Verant­woor­de­lijkheid provincie Zuid-Holland bij vervoer en opvang van in het wild levende gewonde dieren

Indiendatum: aug. 2008

images/2195ant gewonde dieren.pdfAan : het college van Gedeputeerde Staten
Datum: 22 augustus 2008

Onderwerp
Verantwoordelijkheid provincie Zuid-Holland bij vervoer en opvang van in het wild levende gewonde dieren

Toelichting
Artikel 36, lid 3, van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren geeft het volgende weer over gehouden en niet-gehouden dieren: een ieder is verplicht hulpbehoevende dieren de nodige zorg te verlenen (dus ook de medewerkers van de provincie vanuit hun voorbeeldfunctie als overheid).
Burgers geven invulling aan deze zorgplicht door, indien mogelijk, een gewond dier naar een vogel- of wildopvangcentrum te brengen of zij melden aan een overheidsinstantie waar een gewond dier ligt. Op deze manier verlenen zij de benodigde hulp. Burgers verwachten van de overheid dat er een opvang is voor gewonde dieren die zij aantreffen, daar zij zelf meestal de specialistische zorg niet kunnen bieden.
De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid voor de zwerfdieren (veelal gehouden dieren), die in haar gemeente worden aangetroffen door mee te betalen aan de kosten van het dierenasiel. Zo zou de provincie haar verantwoordelijkheid moeten nemen voor de opvang van vogels en niet-gedomesticeerde dieren. De dieren die worden opgevangen, komen namelijk uit de gehele regio rondom het opvangcentrum. Er is sprake van een regionaal, dan wel bovenregionaal belang. Dit gebied beslaat namelijk meerdere gemeenten, waardoor het geen taak voor één specifieke gemeente meer is. Uit de zorgplicht komt naar voren dat handelingen die nadelige gevolgen hebben voor de flora en fauna, zoveel mogelijk ongedaan of beperkt moeten worden. Voor over ons bekend is , neemt de provincie al maatregelen die het aantal slachtoffers, onder vogels en andere wilde dieren, zoveel mogelijk beperken. Dit kan echter niet voorkomen dat er dieren gewond raken. Burgers zullen hulp willen en moeten bieden. De overheid kan de burgers er niet alleen voor laten staan. Tenslotte is de zorgplicht onder andere vastgelegd in de aan de provincie gedelegeerde bevoegdheden van de Flora- en Faunawet.
Voor vogels en andere in het wild levende dieren dreigt er veel gevaar in Zuid-Holland. Door de toenemende bebouwing en het uitbreidende wegennet, neemt het aantal slachtoffers onder in het wild levende dieren toe. Leefgebieden van deze dieren veranderen door woningbouw, aanleg van bedrijventerreinen en wegen, alle zaken waar de provincie een speciale verantwoordelijkheid in heeft. Dieren worden gedwongen zich steeds meer in de buurt van (provinciale) wegen te begeven, wat een stijgend aantal verkeersslachtoffers tot gevolg heeft. Daarnaast komen er veel ondervoede dieren bij de opvangcentra binnen, dit als gevolg van leefgebieden die steeds kleiner worden, waardoor dieren niet voldoende voedsel kunnen vinden. De woonwijken en bedrijventerreinen zorgen voor veel slachtoffers doordat dieren tegen de ramen vliegen, honden en katten verwondingen toebrengen en dieren raken verstrikt in vistuig en ander zwerfafval. Eén ding is duidelijk: vrijwel alle slachtoffers belanden in een opvangcentrum door menselijk handelen.
Er worden in de Nederlandse vogelasielen jaarlijks ruim 100.000 gewonde en zieke vogels opgenomen. De huidige vogelasielen zijn momenteel vrijwel allemaal noodlijdend. De provincie en de landelijke overheid zijn ingevolge de Flora- en faunawet de aangewezen overheidsinstanties om een goede opvang voor in het wild levende dieren mogelijk te maken. Mensen verzorgen soms gewonde in het wild levende dieren thuis, omdat er onvoldoende gekwalificeerde opvangmogelijkheden zijn. Dit is een onwenselijke situatie.

De provincie heeft naar de mening van de fractie van de Partij voor de Dieren een taak bij het bieden van gekwalificeerde opvangmogelijkheden van in het wild levende dieren in haar provincie.

Naar aanleiding van bovenstaande toelichting wil de fractie van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland de volgende vragen aan u voorleggen.

1. Welke taak ziet u weggelegd voor de provincie om aanrijdingen met in het wild levende dieren in de provincie Zuid-Holland zoveel mogelijk te voorkomen?
2. Welke maatregelen neemt u hiervoor, dan wel gaat u nemen en wanneer?
3. Welke taak ziet u voor de provincie weggelegd met betrekking tot het vervoer en de opvang van in het wild levende gewonde dieren en kunt u dit nader toelichten?
4. Welke andere overheidsinstanties hebben een verantwoordelijkheid met betrekking tot het vervoer en de opvang van gewonde in het wild levende dieren en welke verantwoordelijkheid hebben zij?
   
   Namens de Partij voor de Dieren Zuid-Holland:
   
   A.H.K. van Viegen
   
   
   Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
   Provinciale Staten Zuid-Holland