Aanleg weg in de gemeente Reeuwijk, in of nabij een gebied dat is aange­wezen als beschermd natuur­mo­nument (Vogel­richt­lijn­gebied), in strijd met Flora- en Faunawet en de Natuur­be­scher­mingswet 1998.


Indiendatum: apr. 2008

Toelichting

Medio maart 2008 is de gemeente Reeuwijk samen met een projectontwikkelaar de uitvoering gestart van een werkweg ten behoeve van de bouw van een drietal villa's ten zuiden van de plas Broekvelden-Vettenbroek. De werkweg zal later gaan dienen als fietspad en mogelijk als ontsluiting voor vergunninghouders van een gedeelte van het plassengebied. De werkweg is gelegen op de oever van de plas Broekvelden-Vettenbroek in de gemeente Reeuwijk. Dit betreft een gebied dat is aangewezen als beschermd natuur-monument (Vogelrichtlijngebied) en is aangewezen op grond van artikel 10a van de Natuurbeschermingswet 1998. Ter nadere informatie worden een gebiedskaart, het Besluit Vogelrichtlijn en de Kaart Vogelrichtlijn van de gemeente Reeuwijk bijgevoegd.

De werkweg was voorheen (half maart 2008) een smal glibberig wandelpad en heeft er dus nooit gelegen. Sterker nog, voor het gebruik van de strook als werkweg is door politie Hollands-Midden en de Algemene Inspectiedienst proces-verbaal opgemaakt voor het verstoren van beschermde soorten in het seizoen 2005. Toen werden er ook in het aangewezen gebied werkzaamheden uitgevoerd waarvoor geen vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet was verleend.

Ook voor de aanleg van de werkweg is geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd. In het gebied komen o.a. de ringslang en de meervleermuis (bijlage 3 soorten, welke zeer gevoelig voor verstoring; zie hiervoor de brochure buiten aan het werk¹), die een zware bescherming in de genoemde wet genieten. Tevens hebben deze werkzaamheden plaatst gevonden in de periode waaraan dit gebied zijn status heeft te danken, te weten als rust gebied in de winterperiode voor overwinterende soorten watervogels zoals Smienten, Krakeenden en Kleine zwanen (oktober _april).

Dezelfde projectontwikkelaar heeft voor een nabijgelegen project wel een ontheffing (o.a. voor de ringslang) van de Flora- en faunawet aangevraagd. Uit betrouwbare informatie is gebleken dat de provincie Zuid-Holland de projectontwikkelaar alsnog mogelijkheid heeft geboden om een toets te laten uitvoeren en is gebleken dat de provincie voornemens is achteraf gewoon vergunning op grond van 19d 1e lid van de Natuurbeschermingswet te verlenen om de aanleg van de werkweg te legaliseren. Zoals dat ook in december 2005 is gebeurd bij de aanleg van vogeleilanden aldaar.
Tevens is er ook geen ontheffing aangevraagd voor de Flora- en faunawet voor soorten als de ringslang en de meervleermuis.

Op basis van de bovenstaande toelichting wil de fractie van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland de volgende vragen aan u voorleggen.

1. Waarom is er door de provincie Zuid-Holland in bovenstaande
situatie niet direct bestuursrechterlijk opgetreden als
verantwoordelijke instantie hiervoor?
2. Waarom heeft de provincie Zuid-Holland toegezegd dat er achteraf
een vergunning wordt verleend?
3. Hoe vaak past de provincie Zuid-Holland een dergelijke
handelswijze toe en in welke gevallen?
3. Gaat de provincie Zuid-Holland inderdaad deze vergunning alsnog
verlenen en zo ja, waarom kiest GS ervoor om illegale
praktijken achteraf te legaliseren?
4. Is GS voornemens om nu bestuursrechtelijk te handhaven? Zo ja,
wanneer? Zo nee, waarom niet?
5. Is GS met onze fractie van mening dat deze handelswijze niet
deugt en indruist tegen de doelstellingen van de wetgeving en de
doelstellingen van Europese regelgeving? Zo ja, wat gaat GS
hieraan doen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

¹ www.minlnv.nl/cdlpub/servlet/CDLServlet?p_file_id=19605

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Beleid afschotontheffing damherten bij schade ingevolge de Flora- en Faunawet ex artikel 68

Lees verder

Schriftelijke vragen Provinciefonds

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer