Pilot vermin­dering ganzen­overlast zonder afschot


11 november 2011

Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen ter behandeling van bovenvermeld onderwerp;

Constaterende dat:
- de inrichting van de ruimte en het voedselaanbod bepalend is voor de aanwezigheid van ganzen;
- er overlast is van ganzen in agrarische productiegebieden;
- er vanwege die overlast daardoor duizenden ganzen per jaar worden afgeschoten, waardoor veel dierenleed wordt veroorzaakt;

Overwegende dat:
- er een toename in de ontwikkeling van ´natte´ natuur plaats vindt: voormalige akkerlanden worden daarbij omgevormd tot natuurontwikkelingterreinen, met ruimte voor nesteling, rust en beschutting;
- de belendende grondgebruikers van de bovengenoemde gebieden het voer ‘leveren’, waardoor er een polarisatie tussen grondgebruikers en natuurterreinbeheerders ontstaat;
- het gedoogbeleid en voedselaanbod voor ganzen omgebogen zou moeten worden naar de weinig kwetsbare percelen zoals graslanden; ganzen dienen te leren dat de percelen met kostbare gewassen no-go zones zijn en dat het voedsel te halen is in de graslanden waar ze vervolgens met rust worden gelaten;
- een benadering van het aantrekkelijk maken van de gewenste leefomgeving voor ganzen in graslanden en niet-productievelden, (zoals gebieden in beheer bij waterschappen, dijken, natuurterreinen, braakliggende terreinen en recreatiegebieden) en het onaantrekkelijk maken van de percelen met kostbare gewassen door verjaging een duurzame en diervriendelijke benadering is;
- alternatieve foerage als witte klaver (waar ganzen gek op zijn) 5 keer aantrekkelijker is dan bemest gras, waarbij een klaverbodem tweemaal zoveel regenwormen heeft dan bemest gras en de bloei- en groeiwijze van klaver van belang is voor insecten zoals vlinders;onderzoek uitwijst dat bij een eventuele proef de gebieden met witte klaver vooral in en direct bij locaties met grotere populaties ganzen moeten liggen;
- deze methode minder geld kost, mogelijk effectiever kan zijn en minder dierenleed veroorzaakt;

Dragen het college op:

1. overleg te plegen met natuurorganisaties, natuurbeheerders, LTO, faunabeheereenheid en waterschappen en eventuele andere betrokken organisaties teneinde een proef in Zuid-Holland te starten, waarbij in het kader van de inrichting van een nog nader te bepalen gebied waar overlast van ganzen voorkomt:
2. door het bieden van een aantrekkelijk voedselaanbod ganzen aan te trekken naar gebieden waar deze gewenst zijn (gebieden buiten de productiegebieden, bijvoorbeeld waterbergingsgebieden, dijken, recreatiegebieden e.d.) en waarbij er zo mogelijk gebruik wordt gemaakt van het leervermogen van ganzen;
3. ganzen te verjagen in de agrarische productiegebieden waar ganzen niet gewenst zijn en schade veroorzaken;
4. in ieder geval geen gebruik gemaakt wordt van afschot;
5. na 1 jaar de pilot evalueren en aangeven in hoeverre deze pilot effectief is geweest;

en gaan over tot de orde van de dag! (ondertekening door)

1. Carla van Viegen, Partij voor de Dieren


Status

Voor

50+

Tegen

Lees onze andere moties

4 maal vlees en visloze dag tijdens vergadering van Provinciale Staten

Lees verder

Biodiversiteit opnemen in Recreatie om de Stad plannen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer