Partij voor de Dieren: ganzen weer overal beschermen

Den Haag, 28 september 2010 – Bescherm ganzen weer in heel Nederland. Dat is niet alleen veel diervriendelijker, het bespaart ook kosten. Dat stelt de Partij voor de Dieren in Zuid-Holland voor, in navolging van een rapport van twee landbouwinstituten die het huidige ganzenbeleid in Nederland hebben onderzocht.

Er overwinteren jaarlijks zo’n twee miljoen ganzen in ons land. Sinds 2003 bestaan er speciale foerageergebieden, waar de ganzen kunnen grazen en waar ze met rust worden gelaten. Het gaat om zo’n 80.000 hectare grond, grotendeels boerenland. De boeren krijgen een vaste vergoeding voor het beheer van deze gebieden, plus een vergoeding voor eventuele schade. Buiten die gebieden krijgen boeren alleen kosten vergoed als ze kunnen aantonen dat ze alles in het werk stellen om de ganzen te verjagen en af te schieten. Daarbij laten jaarlijks zo’n 100.000 ganzen en smienten het leven.

Deze aanpak kostte Nederland de afgelopen jaren gemiddeld 17,5 miljoen euro per jaar. Bij voortzetting van het huidige beleid kan dat oplopen tot bijna 29 miljoen euro in 2015. Dit komt doordat ganzen in de foerageerterreinen goed kunnen rusten en broeden, maar vaak niets te eten hebben en gebruik maken van het voedselaanbod op akkers van boeren. Bovendien stijgen de gewasprijzen, waaraan de schadevergoedingen zijn gekoppeld.

Twee onderzoeksinstituten, het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) en het Landbouw Economisch Instituut. (LEI), hebben daarom in opdracht van minister Verburg (Landbouw) onderzocht of het ook anders kan. Zij komen tot de conclusie dat het beter is om terug te keren naar de situatie van vóór 2003. Dat betekent: geen vaste foerageergebieden voor ganzen meer en de vaste vergoeding voor boeren in deze gebieden afschaffen. Dat levert jaarlijks een kostenbesparing op van 8,4 miljoen euro.

De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland vindt de afschaffing van de vaste foerageergebieden een stap in de goede richting, maar gaat haar nog niet ver genoeg. In plaats van afschot zouden de dieren met moderne, niet-dodelijke middelen uit de productiegras- of wintertarwevelden moeten worden geweerd en worden gelokt naar aantrekkelijk gemaakte niet-productievelden, zoals waterrijke en klaverrijke natuurterreinen, dijken en ongebruikte stroken langs onverharde wegen. Witte klaver vinden ganzen veel aantrekkelijker dan gras.
De Partij voor de Dieren heeft aan Gedeputeerde Staten van deze provincie gevraagd of het de conclusies van de onderzoekers deelt. Ook wil de partij dat het provinciebestuur er bij het Rijk op aandringt de vaste foerageergebieden af te schaffen en ganzen weer in heel Nederland te beschermen.

Carla van Viegen, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten van Zuid-Holland: ‘Nu krijgen de boeren in de foerageergebieden standaard een vergoeding, ook al is er geen sprake van schade. Dat is krom. En buiten die gebieden mogen de ganzen onbeperkt worden afgeschoten. Het kan gaan om een paar meter verschil waar wel en niet mag worden geschoten. Ook al is er geen gans te bekennen geweest in een bepaald foerageergebied, dan krijgt de boer toch geld. Tot nu toe worden die gebieden niet aantrekkelijker en aanlokkelijker gemaakt. Bovendien: je kunt de ganzen niet met een bordje richting foerageergebied sturen.”