Provin­ciale hand­having van de natuur wetgeving


Indiendatum: jul. 2008

Aan : het college van Gedeputeerde Staten
Datum: 11 juli 2008

Onderwerp
Provinciale handhaving van de natuur wetgeving

Toelichting
Onlangs is er door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit het onderstaande persbericht uitgegeven:

Gerichte aanpak voor betere naleving natuurwetten
Persbericht | 01-07-2008

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincies en de douane slaan de handen ineen voor een gerichte aanpak van overtredingen van de natuurwetgeving en de internationale regels voor de handel in bedreigde dieren en planten. De handhavende instanties gaan structureel samenwerken, beter informatie uitwisselen, investeren in kennis en op basis van risicoanalyses controle- en opsporingsacties ondernemen.

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft vandaag samen met staatssecretaris De Jager van Financiën, de provincies, verenigd in het Interprovinciaal Overleg, het Openbaar Ministerie en de politie in het convenant "Nalevingsstrategie Natuurwetgeving" harde afspraken voor de samenwerking vastgelegd. In een brief aan de Tweede Kamer meldt de minister dat de afspraken in het convenant leiden tot meer eenheid en afstemming bij de handhaving van de natuurwetgeving.

Doel van de aanpak is met een gecoördineerde inzet de naleving door burgers en bedrijven van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet te verbeteren. Ook is er een gezamenlijke strategie bepaald voor de handhaving van de regels voor de handel in bedreigde dieren en planten, de zogeheten CITES-regelgeving.
Uitgangspunt bij de aanpak is dat de betrokken handhavers, zoals de politie, de AID en toezichthouders van de provincies, minder op basis van incidenten opereren, maar aan de hand van signalen en analyses prioriteiten in de handhaving stellen en proactief te werk gaan. Minister Verburg wijst er in de brief aan de Tweede Kamer op dat de nadruk niet per definitie op de inzet van repressieve instrumenten zoals controles, opsporing en sancties hoeft te liggen. "Soms kan juist preventie of voorlichting een effectieve aanpak van grote risico's vormen", aldus de minister.

Natuurwetten
In de Nalevingsstrategie Natuurwetgeving, die is vastgesteld voor de komende vier jaar, hebben de betrokken partijen afgesproken dat de gezamenlijke acties er vooral op gericht zijn te voorkomen dat natuurwetten worden overtreden. Dit is van belang omdat het vaak veel tijd kost en soms bijna onmogelijk is om de aangerichte schade aan de natuur te herstellen. Doel is door middel van voorlichting burgers en natuurbeschermers te stimuleren "als ogen en oren in het veld" op te treden en personen die een activiteit willen ondernemen die mogelijk schadelijk is voor natuurwaarden te wijzen op de vergunningplicht op grond van de natuurwetgeving.
Op basis van analyses zijn landelijk prioriteiten aangegeven voor de handhaving van de natuurwetgeving die per regio nader kunnen worden ingevuld. De handhavende instanties hebben besloten hun pijlen de komende tijd vooral te richten op handhaving van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Bij de handhaving van de Natuurbeschermingswet gaat de aandacht vooral uit naar potentieel schadelijke bouwactiviteiten in beschermde natuurgebieden en milieuovertredingen.
Bijzondere aandacht is er ook voor mogelijke schade die wordt aangericht door recreatie in de gebieden. Terreinbeheerders zullen er op worden aangesproken dat ze een gebied zo inrichten dat de kwetsbare delen worden beschermd tegen (onbedoelde) verstorende activiteiten van recreanten.
Bij de handhaving van de Flora- en faunawet wordt de aandacht vooral gericht op ruimtelijke ingrepen die de leefgebieden aantasten, zoals de aanleg van wegen, en op stroperij.

CITES
Voor de naleving van de regels voor de handel in beschermde dieren en planten is een apart actieplan opgesteld. Ook hierin speelt voorlichting over de regels een belangrijke rol. Uit metingen valt op te maken dat veel overtredingen plaatsvinden omdat mensen niet op de hoogte zijn van de CITES-voorschriften.
Dat neemt niet weg dat er veel aandacht blijft voor opsporing van illegale handel in beschermde dieren en planten. Onder regie van de AID worden gezamenlijk opsporingsacties opgezet naar CITES-criminaliteit. De AID zal ook op internet blijven speuren naar illegale handel in beschermde dieren en planten. Personen die zich schuldig maken aan grootschalige illegale handel kunnen in de toekomst rekenen op forsere straffen als ze de CITES-regels schenden. Zo gaan het economische voordeel van een handelaar en de waarde van de beschermde soort een grotere rol spelen bij de bepaling van de hoogte van de boete.
De handhavende instanties hebben afgesproken het komende jaar extra aandacht te geven aan de houthandel en de commerciële handel zonder CITES-vergunning in met name reptielen. Aandacht gaat ook naar onderzoekers en educatieve centra die CITES-diersoorten bezitten zonder dat ze daarvoor ontheffing hebben en naar de overdracht door bedrijven en particulieren van beschermde planten- en diersoorten zonder het verplichte EG-certificaat. Om de controle van de vogelhandel te vergemakkelijken, kondigt minister Verburg aan dat zij volgend jaar een digitaal systeem invoert voor de uitgifte en registratie van ringen voor gefokte vogels die behoren tot een beschermde diersoort.

Mijlpaal
In de brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister dat de ondertekening van het convenant een mijlpaal is in de samenwerking en handhaving. Ze wijst er op dat er pas echt van een succes kan worden gesproken als het convenant daadwerkelijk tot verbetering van de handhaving en naleving leidt. In het convenant is vastgelegd dat de betrokken partijen de effecten van de aanpak zullen monitoren.

Op basis van de bovenstaande toelichting wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

1. Kent u het persbericht “gerichtere aanpak voor betere naleving natuurwetten” van 1 juli 2008 van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit¹?
2. Welke knelpunten zijn er momenteel op het gebied van de handhaving van de natuurwetgeving op provinciaal en regionaal?
3. Op welke wijze is de prioritering bij de provincie op het gebied van de handhaving van de natuurwetgeving tot stand gekomen en kunt u inzicht in die prioritering geven? Zo nee, waarom niet?
4. Op welke wijze worden de opsporingsambtenaren in de provincie op de hoogte gehouden van de benodigde kennis en is dit toereikend? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
5. Hoeveel waarschuwingen worden er door de provinciale opsporingsambtenaren aan overtreders van de natuurwetgeving gegeven?
6. Hoeveel van deze mensen reageren positief op deze voorwaarschuwing?
7. Hoeveel zaken worden daadwerkelijk bestuursrechtelijk afgedwongen?
8. Hoeveel overtredingen op het gebied van de Boswet, Natuurbeschermingswet 1998 en / of de Flora- en faunawet zijn er in 2007 geconstateerd?
9. Bij hoeveel van deze zaken is er daad werkelijk tot het opmaken en inzenden van een proces-verbaal overgegaan?
10. Op grond waarvan maakt u proces-verbaal op voor de verboden van artikel 20 (betredingen van (rust)gebieden met toegangsbeperking) van de Natuurbeschermingswet? Zijn er
daadwerkelijk toegangsbepalingen of beperkingen in die gebied door GS opgelegd en vastgesteld? Zo ja wanneer en waarin zijn die vastgelegd? Zo nee, hoe komt het dan dat er proces-verbaal wordt opgemaakt?
11. Is het juist dat er een zeer terughoudend beleid door het Openbaar Ministerie in Zuid-Holland wordt gevoerd door in het kader van de handhaving van de natuurwetgeving zo min mogelijk dieren in beslag te nemen vanwege de kosten, waardoor het opsporingsproces gefrustreerd wordt? Zo ja, wat doet u hieraan?
12. Bent u met ons van mening dat de aanpak van ‘kleinere’ zaken in de praktijk juist eveneens leidt tot de aanpak van ‘zwaardere overtredingen’? Zo nee, op basis waarvan trekt u deze conclusie?
13. In de door de provincies uitgevaardigde regelingen m.b.t. de natuurwetgeving. treden vaak veel wijzigingen op in kort tijdsbestek l. Dit brengt voor handhavers uitvoeringsproblemen met zich mee en de handhaving schiet hierin tekort. Herkent u dit probleem en op welke wijze denkt u dit probleem te kunnen oplossen?
14. Op welke wijze wilt u eenheid en afstemming bij de handhaving van de natuurwetgeving in de provincie bereiken?
15. Op welke wijze denkt u een gerichtere aanpak voor betere naleving van natuurwetten te kunnen bewerkstelligen, met behoud van eenheid en afstemming bij de handhaving van de natuurwetgeving?
16. Hoe kan worden bereikt dat informatie uit de diverse registratiesystemen kan worden uitgewisseld met toezicht- en opsporingsambtenaren van de natuurwetgeving?

Namens de Partij voor de Dieren Zuid-Holland:
A.H.K. van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland

Indiendatum: jul. 2008
Antwoorddatum: 27 aug. 2008

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen ontheffing afschot ganzen 2008

Lees verder

Verantwoordelijkheid provincie Zuid-Holland bij vervoer en opvang van in het wild levende gewonde dieren

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer