schriftelijke vragen brijnlozingen
Indiendatum: jul. 2010
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 25 juli 2010
Onderwerp : Schriftelijke vragen brijnlozingen
Toelichting
In de glastuinbouw is veel water nodig. Veel tuinders pompen hiervoor grondwater op. Ze halen dit water uit de eerste watervoerende laag. Dit water is vaak onvoldoende zoet om direct gebruikt te kunnen worden in de kassen. Het water wordt daarom ‘verzoet’. Het zoete water gaat naar de kassen. Het restproduct, een ingedikte zoutoplossing, het brijn, wordt teruggepompt de bodem in, in de diepere tweede watervoerende laag. Door dit zoutere water terug te brengen in de bodem, verandert de kwaliteit van het oorspronkelijke grondwater en hierdoor kan op den duur de samenstelling van de bodem wijzigen (verzilting).
Wettelijk kader
Voor het lozen van dit brijn –dat schadelijk is voor het milieu- in de bodem is een ontheffing van de provincie op grond van het Lozingenbesluit Bodembescherming vereist. Tot 2013 worden brijnlozingen gelegaliseerd door ontheffingen en vergunningen. Vanaf 4 juli 2013 kan er alleen een ontheffing voor brijnlozing worden verleend als de tuinder of boomteler kan aantonen dat aan alle voorwaarden van het Lozingenbesluit bodembescherming is voldaan: er geen andere afvoermogelijkheden zijn voor het brijn en de concentraties aan milieu-eigen en milieuvreemde stoffen de vastgestelde normen niet overschrijden.
Naast een ontheffing voor het lozen van brijn is in een aantal gevallen, op grond van de Grondwaterwet, een vergunning vereist. Hiervan is sprake indien op grote schaal grondwater wordt onttrokken. Deze vergunning hiervoor wordt door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verleend, indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Op dit moment telt Zuid-Holland 400 bedrijven (in de sector glastuinbouw en boomteelt) die brijn lozen, waarvan er 250 over een ontheffing beschikken.
Evaluatie brijnbeleid provincie Zuid-Holland
Het provinciaal beleid voor brijnlozingen, verwoord in de beleidsnota ‘Beleid voor brijnlozingen in de bodem in de glastuinbouw- en boomteeltsector’, is in november 2006 vastgesteld in een separate beleidsregel. Als ingangsdatum voor het beleid wordt 4 juli 2006 gehanteerd. Voor gedetailleerde informatie over het brijnbeleid wordt verwezen naar deze separate beleidsregel. Voor overige brijnlozingen geldt het Lozingenbesluit bodembescherming.
Op de website van de provincie Zuid-Holland staat vermeld dat zij momenteel haar brijnbeleid evalueert. De bevindingen kunnen resulteren in een verandering van het brijnbeleid. Dit betekent mogelijk een partiële herziening van het Provinciaal Waterplan 2010-2015, vastgesteld op 11 november 2009, of het opstellen van een nieuwe separate beleidsregel.
Kader Richtlijn Water
Volgens de Kader Richtlijn Water dient de ecologische toestand van het water een goede kwaliteit te weerspiegelen. Dit betekent dat in alle Europese wateren de soorten organismen moeten voorkomen die daar in een onverstoorde situatie thuis horen. De ecologische toestand van het oppervlaktewater is sterk afhankelijk van ingrepen door de mens. De voornaamste verstorende factoren zijn lozing van stoffen en onttrekking van water.
Toelichting op vraag 5:
Er zijn verschillende mogelijkheden om brijnlozingen in de bodem te voorkomen. Brijn kan bijvoorbeeld worden opgevangen en afgevoerd of tot strooizout worden verwerkt. Maar ook het beperken van watergebruik en zoveel mogelijk duurzame bronnen (opvang van hemelwater) gebruiken, behoren tot de mogelijkheden.
Toelichting op vraag 7
In de folder "Strenger brijnbeleid" uitgegeven door de provincie Zuid-Holland staat dat de toekomst van de glastuinbouw veilig gesteld moet worden en dat er een balans moet komen tussen economie, ruimte en milieu. De glastuinbouw dient daarom duurzaam en hoogwaardig te worden ingericht. Dat betekent dat glastuinbouw zuinig moet omgaan met energie, water, ruimte, lichthinder en andere effecten in de omgeving. Innovaties als de gesloten kas, gestapeld bouwen en een gesloten gietwaterketen dragen daaraan bij. Brijnlozingen zijn echter niet duurzaam. Het provinciale beleid is daarom gericht op het voorkomen van het ontstaan van brijn.
Toelichting op vraag 9
In het provinciaal waterplan Zuid-Holland 2010-2015, vastgesteld 11 november 2009 staat vermeld:
“6.4.3 Doelstellingen 2010-2015
Nieuw te ontwikkelen locaties voor glastuinbouw- en boomteeltbedrijven op substraat voldoen aan het streefbeeld van duurzame Greenports. Toepassing van best beschikbare technieken vormt het uitgangspunt. Er vinden geen brijnlozingen plaats die niet voldoen aan het Lozingenbesluit Bodembescherming.”
Vragen
Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen:
1) Kent u het bericht “Verbod Zuid-Holland op lozen brijn gaat waarschijnlijk niet door”
2) Hierin staat dat de provincie Zuid-Holland waarschijnlijk gaat afzien van een algemeen verbod op het lozen van brijn na 4 juli 2013, waarbij de voorwaarden voor het krijgen van een ontheffing strenger zijn. Kunt u beargumenteren waarom u dit verbod ter discussie stelt, aangezien het lozen van brijn altijd schadelijk is voor het milieu?
3) Welke nadelige gevolgen hebben brijnlozingen op termijn op het oppervlaktewater en het drinkwater?
4) Welke gevolgen heeft deze maatregel op de provinciale doelstellingen m.b.t. de kaderrichtlijn Water?
5) Kunt u aangeven of er op dit moment al alternatieven voor het lozen van brijn in kaart worden gebracht? Zo ja, welke? Zo nee, welke maatregelen gaat u hiervoor treffen?
6) Is er bij de provincie budget voor het stimuleren van het voorkomen van brijnlozingen in de bodem en van de ontwikkeling van alternatieven? Zo ja, wat is de hoogte van dit bedrag en op welke termijn? Zo nee, bent u bereid geld hiervoor beschikbaar te stellen en zo ja hoeveel en wanneer?
7) Hoe verklaart u de tegenstrijdigheid tussen het in de toelichting vermelde provinciale beleid en de ter discussiestelling van strengere regels m.b.t. het verbod op brijnlozingen na 4 juli 2013?
8) Bent u met onze fractie van mening dat de ecologische provinciale doelen in gevaar komen indien de strengere regels m.b.t. brijnbeleid niet worden uitgevoerd? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
9) Hoe verklaart u de terdiscussiestelling van het verbod op brijnlozingen in relatie tot de doelstellingen in het Waterplan 2010-2015, vermeld in de toelichting?
http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=114554
A.H.K. van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland
Indiendatum:
jul. 2010
Antwoorddatum: 25 jul. 2010
Klik hier voor de antwoorden.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen convenant bedrijventerreinen 2010-2020
Lees verderSchriftelijke vragen waterscheerling
Lees verder