beleids­kader peii­beheer Zuid-Holland

Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 26 maart 2008 ter behandeling van
statenstuk met nummer 5915 betreffende de vaststelling van het Beleidskader Peilbeheer Zuid-
Holland;

Besluiten:
1. Het bij het voornoemde voorstel behorende ontwerpbesluit te wijzigen, zodat het komt te
luiden als volgt:

"I. Het beleidskader peiibeheer Zuid-Holland vast te stellen, inhoudende de visie en
doelen voor het peiibeheer in Zuid-Holland,

met dien verstande dat op bladzijde 9 van het beleidskader diirect aansluitend aan de daar gestelde doelen voor de korte termijn wordt tegevoegd, de tekst: "met dien verstande dat deze richtlijn gedifferentieerd per type veenbodem wordt toegepast waarbij voor veengronden in agrarisch gebruik de maximale gemiddelde drooglegging per peilvak niet meer bedraagt dan 40 cm bij veengronden met meerdan 40 cm veen in de bovenste 80 cm bodemprofiel."

II. De Nota van Beantwoording en Wijziging vast te stellen, inhoudende de beantwoording van de ingekomen zienswijzen en voorgestelde wijzigingen."

Toelichting:
Geconstateerd kan worden dat t.a.v. de doelen voor de korte termijn de eisen voor drooglegging van
veengronden nader onderscheid vereisen om versnelde bodemdaling en verhoogde oxidatie tegen te
gaan.

In het Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013 en het Veenweidepact Krimpenerwaard is door
het Provinciaal Bestuur dit onderscheid aljettanteerd. Daarnaast is de zogenaamde lagenbenadering
(mede) gebaseerd op het onderscheiden van de verschillende bodemtypen in Zuid-Holland.