pilot vermin­dering ganzen­overlast zonder afschot


10 november 2009

MOTIE

Pilot vermindering ganzenoverlast zonder afschot

Agendapunt : 2
Voordrachtnr. : 6103
Onderwerp : Begroting 2010


Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 11 november 2009 ter behandeling van bovenvermeld agendapunt;

constaterende dat:
• de inrichting van de ruimte en het voedselaanbod bepalend is voor de aanwezigheid van ganzen;
• er overlast is van ganzen in agrarische productiegebieden;
• er vanwege die overlast daardoor duizenden ganzen per jaar worden afgeschoten, waardoor veel dierenleed wordt veroorzaakt;
• uit evaluatie (Evaluatie opvangbeleid 2005-2008 overwinterende ganzen en smienten) blijkt dat het aantal ganzen en smienten binnen de aangewezen foerageergebieden niet significant hoger is dan het aantal ganzen en smienten die in deze gebieden verbleef voordat ze als foerageergebieden werden aangewezen;
• het bedrag voor uitgekeerde schade aan landbouwgewassen is gestegen van 4 miljoen voor invoering van het nieuwe beleid naar 6 miljoen in het seizoen 2005/2006, 7,5 miljoen in het seizoen 2006/2007 naar 9,5 miljoen in het seizoen 2007/2008 en dus fors is toegenomen;
• een bedrag van 6 miljoen aan vaste vergoedingen aan agrariërs is uitgekeerd voor het beschikbaar stellen van hun gronden als foerageergebied;
• in het 2005 52.000 ganzen en bijna 7.000 smienten geschoten werden en in het laatste seizoen dit opgelopen is tot 83.000 ganzen en 22.600 smienten en dus het aantal geschoten ganzen en smienten in deze periode landelijk fors toegenomen is.

overwegende dat:
• het sturend principe van afschot van deze vogels gezien de bovenstaande constateringen niet werkt;
• er een toename in de ontwikkeling van ´natte´ natuur plaats vindt: voormalige akkerlanden worden daarbij omgevormd tot natuurontwikkelingterreinen, met ruimte voor nesteling, rust en beschutting;
• de belendende grondgebruikers van de bovengenoemde gebieden het voer ‘leveren’, waardoor er een polarisatie tussen grondgebruikers en natuurterreinbeheerders ontstaat;
• het gedoogbeleid en voedselaanbod voor ganzen omgebogen zou moeten worden naar de weinig kwetsbare percelen zoals graslanden; ganzen dienen te leren dat de percelen met kostbare gewassen no-go zones zijn en dat het voedsel te halen is in de graslanden waar ze vervolgens met rust worden gelaten;
• een benadering van het aantrekkelijk maken van de gewenste leefomgeving voor ganzen in graslanden en niet-productievelden, (zoals gebieden in beheer bij waterschappen, dijken, natuurterreinen, braakliggende terreinen en recreatiegebieden) en het onaantrekkelijk maken van de percelen met kostbare gewassen door verjaging een duurzame en diervriendelijke benadering is;
• alternatieve foerage als witte klaver (waar ganzen gek op zijn) 5 keer aantrekkelijker is dan bemest gras, waarbij een klaverbodem tweemaal zoveel regenwormen heeft dan bemest gras en de bloei- en groeiwijze van klaver van belang is voor insecten zoals vlinders;
• onderzoek uitwijst dat bij een eventuele proef de gebieden met witte klaver vooral in en direct bij locaties met grotere populaties ganzen moeten liggen;
• deze methode minder geld kost en mogelijk effectiever kan zijn;

draagt het College van Gedeputeerde Staten op overleg te plegen met natuurorganisaties, natuurbeheerders, LTO en waterschappen teneinde een proef te starten, waarbij in het kader van de inrichting van een nog nader te bepalen gebied waar veel overlast van ganzen voorkomen:

• door het bieden van een aantrekkelijk voedselaanbod ganzen aan te trekken waar deze gewenst zijn;
• verjaging plaatsvindt in de agrarische productiegebieden waar ganzen niet gewenst zijn;
• in ieder geval geen gebruik gemaakt wordt van afschot;

en gaan over tot de orde van de dag.

1. A.H.K. van Viegen, Partij voor de Dieren


Status

Voor

Tegen

Lees onze andere moties

AMENDEMENT: Natuureducatie aan jeugd

Lees verder

motie extra inzet verbetering luchtkwaliteit

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer