Bijdrage ganzen G&W 15 juni 2011
Het probleem dat voorligt is: ganzen eten gras en productiegewassen en veroorzaken schade voor agrariërs. Gras en productiegewassen zijn een aantrekkelijk voedselaanbod en de hoeveelheid voedsel bepaalt uiteindelijk de hoeveelheid ganzen.
De provincie is van plan om de ganzenpopulatie in Zuid-Holland tot een derde van de totale populatie terug te brengen en er mogen 3 jaar lang jaarlijks 30.000 grauwe ganzen en 7500 brandganzen worden doodgemaakt.
De oplossing waar nu voor gekozen wordt is vele duizenden ganzen afschieten, wat gepaard gaat met een gigantisch dierenleed. Wat veel mensen niet weten, is dat ganzen echte familiedieren zijn, die in een hechte sociale structuur leven. Het mannetje en vrouwtje blijven elkaar hun levenlang trouw. Ook ouders, jonge dieren en familie blijven bij elkaar. Door het voorgestelde afschotbeleid worden ganzenfamilies letterlijk uit elkaar geschoten, wat zeer veel leed veroorzaakt. Daar komt nog bij dat ganzen vaak worden aangeschoten en vervolgens verminkt in leven blijven, zonder dat jagers zich verder om hun lot bekommeren. Met eigen ogen heb ik het verleden jaar moeten aanschouwen. Het is echt afschuwelijk.
De Partij voor de Dieren is van mening dat het vangen en doden methoden zijn waarvan al lang bewezen is dat ze niet werken. Eerder is zo al geprobeerd om het aantal houtduiven en meerkoeten terug te brengen, echter zonder succes. Het is dweilen met de kraan open. Een gevolg van afschot is dat de ganzen zich sterker zullen gaan voortplanten en vermeerderen, dit terwijl er sterke aanwijzingen zijn dat de populatie nu aan het afvlakken is. Een ander gevolg van het bejagen is dat de ganzen meer vliegen en energie gaan verbruiken en daardoor meer gaan eten. Het bewijs ligt er. Al jaren worden er steeds meer ganzen afgeschoten en wordt er aangegeven dat de populatie hierdoor zal dalen. Het tegendeel is echter waar. De populatie groeit ondanks de hoge aantallen afgeschoten dieren en er moeten steeds meer dieren worden gedood met alle ellendige gevolgen van dien. Het is dus geen goede en duurzame oplossing.
Wetenschappelijk is bewezen dat de populatie zich zonder afschot zal stabiliseren en niet meer zal toenemen. Zelfs uit de jagershoek is nu protest gekomen. Tijdens een werkbezoek in de vorige statenperiode vertelde een jager: “wij zijn jagers en geen slagers.” Ook de jagers willen terecht niet langer meewerken aan de geplande massale slachtpartijen.
In het verleden zijn er ook in Zuid-Holland vele duizenden ganzen vergast. Dit is voor de dieren een afschuwelijke verstikkingsdood. GS uit de vorige statenperiode heeft aangegeven dat deze verboden dodingsmethode niet meer zal worden toegepast in Zuid-Holland. Kan ook dit nieuwe college mij de garantie geven dat er geen ganzen meer worden vergast? En een andere vraag is: hoe wil de provincie de grote aantallen halen als ook de jagers terecht niet meer meewerken aan deze slachting?
Om elk jaar met vangen en afschot het aantal ganzen terug te brengen tot éénderde van de populatie kost de Zuid-Hollandse burgers heel veel geld. Voor hetzelfde geld kan ook worden gekozen voor een duurzame oplossing zonder dierenleed.
Een aantal preventieve middelen worden al door het Faunafonds aangegeven, die voor een groot deel effectief zijn als ze afwisselend worden gebruikt ( zoals:
- Geluid: knalapparaten, lazer, vogelafweerpistool; nabootsing roofvogel.
- Akoestische en visuele middelen: ballonnen, vlaggen; gespannen draden en regelmatige verontrusting.)
In Canada spelen dezelfde problemen als in Nederland en daar wordt het ganzenprobleem in toenemende mate op een duurzame en diervriendelijke manier aangepakt. Daar wordt al jaren gebruik gemaakt van het ‘landscape design’, waarbij er rekening wordt gehouden met de inrichting van het landschap.
Daar kunnen wij in Nederland slim gebruik van maken. Dat is goed voor het welzijn van dieren èn voor de boeren en het probleem wordt ook voor de langere termijn opgelost. Dat vergt wel een aantal te nemen duurzame maatregelen.
Ik zal een paar voorbeelden noemen die met succes in Canada worden toegepast, waarbij wordt opgemerkt dat de maatregelen in combinatie worden genomen:
1) Daar wordt succesvol gebruik gemaakt van effectieve kunstmatige en natuurlijke barrières en omheiningen om de vliegbewegingen van ganzen te verminderen, zeker in de zomerperiode als de ganzen toch al veel minder vliegen vanwege de ruiperiode. Ganzen geven er de voorkeur aan om te landen op water en vervolgens naar de omliggende grasvelden te lopen om te eten en te rusten. Dan zijn omheiningen als dichte heggen, houtwallen en andere fysieke barrières zeer effectief gebleken. Alle omheiningen moeten het water en een bepaald gebied omsluiten, zodat ganzen niet gemakkelijk kunnen uitbreken en moeten voldoende hoog zijn ( minimaal 75 cm).
2) Tijdens de ruiperiode in de zomer (juni/juli) vliegen ganzen minder. In deze periode worden ze in Canada naar aantrekkelijke (waterrijke) plaatsen gelokt met aantrekkelijk voedsel. Een zeer effectieve manier is het zaaien van witte klaver in de gewenste gebieden, wat zeer eiwitrijk is. Ganzen zijn hier gek op.
3) In Canada wordt het onaantrekkelijker gemaakt voor ganzen om geen productiegewassen te eten door effectieve verjaging, door gebruik te maken van het leervermogen van ganzen. Ganzen zijn slim en daar wordt in Nederland veel te weinig gebruik gemaakt. Het belangrijkste is: leren begrijpen waarom, wanneer en waar de ganzen nestelen en dus kiezen voor een aanpak bij de bron. Dit kan samen met deskundigen verder ontwikkeld worden.
4) Al meer dan 20 jaar worden in Canada met succes bordercollies ingezet voor de verjaging van ganzen.
5) Grasrijke gebieden worden minder aantrekkelijk gemaakt door het aanplanten van grenzen van hoge bodembedekkers. Ganzen lopen niet graag door deze hoge aanplant.
6) Waterlichamen worden omringd met bomen en struiken om het snel wegvliegen van ganzen minder aantrekkelijk te maken.
7) Er worden planten, bomen en struiken om grasgebieden geplant. Ganzen hebben de neiging om deze omheinde gebieden te mijden, wanneer ze het water niet kunnen zien en wanneer ze geen snelle ontsnappingsmogelijkheid hebben.
8) Men laat het gras langer groeien. Ganzen wandelen niet graag door het hoge gras.
9) Het gras wordt minder intensief bemest, waardoor het minder eiwitrijk is en minder aantrekkelijk is voor ganzen.
10) Bepaalde grassoorten en gewassen zijn minder aantrekkelijk voor ganzen. Als het mogelijk is, zorg er dan voor dat deze gewassen en grassen geplant worden.
11) In minder intensieve ganzengebieden wordt een deel van de eieren van ganzennesten in maïsolie gedoopt, zodat deze eieren niet uitkomen, omdat ze geen zuurstof meer krijgen.
12) Er worden verticale rotsen en omheiningen geïnstalleerd rond vijvers om de toegang te beperken.
13) Tegelijkertijd kunnen ook alternatieven worden gebruikt om de productievelden voor ganzen onaantrekkelijk te maken. Betaalbare alternatieven zoals het plaatsen van rasters of bewegende draden via een mechanische installatie zijn er wel degelijk maar worden nog niet veel gebruikt. De provincie zou zich wat ons betreft hiervoor moeten inzetten. Is de gedeputeerde bereid mee te werken aan deze innovatieve wijzen van verjaging? Ook kan er worden gekozen voor vergoeding van de daadwerkelijk geleden schade, zonder dat er ellenlange formulieren moeten worden ingevuld. Dit is goedkoper en diervriendelijker dan de massale slachtpartijen die men nu van plan is om toe te passen.
In Nederland wordt er grootschalig jacht gemaakt op de vogelvrij verklaarde vos, waarbij de provincie ook nog eens ontheffing geeft voor gebruik van verboden middelen om de vos te mogen doden. De vos is één van de belangrijkste natuurlijke vijanden van de gans. In de Oostvaardersplassen bijvoorbeeld is een weidevogel als de kievit succesvol, terwijl vossen daar niet worden bejaagd; zij verkiezen ganzen boven kievieten.
(Het is opmerkelijk dat tegelijk met het bestrijden van de zomerganzen alle overwinterende ganzen voortaan met rust worden gelaten. Juist ’s winters worden al vele jaren honderdduizenden ganzen geschoten, dat blijkt dus achteraf al helemaal niet nodig te zijn geweest!)
Samengevat:
De Partij voor de Dieren wil er bij de provincie op aan dringen om in samenwerking met boeren, waterschappen en natuurbeschermingsorganisaties te werken aan een win/win situatie. In plaats van massaslachting moet worden ingezet op duurzame en diervriendelijke alternatieven door een effectieve landschapsinrichting en het aantrekkelijker maken van bepaalde gebieden waar ganzen gewenst zijn, zoals waterbergingsgebieden, recreatiegebieden, dijken en delen van natuurgebieden en het zo onaantrekkelijk mogelijk maken van de productiegebieden door effectieve verjaging via verschillende methodes. Doden van dieren biedt nooit de oplossing van overlast en veroorzaakt daarnaast veel onnodig dierenleed. Gedeputeerde Staten: u beschikt over leven of dood van vele duizenden weerloze dieren en dat is een enorm zware politieke, maar ook ethische verantwoordelijkheid. Ik vraag u daarom aan de slag te gaan met duurzame en diervriendelijke en vaak nog goedkopere alternatieven die zowel goed zijn voor de dieren als voor de agrariërs.
Interessant voor jou
Bijdrage jaarrekening 2010
Lees verderBijdrage Faunabeheerplan Damhert Commissie Groen & Water 15 juni 2011
Lees verder