Beleid afscho­t­ont­heffing damherten bij schade ingevolge de Flora- en Faunawet ex artikel 68


Indiendatum: mrt. 2008

Toelichting

Ontheffingen Flora- en Faunawet
In beginsel mogen de op basis van de Flora- en faunawet aangewezen beschermde inheemse dieren niet worden verontrust, gevangen of gedood. Maar als deze dieren belangrijke schade aanrichten (bijvoorbeeld aan gewassen of bij gevaar voor het verkeer), kan in bepaalde gevallen en onder strikte voorwaarden van het beschermingsregime worden afgeweken. Gedeputeerde Staten kunnen dan voor de duur van maximaal vijf jaar ontheffing verlenen van de verboden handelingen, zoals omschreven in artikel 9 t/m 18 en artikel 72.

In beginsel verlenen Gedeputeerde Staten ontheffing aan erkende faunabeheereenheden op basis van een goedgekeurd faunabeheerplan. Er moet in de regel sprake zijn van belangrijke schade aan gewassen, vee, bedrijfsmatige visserij of de flora en fauna, in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid, de veiligheid van het luchtverkeer of met het oog op andere, bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te wijzen belangen.

Om van deze bevoegdheid gebruik te kunnen maken, moet voldaan zijn aan de volgende
voorwaarden:
1. Er is sprake van een zwaarwegend belang;
2. afwijken van bescherming/verbodsbepalingen (verontrusten, vangen, doden) is de enige oplossing, er zijn geen andere bevredigende oplossingen meer mogelijk;
3. de soort moet in een gunstige staat van instandhouding
kunnen voortbestaan.

In verband met schade kan een afschotontheffing voor damherten worden aangevraagd in de Bollenstreek (gebied Langevelderslag e.o.). De Partij voor De Dieren Zuid-Holland wil graag op de hoogte worden gesteld van de manier waarop de provincie Zuid-Holland uitvoering geeft aan de wettelijke bepalingen hiervoor.

In het rapport van Waternet “Beheer van damherten in de Amsterdamse waterleidingduinen” wordt de volgende conclusie getrokken: “Doordat het dichtgroeien van open duinhabitats met houtige soorten en ruige grassen als groot probleem wordt gezien bij de instandhouding ervan, is de aanwezigheid van damherten eerder positief dan negatief te noemen.” In de gebieden waar damherten voor komen, achten de beheerders diverse begrazingsprojecten noodzakelijk.
Vaak wordt er veel te snel naar het middel afschot overgegaan, terwijl er veel effectieve en meer diervriendelijke methoden zijn.
Door bedrijven die schade ondervinden van damherten, wordt momenteel onvoldoende gebruik gemaakt van diverse effectieve verjaagmethoden. Denk hierbij aan alarmpistool, inzet van een hond, flitslichten eventueel via een bewegingssensor (dus als een hert perceel betreedt, vaak in schemering of duisternis dat dan een fel licht aanflitst).
In Amerika is bijvoorbeeld uit onderzoek¹ gebleken dat herten productievelden gaan mijden, omdat zij alleen bij nadering van een productieveld (in dit geval meestal de bollenvelden) een harde knal horen. De dieren associëren dit met: “Hier moet ik niet meer zijn” en zullen deze terreinen gaan mijden (denken vanuit het dier en inspelen op het leergedrag van het dier).
Daarnaast is het mogelijk om smaakstoffen over de productievelden te sproeien, waardoor de dieren deze velden gaan mijden (benutten van het leergedrag van het dier).
Er dient dus meer vanuit de gedachte van het dier gekeken te worden, dan vanuit de gedachte van de mens.
Ook kan er gebruik worden gemaakt van werende middelen, zoals een goede afrastering.

Schade veroorzaakt door damherten
Uit informatie van het faunafonds is het volgende gebleken:
In 2006 was de schade door damherten in heel Nederland 8038,--
De enige schade veroorzaakt door damherten die in 2007 in Zuid-Holland is uitgekeerd is aan:
Warmerdam VOF P.TH
Kapelleboslaan 16
2204 AK Noordwijk
Het ging hier om € 491,00 getaxateerde schade aan bloemen,
waarvan slechts € 241,00 is uitgekeerd.

In het kader van de beleidsuitvoering van de verlening van een ontheffing voor het afschieten van damherten wil de fractie van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland de volgende vragen aan u voorleggen.
1. Kunt u aangeven hoe groot de populatie damherten in de Bollenstreek momenteel is? Op welke wijze wordt dit vastgesteld?
2. Om een goed beeld te krijgen van de omvang van de schade worden de volgende vragen gesteld, waar GS hopelijk een antwoord op kan geven:
a. Kunt u aangeven wat de oppervlakte is van de bollenveldendie hinder of schade ondervinden van de damherten?
b. Wat is de afstand van deze velden tot het duingebied?
c. Wat is de gemiddelde opbrengst per hectare van de betreffende bolgewassen?
d. Kunt u aangeven hoe groot de landbouwschade, veroorzaakt door damherten in Zuid-Holland, jaarlijks is?
3. Kunt u goed beargumenteerd, onderbouwd en zo concreet mogelijk aangeven wat volgens u een zwaarwegend belang is?
4. Kunt u aangeven welke preventieve maatregelen u voorstaat?
5. Kunt u aangeven op welke wijze u stimuleert dat er op een goede manier gebruik wordt gemaakt van diverse effectieve verjaagmethoden, zodanig dat afschot niet nodig is?
6. Wanneer trekt u de conclusie dat verjagen, dan wel het gebruik van werende middelen onvoldoende effectief is en er overgegaan moet worden tot afschot?
7. Kunt u aangeven op welke wijze u vaststelt dat er geen andere bevredigende oplossingen meer mogelijk zijn (graag zo concreet mogelijk)?
8. Op welke wijze stelt u vast dat de soort in een gunstige staat van instandhouding kan blijven voortbestaan (graag zo concreet mogelijk)?
9. Welke maatregelen neemt u om een betere migratie van in het wild levende dieren, en ook damherten, te bevorderen en op welke termijn? Indien u geen maatregelen neemt, waarom niet?
10. Bent u met onze fractie van mening dat het grazende damhert een positief effect heeft op het behalen van de gewenste natuurdoelen in het Zuid-Hollandse leefgebied en dat daarom hun aanwezigheid juist gewenst is? Zo neen, waarom niet?

¹ Research paper
Evaluation of propane exploders as white-tailed deer deterrents
J. L. Belant , T. W. Seamans and C. P. Dwyer†
US Department of Agriculture, National Wildlife Research Center, 6100 Columbus Avenue, Sandusky, OH 44870, USA
Received 5 December 1995; accepted 7 February 1996. ; Available online 12 March 1999.

Indiendatum: mrt. 2008
Antwoorddatum: 4 jun. 2008

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Bouw kolencentrale Maasvlakte

Lees verder

Aanleg weg in de gemeente Reeuwijk, in of nabij een gebied dat is aangewezen als beschermd natuurmonument (Vogelrichtlijngebied), in strijd met Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998.

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer