Schrif­te­lijke vragen Bestem­mingsplan Toren­steepolder 2015 Numansdorp

Indiendatum: aug. 2015

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Datum : 10 augustus 2015

Onderwerp : Schriftelijke vragen Bestemmingsplan Torensteepolder 2015

__________________________________________________________________________

Toelichting

In 2014 is de besluitvorming over de bouwplannen in de Torensteepolder in Numansdorp, gemeente Cromstrijen, vernietigd door de Raad van State.[1] De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) heeft op 2 juli 2014 zowel het bestemmingsplan als de reactieve aanwijzing vernietigd.

B&W van Cromstrijen hebben op 23 december 2014 de raad voorgesteld om op basis van de uitspraak van de RvS, met een aanvullende motivering en actualisering van de bij het bestemmingsplan behorende onderzoeken, opnieuw te gaan vaststellen zonder een nieuwe voorbereidingsversie.

GS hebben naar aanleiding van dit raadvoorstel in een brief de Raad op 6 januari 2015 gevraagd om het bestemmingsplan niet vast te stellen zonder rekening te houden met de uitkomsten van de actualisering van de regionale woonvisie medio 2015. Naar aanleiding hiervan is tijdens bestuurlijk overleg op 5 februari 2015 met de gemeente afgesproken dat GS betrokken worden bij de verdere besluitvorming over het bestemmingsplan. Gelet op de uitspraken van de RvS is daarbij vooral de toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking en de relatie met de (geactualiseerde) regionale woonvisie nog een aandachtspunt voor de provincie.

Inmiddels heeft de gemeente Cromstrijen een nieuw bestemmingsplan Torensteepolder 2015[2] ter inzage gelegd.

Of de nieuwe woningbehoefte actueel is, wordt onder meer bepaald aan de hand van de vraag of reeds elders in de regio een stedelijke ontwikkeling is gepland of plaatsvindt die in die behoefte kan voorzien en dienen de vraag en het aanbod in de regio in ogenschouw te worden genomen. Daarbij moet worden bedacht dat een gemeenteraad in de plantoelichting ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte niet kan volstaan met een verwijzing naar het met de provincie overeengekomen woningbouwcontingent. Het enkel verwijzen naar gemeentelijke en regionale beleidskaders (waaronder de structuurvisie) zonder dat met concrete gegevens inzichtelijk wordt gemaakt in hoeverre wordt voorzien in de leniging van een actuele regionale behoefte is onvoldoende, omdat er geen sprake is van een deugdelijke motivering, aldus de Raad van State.

In Cromstrijen is de actuele behoefte geenszins beduidend groter dan waaraan kan worden voldaan binnen het bestaand stedelijk gebied. Tegenover een behoefte in Cromstrijen van 111 woningen in een dorps woonmilieu en 34 woningen in een landelijk woonmilieu (periode 2015-2029 WBR 2013) staat een aanbod van 748 woningen voor de periode 2015-2029.

Indien gerekend wordt met een gebruikelijke dichtheid van 25 woningen per ha (volgens richtlijn regionale woonvisie) kunnen op de locatie ’t Hooft & Van Prooijen (10 ha) 250 woningen worden gerealiseerd binnen bestaand stedelijk gebied.

Het woningbouwprogramma in het voorliggende bestemmingsplan voorziet in (slechts) 100 woningen in een dorpsmilieu, die dus allemaal in bestaand stedelijk gebied kunnen worden gerealiseerd.

Wat betreft de in het bestemmingsplan (ook) voorziene 79 villawoningen in een landelijk woonmilieu, is er geen sprake van een aantoonbare actuele behoefte daar het huidige aanbod van 45 landgoedwoningen in de landgoederenzone van de Torensteepolder reeds voorziet in behoefte aan 34 woningen in een landelijk woonmilieu.

Wat betreft de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg is onvoldoende onderzocht of de betrekkelijk geringe extra verkeerstoename als gevolg van de in het bestemmingsplan voorziene nieuwbouw niet grotendeels via de bestaande infrastructuur zou kunnen worden afgewikkeld. Onderzoek op basis van de meest recente feiten heeft ten onrechte niet plaatsgevonden. Het onderzoek dat wel heeft plaatsgevonden is gebaseerd op (ver)oude(rde) uitgangspunten.

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen:

Vragen

1) A. Kunt u aangeven of het Bestemmingsplan Numansdorp Torensteepolder in overeenstemming is met de Provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit en de Verordening Ruimte, inclusief de ladder voor duurzame verstedelijking? Zo nee, welke maatregelen gaat u treffen?

1) B) De regionale woonvisie Hoeksche Waard is nog niet geactualiseerd op basis van de meest recente inzichten en bovendien wijkt het gehanteerde woningbouwprogramma voor dit plan sterk af van de Woningbehoefteraming (WBR) 2013 en Woningmarktverkenning Zuid-Holland 2013. Is het juist dat het bestemmingsplan daarmee in strijd is met provinciale regels, het Bro en daarmee ook met de Wet op de ruimtelijke ordening in het algemeen en de eisen van een goede ruimtelijke ordening in het bijzonder? Zo nee, kunt u uitleggen waarom niet?

2) Bent u met ons van mening dat woningbouw in de groene Torensteepolder mede in het kader van het provinciaal beleid om woningbouw zoveel mogelijk binnenstedelijk en binnen bestaand stads- en dorpsgebied te concentreren, niet wenselijk en niet nodig is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen en op welke termijn

3) Is voldaan aan de wettelijke regels ingevolge artikel 3.8 lid 4 van de Wet Ruimtelijke ordening? Zo ja, kunt u dit nader toelichten? En gaat u gebruik maken van de bevoegdheid om een aanwijzing ingevolge de WRO te geven? Zo nee, kunt u nader toelichten waarom niet?

4) Bent u met de Raad van State van mening dat het terrein ’t Hooft van Prooyen in het kader van duurzame verstedelijking eerder in aanmerking komt voor herstructurering en woningbouw dan om hiervoor de open ruimte in de Torensteepolder op te offeren? Zo nee, kunt u dit nader toelichten?

5) Kunt u aangeven waarom de behoefte aan nieuwe senioren- en starterswoningen conform artikel 3 lid 1 van de Verordening Ruimte niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied gerealiseerd kan worden?

6) Kunt u onderbouwen op welke wijze voldaan is aan de door de Raad van State gestelde eis (afdelingsuitspraak van 1 juli 2015, nr. 201401075/1/R2) om met concrete gegevens inzichtelijk te maken in hoeverre wordt voorzien en aannemelijk wordt gemaakt dat er sprake is van een actuele kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan woningen ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan, inclusief de 79 villawoningen in de duurderde sector (zie ook uw brief van 6 januari en 23 maart 2015)?

7) Is u bekend of de gemeente Cromstrijen alsnog nieuwe toekomstige bouwplannen heeft voor de Torensteepolder buiten de nu geplande 176 woningen en hebt u met de gemeente hierover gesproken? Zo ja, wat zijn deze plannen en wat hebt u besproken?

8) Kunt u (op grond van de Verordening Ruimte) aangeven welke maatschappelijke tegenprestatie de gemeente levert voor de geplande bouw in de Torensteepolder?

9) Onderzoeksbureau Voorziet de planning van de aanleg van de Oostelijke Randweg, zoals omschreven in het bestemmingsplan, volgens u in een actuele regionale behoefte, zeker nu de oorspronkelijke bouw in de Torensteepolder (Masterplan) geen doorgang vindt? Zo ja, kunt u dit nader toelichten?

10) Welke nadelige gevolgen heeft de aanleg van deze weg voor de natuur en het milieu en de leefomgeving van omwonenden en wat vindt u hiervan?

11) Welke maatregelen gaat u nemen om de kernkwaliteiten van het Landschap Hoeksche Waard niet aan te tasten in de Torensteepolder?

12) Bent u met ons van mening dat de Torensteepolder ook vanwege de belangrijke landschappelijke, culturele en natuurwaarde niet bebouwd zou mogen worden? Zo nee, waarom niet?

13) Bent u van mening dat voor bouwplannen in de Torensteepolder en de aanleg van de Oostelijke Randweg een Milieu Effectrapportage (MER) nodig is? Zo nee, waarom niet?

A.H.K. van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Provinciale Staten Zuid-Holland

[1] http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2014:2408

[2] http://ro-online.robeheer.nl/svhw/4473BA8C-77AB-448B-9B5C-07EE342A2220/t_NL.IMRO.0611.Torensteepolder15-ON01.pdf