Schrif­te­lijke vragen dalende hazen­stand

Antwoord van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen ( Partij voor de Dieren) (d.d. 26 november 2009) Nummer 2327

Onderwerp Dalende hazenstand

Aan de leden van Provinciale Staten

Toelichting vragensteller

Het gaat niet goed met de haas in Nederland. De afgelopen tien jaar is de hazen¬populatie met dertig procent afgenomen. Dat blijkt uit onderzoek (dat plaatsvond in de periode 1997 tot en met 2008) van de Zoogdiervereniging samen met Vogelonderzoek Nederland (SOVON) en het Centraal Bureau voor de Statistiek•. Samen met de fazant, de wilde eend, de houtduif, het konijn en de wilde vos is de haas tijdens het jachtseizoen vogelvrij en dus vrij bejaagbaar voor iedereen die een jachtvergunning heeft.
Met name in agrarische gebieden heeft de haas het moeilijk. Schaalvergroting en intensieve landbouw zijn hiervan de oorzaak. Deze zorgen voor een eentoniger voedselaanbod waardoor ziektes harder en sneller toeslaan.
1. Kent u het bericht ‘Aantal hazen in tien jaar afgenomen•’?
Antwoord Ja.
2. Deelt u de mening van de onderzoekers dat het niet goed gaat met de hazenstand? Zo nee, waarom niet?
Antwoord De hazenstand is altijd al aan schommelingen onderhevig geweest. Tot 1999 is sprake geweest van een dalende trend.Tussen 1999 en 2008, is afgezien van kleine schommelingen van jaar tot jaar, de populatie echter stabiel.1
3. Kunt u aangeven hoeveel hazen er in de periode 1997-2008 in de provincie Zuid-Holland zijn geschoten in het kader van de jacht? En hoeveel er in die periode in de provincie Zuid-Holland zijn geschoten in het kader van schadebestrijding?
Antwoord In de periode 1997 tot en met 2008 zijn in Zuid-Holland jaarlijks circa 30.000 hazen in verband met jacht gedood.2 Dit is ongeveer een derde van het totale hazenbestand dat in de herfst aanwezig is.
In het kader van de schadebestrijding zijn in de periode 2005 tot en met 2008 op basis van aan de Faunabeheereenheid verleende ontheffingen respectievelijk 5, 134, 51 en 150 hazen gedood. Gegevens over voorgaande jaren zijn ons niet bekend.
4. Bent u bereid om activiteiten in het kader van de jacht en schadebestrijding in de provincie Zuid-Holland te stoppen nu de hazenpopulatie zo drastisch blijkt te zijn afgenomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord Nee, wij hebben, met uitzondering van de mogelijkheid van tijdelijke stopzetting van de jacht bij bijzondere weersomstandigheden, geen bevoegdheid om de jacht op de haas te verbieden. Die bevoegdheid ligt bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In de beantwoording van Kamervragen op 17 november 2009 heeft de minister aangegeven geen aanleiding te zien om de jacht op hazen te verbieden.
Door schadebestrijding wordt voorkomen dat belangrijke schade aan gewassen ontstaat. Aan de Faunabeheereenheid zijn ontheffingen onder beperkende voor¬waarden verleend ter voorkoming van belangrijke schade aan suiker-en voeder¬bieten, vollegrondsgroenten, bloemen, bloemzaden en bloembollen alsmede boomkwekerijgewassen en (fruit)bomen. Wij zien geen aanleiding om de aan de Faunabeheereenheid verleende ontheffing te wijzigen. Het aantal hazen dat jaarlijks bij schadebestrijding wordt gedood staat overigens in geen enkele verhouding tot het aantal dat jaarlijks bij jacht wordt geschoten.
5. Welke maatregelen gaat u nemen om de hazenpopulatie te beschermen en te vergroten?
Antwoord Geen, zie beantwoording vraag 4.
6. Bent u bereid om de jacht op hazen tijdelijk geheel te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord Zie beantwoording bij vraag 4.
7. Is het juist dat tijdens de provinciale weidevogeltellingen ook dagactieve zoogdieren worden geteld, maar dat deze gegevens niet ter beschikking zijn gesteld van dit onderzoek van de Zoogdiervereniging, SOVON en het CBS? Zo ja, waarom zijn deze gegevens niet ter beschikking gesteld?
Antwoord Het meetellen van dagactieve zoogdieren (voor zover geen predatoren) bij het inventariseren van de proefvlakken van het Meetnet Weidevogels Zuid-Holland is facultatief. De resultaten worden voor wat betreft de weidevogels, conform de afspraken over het Landelijk Meetnet Weidevogels dat een onderdeel is van het NEM (Netwerk Ecologische Monitoring), jaarlijks aan SOVON en het CBS beschikbaar gesteld voor het berekenen en analyseren van de weidevogeltrends in Nederland. Het verstrekken van gegevens over hazen valt niet onder de opdracht en het onderzoek.
8. Bent u bereid om deze gegevens alsnog ter beschikking te stellen van de onderzoekers van de Zoogdiervereniging? Zo nee, waarom niet?
Antwoord Ja, indien gewenst en bruikbaar voor het analyseren van de ontwikkeling van de hazenstand in Zuid-Holland of in Nederland zijn wij bereid deze gegevens, voor zover de Zoogdiervereniging daarom vraagt, beschikbaar te stellen. Het materiaal is echter niet volledig omdat niet alle proefvlakken van het Meetnet Weidevogels Zuid-Holland jaarlijks worden onderzocht, het meetellen facultatief is en de tellingen niet specifiek op hazen zijn gericht.

Den Haag, 15 december 2009
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter,
M.H.J. van Wieringen-Wagenaar J. Franssen