Bijdrage PS verga­dering 11 november 2015


12 november 2015

Het overkoepelende thema van mijn bijdrage is donker en licht.

Als je niet weet wat donker is, hoe herken je dan het licht.
Als je niet weet wat tranen zijn, hoe herken je dan de lach op een gezicht.
Zonder 't ene kan het andere niet bestaan.
Welke kant je ziet is net aan welke kant je wil staan

Er is geen licht zonder donker, geen donker zonder licht.
Ze behoren tot dezelfde, houden elkaar in evenwicht.

De kaarsen die ik zojuist heb aangestoken, staan symbool voor mensen en dieren, die onze barmhartigheid en hulp nodig hebben en waar we aandacht voor vragen.

En er is reden voor zorg voor welzijn van mens en dier en voor een gezonde en veilige leefomgeving. We hebben te maken met het donker van een biodiversiteitscrisis, vluchtelingencrisis, klimaatcrisis, watercrisis, voedselcrisis, grondstoffencrisis, financiële crisis, en uiteindelijk een morele en ethische crisis. Je kunt in de politiek in het donker blijven staan, waardoor je niet opvalt en het laat gebeuren. Of je kiest ervoor in het licht te gaan staan en over te gaan tot handelen en actie. Een ieder van ons maakt hierin zijn of haar eigen afweging. Kies ik voor de kiezer of houd ik vast aan mijn idealen? Kies ik voor de korte termijnsucces en resultaat of voor het resultaat op de langere termijn, rekening houdend met toekomstige generaties mensen en dieren?

Bijna de helft van het provinciale begrotingsbedrag, namelijk 43,3 procent gaat naar één provinciale taak: de provinciale infrastructuur. Daarvan gaat een groot deel naar asfalt. De rest van het budget moet worden verdeeld over alle overige provinciale taken: natuur, dierenwelzijn, cultuur, milieu, ruimtelijke ordening, regionale economie en bestuurlijk toezicht. We vinden dit geen goede verdeling van het provinciale geld.

Dierenwelzijn

De Partij voor de Dieren maakt zich grote zorgen over de vele ontheffingen die door de provincie worden verleend voor het doden van in het wild levende dieren. Niet voor niets heeft onze fractie in de vorige collegeperiode een motie van afkeuring ingediend. Vele duizenden dieren, zoals ganzen, zwanen en vossen zijn de dupe van de intensivering van de landbouw. De Partij voor de Dieren wil dat de hobbyjacht wordt afgeschaft. Damherten dreigen de dupe te worden van een jagerslobby. Een meerderheid van de gemeenteraad van Amsterdam heeft zich laatst uitgesproken om afschot in de AWD toe te staan. De Partij voor de Dieren is in principe tegen elke vorm van populatiebeheer. Dat geldt ook voor de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De toename van damherten heeft uiteraard invloed op de soortensamenstelling in het gebied. Dat is voor sommige soorten gunstig en voor andere soorten ongunstig. De populatie damherten bewijst dat de draagkracht van het gebied voor damherten groter is dan de 600 die eerder berekend werd en afschot zou de reproductie stimuleren zolang het voedselaanbod hetzelfde blijft. ,Ik wil de gedeputeerde vragen om schriftelijk aan PS te laten weten welke insteek GS kiezen m.b.t. de damhertenpopulatie in de AWD. We houden hiervoor een motie achter de hand.

Verlies biodiversiteit

De zorg van de Partij voor de Dieren gaat uit naar het enorme verlies van biodiversiteit, dat catastrofale korte- en langetermijngevolgen heeft voor het leven op aarde voor mensen en dieren en niet in de laatste plaats ook voor de economie. Het meest recente Living Planet Rapport – Natuur in Nederland – van het Wereld Natuur Fonds brengt de huidige staat van de Nederlandse natuur aan het licht en is een goede graadmeter.

Daarin wordt aangegeven dat de gemiddelde toename van dieren in Nederland grotendeels voor rekening komt van de verbetering in rivieren en drassige gebieden. Op land
blijft de situatie daarentegen zeer zorgelijk. En dat is vooral te wijten aan de intensieve landbouw.

Ook de Europese Unie geeft in een zeer recente tussenrapportage over de natuurdoelen tot 2020 aan dat Nederland geen noemenswaardige vooruitgang boekt in haar poging het verlies aan natuur te stoppen. Het rapport geeft een score aan van zes prioriteiten, waarvan slechts één doel – de aanpak van exoten – op weg is om tegen 2020 te worden gehaald. De bijdrage van de landbouw en bosbouw aan biodiversiteit krijgt een code rood: geen significante vooruitgang. Het realiseren van het Natura 2000-netwerk, het herstel van ecosystemen, de bijdrage van visserij en de aanpak van de biodiversiteit wereldwijd krijgen een code oranje: vooruitgang, maar onvoldoende. Veel planten- en diersoorten dreigen uit te sterven en hun leefgebieden staan nog altijd ernstig onder druk. Alleen invoering van een echt duurzame landbouw kan het tij nog keren voor de dramatisch verslechterde natuur op het platteland en in de open natuurgebieden van Nederland.

Landbouw en agrarisch natuurbeheer

Samen met andere partijen zijn we bezig om te komen met voorstellen om de biodiversiteit verder te verbeteren in agrarische gebieden. Ik ben heel blij met deze samenwerking en hoop dat het tot een mooi resultaat leidt.

In de begroting valt te lezen “De provincie geeft ruimte voor een ontwikkeling naar een internationaal concurrerende, duurzame en biologische, diervriendelijke landbouw”. door middel van schaalvergroting en verdere intensivering.

Dat is naar onze mening absoluut onmogelijk en zelfs tegenstrijdig. De landbouw zit hiermee op een dood spoor en ik zal uitleggen waarom. Ons land bestaat voor bijna 70 procent uit landbouwgrond. We hebben de duurste landbouwgrond ter wereld, produceren daarbij tegen de laagst mogelijke kosten en wentelen vervolgens de negatieve effecten ervan af op onze inwoners, dieren, de natuur en ons milieu, alsof het niet op kan. Melkveehouders krijgen jaarlijks 35.000 euro subsidie zonder nog iets gedaan te hebben, om vervolgens onder de kostprijs hun melk te verkopen. Nederlandse boeren beconcurreren elkaar onderling hevig en jutten elkaar op om grotere stallen te bouwen, om nóg meer te produceren tegen nóg lagere prijzen.

In agrarische gebieden lijden dieren en de natuur onder zware bemesting, pesticidengebruik en het voortdurend maaien van de bloem- en kruidloze ecologische graswoestijnen met Engels raaigras. Weilanden met diverse kruiden- en bloemsoorten en natuurlijke plekken voor dieren om nesten te bouwen en te schuilen zijn zeer schaars geworden. De vogelstand in het agrarisch landschap is sinds 1960 al met tweederde afgenomen. Slachtoffers zijn weidevogels, zoals de grutto, de tureluur en de scholekster. De grutto staat zelfs bijna op uitsterven. Ook andere boerenlandvogels, zoals de veldleeuwerik, gaan hard achteruit. Vlinders komen op het platteland alleen nog voor in kleine versnipperde randen van weilanden, erven, bermen en op dijken. Duinen en heidevelden groeien dicht met gras en struiken door stikstofuitstoot van de intensieve veehouderij. Vogels, vlinders en reptielen die open gebied nodig hebben, zijn daarvan de dupe. Daarnaast zijn hun leefgebieden vaak te klein en te versnipperd. Die situatie is niet houdbaar. Zuid-Holland zal niet internationaal concurrerend kunnen zijn in combinatie met een duurzame, biologische en diervriendelijke landbouw, die verdere intensivering en schaalvergroting toestaat. De huidige landbouw moet dan ook stevig op de schop. Nederland moet voorop gaan lopen in kleinschalige, extensieve, biologische landbouw met gesloten kringlopen, die produceert voor de regio; dat heeft de toekomst! Zeker niet op schaalvergroting, verdere intensivering en de gerichtheid op een internationaal concurrerende landbouw. Dat leidt alleen maar tot nog meer biodiversiteitsverlies.

Schadebeheer

De provincie geeft tientallen miljoenen euro’s uit aan subsidies voor agrarisch natuurbeheer en denkt daarmee de natuur van dienst te zijn. Tot nu toe is daar nog niets van gebleken; integendeel zelfs. Ze vergoedt de financiële schade die boeren lijden door de natuur, in dit geval de ganzen, en gaat zelfs zo ver dat dieren er massaal voor gedood worden. De PAS maatregelen en maatregelen voor het doden van ganzen worden bekostigd vanuit het budget voor natuurbeheer. Natuurontwikkeling en natuurbeheer worden hiermee dubbel benadeeld, omdat het hier gaat om economische belangen van de landbouw die worden afgewenteld op de natuur en de maatschappij. Wie vergoedt de enorme schade die de intensieve landbouw en de jacht toebrengen aan dieren en de natuur? Niet de vervuiler, maar onze inwoners en de belastingbetaler. Dat moet echt anders!

Provinciaal natuurbeleid

Er hangen donkere wolken boven onze provincie. Op het gebied van het landelijke en provinciale natuurbeleid ontbreken een (langetermijn)visie en een goede regie. Mede door de bezuinigingen worden er pleisters geplakt en aan symptoombestrijding gedaan i.p.v. de oorzaken aan te pakken. De inrichting en zorg voor de natuur moet op een andere leest worden geschoeid met een duurzame en centrale regie. Dat komt overduidelijk uit het laatste Living Planet Rapport van het WereldNatuurFonds naar voren.

Het huidige landbouwbeleid is volgens het rapport onvoldoende om de schadelijke effecten van de landbouw op de natuur in het agrarische landschap en in open natuurgebieden weg te nemen. Die natuur krijgt volgens het WNF alleen een kans om zich te herstellen als er een fundamentele keuze wordt gemaakt voor duurzame landbouw. Daar moet niet te licht over worden gedacht.
Bestaande wet- en regelgeving, onder meer de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn en het verbinden van versnipperde natuurgebieden door een Nationaal Natuur Netwerk (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur), is op zich goed beleid. Mits er de hand aan wordt gehouden. Maar precies dat gebeurt onvoldoende, wordt in het rapport geconstateerd: de uitvoering door de provincies blijft achter, ambities zijn teruggeschroefd, verantwoordelijkheden versnipperd, budgetten verlaagd en verbindingen van natuurgebieden geschrapt.

Maar…… er is licht aan de horizon. Om de verbetering van de biodiversiteit een positieve impuls te geven, dien ik een amendement in om een bedrag van € 10 mln vrij te maken voor “Doel 1-4 De biodiversiteit is behouden en wordt waar mogelijk versterkt” van Programma 1 Groen, Waterrijk en Schoon.

Zojuist heb ik nader toegelicht waarom dit nodig is. Maatregelen kunnen waar mogelijk worden uitgevoerd in samenwerking met burgerinitiatieven en natuur- en terreinbeherende organisaties. De dekking van dit amendement wordt gevonden in programmareserve I onderdeel “Groene ambities”, dat een spaarfunctie is toegekend, die niet juridisch bindend is.

Maatschappelijke participatie

Dit College heeft de maatschappelijke participatietaken allemaal geschrapt en wil dit overlaten aan gemeenten. De PvdD vindt dat de provincie een belangrijke samenhangende provinciale taak heeft op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en coördinatie op een aantal vlakken, Het lijkt nu een grijs gebied te worden, maar het is belangrijk om duidelijk te kiezen en deze belangrijke taak op te pakken. Een goed voorbeeld hiervan is de recente opvang van vluchtelingen, waar de provincie de handschoen heeft opgepakt om samen met gemeenten oplossingen te vinden.

Het belang van duisternis

Het thema van mijn bijdrage is donker en licht. Ook het donker is van belang in onze provincie. Zuid-Holland scoort het slechtst van alle provincies op de indicator “Ervaren mate van donkerte in de directe woonomgeving”, aangezien slechts 44 procent als redelijk tot heel donker wordt ervaren. Minder lichtvervuiling en meer duisternis dragen bij aan de kwaliteit van leefomgeving van mens en dier, aan energiebesparing en gezondheidseffecten. Uit onderzoek blijkt dat een meerderheid van onze bevolking wil dat het ’s nachts veel donkerder is. Daarom vragen we GS om een inventarisatie te maken van de bronnen van lichtvervuiling in Zuid-Holland en om op korte termijn een helder verlichtings- dan wel duisternisbeleid te ontwikkelen dat recht doet aan: natuur, milieu, veiligheid en Landelijke wet- en regelgeving op openbare verlichting. We houden hiervoor een motie achter de hand.

Een zaadje ontkiemt niet in het licht, het heeft het donker nodig om naar het licht te kunnen groeien. Maar je kunt het licht niet ontdekken door de duisternis te analyseren. Naast het donker is ook het licht van belang in onze provincie. De oude wijsgeer Lao Tse zei ooit: “Het is beter een kaars aan te steken dan te klagen over de duisternis.” Eén kaars kan duizenden andere kaarsen aansteken zonder haar levensduur te verkorten. Dus laten wij allen symbolisch kaarsen aansteken om deze provincie voor toekomstige generaties mensen en dieren mooier achter te laten dan we deze hebben ontvangen.

Dank u wel.

Interessant voor jou

Bijdrage PS vergadering 14 oktober 2015. Maidenspeech Bart Canton

Lees verder

Bijdrage uittreding natuur- en recreatieschappen door de provincie Zuid-Holland

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer