Partij voor de Dieren: niet vos, maar landbouw grootste vijand weide­vogels

Den Haag, 1 november 2010 – De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland wil dat er geen ontheffing meer wordt verleend om vossen te doden in gebieden waar veel weidevogels voorkomen. Op de vos mag al overal worden gejaagd. Als dat ook nog in beschermde gebieden, zoals geregistreerde eendenkooien, met verboden middelen en 's-nachts wordt toegestaan, kan dat zeer nadelige gevolgen hebben voor de vossenstand en overige beschermde dieren in Zuid-Holland. Bovendien is niet de vos de grootste vijand van de weidevogels, maar de intensieve landbouw.

In Nederland is er sprake van een grote achteruitgang van het aantal weidevogels, zoals de grutto en de kievit. Diverse instellingen en organisaties hebben onderzoek gedaan naar de oorzaak van die achteruitgang. Ook is gekeken hoe de weidevogelstand kan worden verbeterd. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat niet, zoals lang werd gedacht, de vos en de zwarte kraai de grootste vijanden zijn van weidevogels. Andere dieren – onder andere buizerd, blauwe reiger, hermelijn, torenvalk en kat – doen niet voor vos en kraai onder.

Voornaamste oorzaak van het afnemend aantal weidevogels blijkt echter de intensieve landbouw te zijn. Het grondgebruik, het te vroeg en massaal maaien en het te veel bemesten leidt tot kruidenarme graslanden met een te dichte vegetatiestructuur. Weidevogels houden juist van kleinschalig, open en nat grasland met weinig bemesting. Door die openheid kunnen ze roofvogels eerder opmerken en door de nattigheid hebben de natuurlijke vijanden minder kans.

Om de weidevogelstand te verbeteren, heeft de provincie ontheffingen verleend om tussen zonsondergang en zonsopkomst te jagen met geweer en verboden middelen, zoals kunstmatige lichtbronnen. De toegestane gebieden betreffen de geregistreerde eendenkooi in Delfgauw en de polders Over-Heicop, Kortgerecht en Nieuw-Schaayk.

De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland heeft daarover vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. De partij wijst erop dat de vos al in de hele provincie vogelvrij is. Als nu ook nog op de vos mag worden gejaagd met verboden middelen en 's-nachts, dan kan dat zeer nadelige gevolgen hebben voor het aantal vossen in Zuid-Holland. Bovendien worden dan ook andere (beschermde) dieren in die gebieden verontrust.

Daar komt bij dat de vos de belangrijkste natuurlijke vijand is van de gans. Als er te weinig vossen zijn, zal de overlast van ganzen, waarvan er jaarlijks grote aantallen in Zuid-Holland worden afgeschoten, juist toenemen. De Partij voor de Dieren vraagt zich dan ook af waarom de provincie bevordert dat de belangrijkste predator van de gans extra mag worden afgeschoten.
De partij stelt dat afschot van de vos niet bijdraagt aan de verbetering van de weidevogelstand. Carla van Viegen, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in Zuid-Holland: ‘De grote boosdoener is de landbouw en die wordt niet aangepakt, maar juist gestimuleerd. Boeren krijgen geld voor weidevogelbescherming, maar dat gaat niet samen met intensieve landbouw’. Zij wil dan ook weten welke maatregelen de provincie gaat nemen om het broedsucces van weidevogels in de beschermde gebieden te verhogen, zonder dat daarvoor vossen moeten worden afgeschoten.