Partij voor de Dieren: stop met afschieten van roeken


16 juni 2016

Den Haag, 16 juni 2016 – Er moet onmiddellijk een einde komen aan de jacht op de roek in Zuid-Holland. Er mag op deze vogel worden gejaagd omdat hij schade zou aanrichten aan land- en tuinbouwgewassen. Maar uit cijfers blijkt dat daar nauwelijks sprake van is. De Partij voor de Dieren wil daarom dat de provincie de ontheffing intrekt om roeken te mogen doden.

De provincie Zuid-Holland heeft een ontheffing verleend aan jagers voor het doden van roeken, ook in de broedperiode. De vogels zouden schade aanrichten aan gewassen als appels, peren en maïs. De roek is een kraaiachtige vogel die slechts op een beperkt aantal plekken in Zuid-Holland voorkomt. Er is daarom ook maar zeer incidenteel sprake van schade aan land- en tuinbouwgewassen door roeken.

Uit gegevens van het Faunafonds blijkt dat de schade die de roek veroorzaakte in Zuid-Holland de afgelopen jaren zeer gering was. Zo werd die schade over 2015 getaxeerd op 633 euro, terwijl er slechts 84 euro is uitgekeerd voor twee schadegevallen. Ook in de jaren ervoor werd er minder uitgekeerd dan getaxeerd. De provincie vermeldt in de ontheffingen echter veel hogere bedragen en meer schadegevallen.

Daar komt nog bij dat het aantal roeken landelijk steeds verder terugloopt. Zo werden er in 2014 4,5 procent minder broedparen geteld dan in 2013. In Zuid-Holland is deze afname volgens Sovon Vogelonderzoek nog groter: van 226 broedparen in 2013 naar 179 broedparen in 2014, oftewel een afname van 11 procent.

De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland wil daarom van Gedeputeerde Staten weten waarom er toch ontheffingen worden verleend om roeken af te schieten. De vogel blijkt immers nauwelijks schade aan te richten en komt maar beperkt in deze provincie voor. En voor zover er sprake is van schade, is die de afgelopen jaren drastisch afgenomen. Bovendien blijken roeken ook gunstige effecten op de land- en tuinbouw hebben, doordat ze bepaalde insecten eten, zoals emelten.

Wat de partij eveneens niet begrijpt, is dat de provincie in haar ontheffingen telkens veel hogere schadebedragen en meer schadegevallen hanteert dan uit cijfers van het Faunafonds blijkt. Ook blijkt de provincie ontheffingen af te geven voor gebieden waar de afgelopen vijf jaar aantoonbaar geen schade door roeken is aangericht. Verder zijn in de ontheffingen geen maximale aantallen te doden roeken opgenomen. Dit kan ongunstige gevolgen hebben voor de instandhouding van de soort.

Carla van Viegen, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten van Zuid-Holland: ‘Het structureel afschieten van roeken staat niet in verhouding tot het zeer beperkte aantal schadegevallen. De provincie zou daarom de geringe schade moeten vergoeden zonder dat er afschot van roeken plaatsvindt. Ook snap ik niet dat de roeken zelfs tijdens de broedperiode mogen worden gedood. Dat veroorzaakt veel onnodig dierenleed en er is geen enkele noodzaak voor’ .

Gerelateerd nieuws

Productie melk kost meer dan het oplevert

Den Haag, 9 juni 2016 – De productie van melk en melkproducten kost meer dan het oplevert. Melk is nu relatief goedkoop, maar...

Lees verder

Partij voor de Dieren wil groene en open Duivenvoordecorridor

Den Haag, 27 juni 2016 – De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland wil de Duivenvoordecorridor tussen de gemeenten Leidschenda...

Lees verder