Europa strategie
Internationale samenwerking kan verbetering opleveren voor mensen, dieren, natuur en milieu. Europa kan functioneren als partij boven de partijen die een groter perspectief hebben op de Nederlandse samenleving als Zuid-Holland of de Randstad.
Dit perspectief helpt deze regio in het formuleren van doelen en het behalen van doelen.
Een tegenwicht tegen dit perspectief helpt de totale beeldvorming verder te verbeteren. Daarom is deze randstad en deze ZH-strategie zinvol.
Wel enkele risico’s.
Ten eerste is het niet wenselijk een harde concurrentiestrijd aan te gaan met de voor Europese subsidiegelden. Die strijd kost belastinggeld en is daarom per saldo duur voor de belastingbetaler .
Ten tweede
De Partij voor de Dieren ziet kansen in de voorliggende Randstad en ZH-strategie. Inzet op een circulaire economie en op een duurzame voedselvoorziening is een goede zaak. Het is ook goed dat zwart op wit erkent wordt dat de landbouw bijdraagt aan een keur van mondiale, regionale en lokale problemen (pag. 20 ZH). De Partij voor de Dieren ondersteunt van harte de genoemde “Sprong naar een Duurzame Landbouw”.
Helaas zijn er op dit dossier ook minpunten. De belangrijkste is de spagaat in de tekst tussen enerzijds duurzame landbouw en anderzijds internationale concurrentie. Twee voorbeelden.
De huidige tekst probeert nog steeds een duurzame landbouw te combineren met een landbouwsector die concurrerend en exportgericht is. Deze zaken vallen in de Randstad niet te combineren. Op de duurste landbouwgrond ter wereld is verbreding en diversificatie van de landbouw de oplossing, niet schaalvergroting. Tweede, meer concrete voorbeeld; de tekst bepleit een breed pakket aan pesticiden voor tuinders, maar in dezelfde zin wordt voorkoming resistentie en biologische bestrijding benoemd. Dit is lastig met elkaar te rijmen. Betere oplossing is een kleinschalige, regionaal verankerde landbouw, deze is sterker gewapend tegen plantziekten dan het gebruik van veel soorten pesticiden. Ter vergelijking; Artsen in Nederland zijn inmiddels terughoudend in het toedienen van antibiotica, juist om resistentie te voorkomen. Vergelijkbare terughoudend moet in de land- en tuinbouwsector ook gebeuren.
Eén punt uit de Europastrategie-ZH dat rechtstreeks botst met de visie van onze partij is het stuk over mobiliteit. De titel spreekt mooi over verbondenheid. Maar die verbondenheid is gericht op het vergroten van de concurrentiepositie van Zuid-Holland. Zuid-Holland moet de strijd aan om economische groei te krijgen. De Partij voor de Dieren wil het tegenovergestelde. Een economie die niet afhankelijk is van steeds meer buitenlandse vraag, een duurzame economie die niet gericht is op economische groei en een economie die niet afhankelijk is van door belastinggeld gefinancierd asfalt. Daarentegen dient de Zuid-Hollandse economie minder afhankelijk te zijn van het buitenland, minder afhankelijk van door de belastingbetaler gefinancierd asfalt en minder afhankelijk van subsidies op traditionele energie
Nog twee punten over de Randstadstrategie-Europa. Ten eerste is enige bescheidenheid op de plaats over de economische positie van de Randstad. De tekst stelt dat “De Randstad draagt voor de helft bij aan het Nederlandse Bruto Nationaal Product.” Maar eveneens wordt gemeld dat 7,9 van de 16,8 miljoen nederlanders in de Randstad woont. Simpel gesteld bijna de helft van de Nederlandse bevolking verdient ongeveer de helft van het BNP. Het economische belang van de randstad is niet zoveel groter dan dat van de rest van Nederland. Het rapport “De Randstad en de Rest” van het CBS stelt bovendien dat het belang van de randstad de afgelopen 50 jaar is afgenomen. Volgens de rekenmethode van dat CBS-rapport is reeds sinds 1985 de Randstad verantwoordelijk voor slechts minder dan de helft van het BNB.
Kortom de Randstad is niet de grote sterke economische regio die het beweert te zijn. Daar is ook niets mis mee, maar er ten onrechte over opscheppen is niet nodig. Sterker nog, de enige reden waarom erover opgeschept wordt is om een concurrentiestrijd, met Londen, Parijs en het Roergebied te promoten. Dat is niet wenselijk.
Ten tweede en laatste wil ik iets zeggen over wat de Randstadstrategie-Europa stelt over energie. Onze fractie is zeer kritisch over de opslag van CO2 om uitstoot te beperken. Huidige wetenschappelijke inzichten zijn dat niet voor 2030 commerciële toepassing mogelijk is. CO2-opslag kan dus geen rol spelen om de reductiedoelstellingen met eerdere deadlines te halen.
Belangrijker en effectiever zou zijn om de subsidies op vervuilende energiebronnen af te schaffen (onderzoek van Ecofys en CE Delft, in opdracht van ondermeer Eneco, 2011, conclusies sindsdien ge-update, maar grote lijn blijft hetzelfde of wordt zelfs groter). Dit gaat veelal om landelijke subsidies waarbij Europees beleid nodig is om een gelijk speelveld te creëren. Zogenaamd dure subsidies op windmolens en zonnepanelen zijn dan ook overbodig.
Tot slot wil onze fractie graag een motie indienen over een belangrijk Europese onderwerp, dat ook de provinciale bevoegdheden raakt; TTIP. In interprovinciaal verband wordt reeds de dialoog gevoerd over de potentiele gevolgen van CETA en TTIP. De zeggenschap en beleidsruimte van provinciebesturen kunnen door TTIP en CETA negatief worden beïnvloed. Deze verdragen kunnen ook grote schadelijke gevolgen hebben voor milieu, volksgezondheid, privacy, arbeidsrechten, dierenwelzijn en ontwikkelingslanden.
Daarom dient onze fractie een motie in die als mening uitspreekt het volgende:
1.Een kritische en terughoudende houding aan te nemen ten aanzien van TTIP en CETA.
2.Deze houding duidelijk te ventileren tijdens lobbyactiviteiten namens Zuid-Holland en de Randstad in Europa.
3.En/of op te nemen in de “Europastrategie Zuid-Holland” en de “Notitie Bouwstenen voor de Randstadstrategie”
Interessant voor jou
Bijdrage Rapportage biodiversiteitsmonitor 2014
Lees verderBijdrage partiële wijziging VRM, PS vergadering 16 december 2015
Lees verder