Schrif­te­lijke vragen dichten van konij­nen­holen


Indiendatum: nov. 2012

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 7 november 2012
Onderwerp : Schriftelijke vragen dichten van konijnenholen

Toelichting

In ontheffing PZH-2012-353689909 d.d. 18 oktober 2012 wordt ontheffing verleend voor het doden van konijnen en vossen met gebruikmaking van kunstmatige lichtbronnen en geweer. En voor het dichten van holen van konijnen en vossen en eventueel moeders met hun jongen, in het belang van de openbare veiligheid langs het traject van de HSL in het Zuid-Hollandse deel.

Toelichting vraag 9 en 10
In het rapport ´Konijnen in Amsterdam-Noord, Advies voor het uitvoeren van grote infrastructurele werken conform de zorgplicht van de Flora- en faunawet´1 geven deskundigen advies hoe om te gaan met aanwezige konijnen voor situaties vergelijkbaar met de HSL lijn. Hierin staat onder meer vermeld dat de tactiek erop gericht moet zijn om de konijnen in het hol te verstoren. Het verjagen dient geleidelijk te gebeuren. De konijnen moeten ’s nachts de rust krijgen om een uitweg te zoeken. Er dient altijd gecontroleerd te worden of een holenstelsel werkelijk verlaten is voor het dichtgegooid wordt. Dat betekent dat er meerdere nachten nodig zullen zijn voor de verjaging van konijnen uit een burcht.
Verjagen is alleen verantwoord indien al voor de verjaging voorzien is in geschikte leefgebieden waar de konijnen naar toe kunnen worden verjaagd. In de nieuwe gebieden dient van te voren voor voldoende dekking te worden gezorgd. Als er loslopende honden of vossen aanwezig zijn dienen er gangenstelsels of stapels van stenen en takken te worden gemaakt. Het gaat dan om meerdere stelsels, konijnen willen immers niet allemaal bij elkaar zitten. Ook dient er voldoende voedsel aanwezig te zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een korte grasmat. Daar waar geen aangrenzend nieuw leefgebied aanwezig is, of indien verjaging niet goed lukt, ligt het voor de hand om de konijnen te vangen en verplaatsen. Hiervoor is een ontheffing van art. 14 van de Flora- en faunawet benodigd. Aan het vangen en uitzetten van konijnen zitten veel haken en ogen. Het uitzetten in een nieuw terrein levert voor het konijn veel stress op en leidt meestal tot een hoge sterfte in de week na het uitzetten.

Konijnen hebben voorkeur voor slechte doorwortelde grasmatten en losse, zandige bodems. Dit is de belangrijkste reden dat de dieren holen graven in taluds. Door graafmogelijkheden te beperken zal er minder gelegenheid voor dieren zijn om een hol te maken. Om te voorkomen dat konijnen op een bepaalde locatie gaan graven, kunnen doorgroeimatten worden aangebracht (kunststof of beton). Iets minder effectief, maar meer geschikt voor grotere oppervlakten is het aanpassen van de vegetatie. Door de grasmat te verbeteren (betere doorworteling) wordt het graven van holen onaantrekkelijker. Ook door het oppervlak gras te beperken en het oppervlak struikjes/bodembedekkers te vergroten, wordt het graven beperkt.

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

Vragen

1. Kent u het in de toelichting vermelde rapport?
2. Bent u met ons van mening dat het onethisch en zeer dieronvriendelijk is om konijnen- en vossenholen te dichten, zelfs met de mogelijkheid als moederdieren met hun jongen nog in het hol zitten, zodat konijnen en vossen met eventueel hun jongen een langzame verstikkingsdood sterven en dat dit een groot dierenleed veroorzaakt? Zo nee, waarom niet?
3. In het bovengenoemde rapport valt te lezen dat geadviseerd wordt eerst goed te controleren bij het dichtgooien van holen of er nog dieren in de holen zitten. Waarom wordt dit niet gedaan en op welke wijze worden deze holen gedicht?
4. In het rapport wordt het vangen en verplaatsen van konijnen als mogelijkheid gezien, mits het in de juiste periode gebeurt. Bent u bereid om deze maatregel op te nemen in de ontheffing? Zo nee, waarom niet?
5. In de ontheffing staat op pagina 2 dat uit uw ter beschikking staande informatie is gebleken dat konijnen zeer ernstige graafschade veroorzaken. Waar bestaat die ernstige graafschade precies uit?
6. Zijn er eerdere gevallen bekend in Nederland waarbij aangetoond is dat als gevolg van graafwerk van konijnen het spoor dermate verzakt is dat het een gevaar voor de veiligheid vormde of heeft gevormd? Zo ja, kunt u aangeven om welke concrete gevallen het gaat en welke consequenties dit heeft gehad?
7. Waarom vindt u dat het beschreven gevaar van het verzakken van het spoor een reëel gevaar is voor de veiligheid en op welke concrete gegevens en onderzoeken is dit dan gebaseerd?
8. Hoe komt het dat de fundering van het spoor van de HSL zo slecht is dat dit de treinen niet kan dragen?
9. Indien het graafwerk van konijnen inderdaad zo gevaarlijk is voor verzakking van het spoor, waarom is er dan niet al eerder graafwerend gaas geplaatst, waardoor konijnen niet kunnen graven bij de HSL?
10. In het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 staat dat de provincie goede nieuwe diervriendelijke mogelijkheden stimuleert en benut. Welke diervriendelijke alternatieven voor het dichten van holen van konijnen en vossen heeft u –naast de 2 genoemde in de ontheffing- onderzocht en waarom worden die niet toegepast?
11. Zijn de in de toelichting genoemde diervriendelijke maatregelen al genomen? Zo nee waarom niet?
12. Bent u het met onze fractie eens dat er voldoende diervriendelijke maatregelen genomen kunnen worden om de veiligheid te kunnen waarborgen? Zo nee, kunt u goed beargumenteerd aangeven waarom niet?

A.H.K. van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland

1http://www.zoogdierwinkel.nl/sites/default/files/imce/nieuwesite/Winkel/pdf%20download/2006.02%20Konijnen%20in%20Amsterdam-Noord_0.pdf

Indiendatum: nov. 2012
Antwoorddatum: 8 nov. 2012

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

schriftelijke vragen controle en handhaving luchtwassers

Lees verder

Schriftelijke vragen Torensteepolder

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer