Bijdrage notitie vraag­ge­richt bedrij­ven­ter­rein­beleid Zuid-Holland

In de voorliggende notitie wordt door GS geen echte lange termijn visie gegeven over hoe het nu in de toekomst verder moet met het overschot aan bedrijventerreinen, waardoor er niet goed op gestuurd kan worden. En dat is hard nodig om de enorme leegstand aan te pakken.

De hamvraag is: Wat is nu de concrete aanpak ten aanzien van leegstaande bedrijventerreinen. Verder mis ik de samenhang met bijvoorbeeld ruimtelijke kwaliteit en gevolgen voor de natuur, groene gebieden en ons milieu.

Als de provincie ervoor kiest om het aanbod van bedrijventerreinen in overeenstemming te brengen met de vraag, zoals in het Hoofdlijnenakkoord staat vermeld, en voldoende ruimte voor bijzondere bedrijven, dan bestaat het grote gevaar dat er veel nieuwe bedrijventerreinen ontstaan en de leegstand van bestaande bedrijven niet wordt aangepakt. Dit vindt de PvdD een zeer ongewenste ontwikkeling.

Vraag: Er zijn in ZH 587 bedrijventerreinen met ruim 11000 ha bruto. Mijn vraag hierbij is Hoeveel staat er momenteel leeg?

Vraag: Wordt bijvoorbeeld het Innovation Quarter mede ingezet bij de aanpak van de leegstand? Daar lees ik niets over.

De PvdD vindt dat de provincie een veel sterkere regie moet gaan voeren op het tegengaan van leegstand van bedrijfspanden en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen door een ‘zero tolerance’ toe te staan voor nieuwe bedrijventerreinen, zolang de leegstand nog blijft. Dan worden creativiteit en innovatie bevorderd. Niet zolang nieuwe bedrijventerreinen onder het mom van ‘de leegstaande bedrijfspanden voldoen niet aan onze eisen’ nog steeds worden toegestaan door de provincie. Concrete keuzen worden niet gemaakt. Alleen terughoudend zijn met nieuwe bedrijventerreinen is voor onze fractie onvoldoende. Het blijft hangen bij liever geen nieuwe bedrijventerreinen zonder een gedegen visie en aanpak. De provincie heeft slechts als taak om de regionale economie te bevorderen en niet meer dan dat….Dat houdt in dat voor de provincie geen nationale en internationale economische taak is weggelegd, al ziet Zuid-Holland zichzelf als de motor van de Nederlandse economie en wil zij een internationale economische concurrentiepositie bereiken. Onze fractie vindt dit veel te ver gaan.

Het is belangrijk bij de geplande verduurzaming van bedrijventerreinen mede in te zetten op de vergroening bedrijventerreinen.

Provincies kunnen een rol spelen bij het stimuleren van bedrijven om aan de slag te gaan met biodiversiteit. In de voorwaardenscheppende sfeer kan de provincie eisen stellen aan het ruimtebeslag, landschappelijke inpassing en behoud en ontwikkeling van natuurwaarden.
De door het IPO en mede door de provincie Zuid-Holland opgestelde checklist vormt een concrete tool voor de provincie Zuid-Holland om een stimulerende rol naar het bedrijfsleven in te nemen, om hen aan te sporen met biodiversiteit aan de slag te gaan.
Een groene inrichting van een bedrijventerrein biedt plaats aan bijzondere planten en dieren én biedt mogelijkheden aan werknemers voor een betere gezondheid en om te genieten van een groenere en meer gezonde leefomgeving. Tevens levert het een belangrijke bijdrage aan het economisch vestigingsklimaat. Een groene leefomgeving zorgt voor een betere luchtkwaliteit, schaduw en demping van geluid. Daarnaast vormen groene bedrijventerreinen een bijdrage aan de kwaliteitskaarten van de Provinciale Structuurvisie. Het doel is dus vooral om aandacht te vragen voor kansen die biodiversiteit kan bieden aan de economie en bedrijven. (Voor meer informatie: http://www.ipo.nl/files/4913/5722/9149/ipo_biodiversiteit_en_bedrijventerreinen.pdf)

GS wil meer ingaan op de wensen van ondernemers, echter veel bedrijven blijven hangen in het oude groei-denken. Dit kan betekenen dat oude bedrijventerreinen niet meer voldoen en de leegstand aanblijft omdat het te duur is om het op te knappen. Ondanks de enorme leegstand is de behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen groot vanwege de financiële voordelen. Nieuwe bedrijventerreinen zijn nu goedkoper en aantrekkelijker. Ondernemers zullen hiervoor kiezen. Door GS worden geen harde keuzes gemaakt voor een beter gebruik van de bebouwde omgeving. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken. De nieuwe beleidslijn zou moeten worden: het aantrekkelijker maken van leegstaande bedrijfspanden en onaantrekkelijker maken van nieuwe bedrijventerreinen.

Kortom, GS blijft laveren tussen economie en duurzame verstedelijking. Een duurzame visie ontbreekt en er worden geen echte keuzes uitgesproken. De handschoen van de regie wordt niet opgepakt. We vragen GS om dit wel te gaan doen.