Schriftelijke vragen evaluatie convenant nalevingsstrategie natuurwetgeving
Indiendatum: aug. 2012
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 20 augustus 2012
Onderwerp : Schriftelijke vragen evaluatie convenant nalevingsstrategie natuurwetgeving
Toelichting
Diverse handhavingspartners (de provincies, het openbaar ministerie, de politie en de douane) hebben op 1 juli 2008 een convenant, de 'Nalevingsstrategie Natuurwetgeving', gesloten over de handhaving van de natuurwetgeving (dit convenant wordt bijgevoegd). Hierin hebben de handhavingspartners afspraken vastgelegd over een gecoördineerde inzet van ieders bevoegdheden, mensen en middelen ter verbetering van de naleving van de natuurwetten (de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet) door burgers en bedrijven.
Aanleiding voor het convenant was de constatering dat er op dit terrein veel verschillende handhavingsinstanties actief zijn en dat de handhaving kan worden verbeterd door meer onderlinge afstemming. Het convenant was geldig tot 1 juli 2012. Het uitgangspunt bij de aanpak is dat de betrokken handhavers minder op basis van incidenten opereren, maar aan de hand van signalen en analyses prioriteiten in de handhaving stellen en proactief te werk gaan.
De handhavende instanties hadden besloten zich vooral te richten op handhaving van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Bij de handhaving van de Natuurbeschermingswet ging de aandacht vooral uit naar potentieel schadelijke bouwactiviteiten in beschermde natuurgebieden en milieuovertredingen.
Het belangrijkste beleidsdoel dat nagestreefd wordt met de natuurwetgeving is de duurzame instandhouding van de biodiversiteit.
De Partij voor de Dieren wil graag weten wat het resultaat is van het convenant en wat het heeft opgeleverd voor de naleving van de natuurwetgeving.
Op 2 april 2009 heeft de Partij voor de Dieren ook schriftelijke vragen gesteld over het convenant. Naar aanleiding van de antwoorden op deze vragen volgt onderstaand een toelichting op nieuwe vragen naar aanleiding van de antwoorden in 2009.
Toelichting op vragen 10 t/m 15 naar aanleiding van op onze schriftelijke vragen, d.d. 2 april 2009 (nummer 2267).
Toelichting vraag 10
Op vraag 2 geeft u als antwoord dat het toezicht op de naleving natuurwetgeving is opgenomen in de diverse plannen van diverse afdelingen, controles worden vastgelegd en voor de Voordelta is speciaal een planning opgesteld. Kwalitatieve invulling van het toezicht is vastgelegd in de toezichtsplannen Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet en Boswet.
Toelichting vraag 11
Als antwoord op vraag 3 geeft u aan dat er voor de 23 Natura 2000-gebieden beheerplannen opgesteld worden, waarvan de provincie er voor 11 het voortouw neemt. Het beheerplan voor de Voordelta is landelijk het eerste beheerplan dat werd opgesteld.
Toelichting vraag 12
In antwoord op vraag 4, punt 3 geeft u aan dat de vergunningplicht voor schadelijke handelingen in natuurmonumenten en Natura 2000-gebieden de grootste prioriteit heeft bij het toezicht op de naleving groenen wetten. In 2008 waren hieraan 154 controledagen besteed in diverse gebieden.
Toelichting vraag 13
Als antwoord op vraag 6 geeft u aan dat er voor de toezichthouders in 2009 300 controles gepland waren op schadelijke handelingen en activiteiten.
Toelichting op vraag 14
Als antwoord op vraag 9 geeft u aan dat er in 2008 4 keer proces-verbaal opgemaakt is voor overtreding van de Boswet, waarvan 1 gecombineerd met de Natuurbeschermingswet.
Toelichting op vraag 15
Als antwoord op vraag 10 –waar gevraagd wordt naar de afstemming en samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen- geeft u aan dat de belangrijkste stap tot nu toe het oprichten van het Platform Handhaving Voordelta is. De provincie heeft daarop de regie en maakt afspraken met de partners voor controles, die worden vastgelegd in roosters.
Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.
Vragen:
1. Het convenant is op 1 juli 2012 afgelopen. Kunt u zo gedetailleerd mogelijk aangeven in hoeverre voor de provincie Zuid-Holland het convenant heeft geleid tot meer eenheid en afstemming bij de handhaving van de natuurwetgeving en hoe de huidige stand van zaken is?
2. In het convenant hebben de betrokken partijen afgesproken dat de gezamenlijke acties er vooral op gericht zijn te voorkomen dat natuurwetten worden overtreden. Kunt u van de afgelopen 4 jaar aangeven hoeveel overtredingen er per jaar zijn geweest en voor welke strafbare feiten? In hoeverre is dit een daling/stijging t.o.v. voor 2008?
3. Heeft het convenant volgens u bijgedragen tot een verbetering van de handhaving van natuurwetgeving? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
4. Bent u bekend met het rapport “Ecologische effectiviteit van natuurwetgeving’ van het Planbureau voor de Leefomgeving?
5. In bovengenoemd rapport wordt gesteld dat compenserende en mitigerende maatregelen in veel gevallen onvoldoende en niet op tijd worden uitgevoerd. Wat vindt u van deze uitkomst en wat gaat u daarmee doen?
6. Door de complexe ecologische relaties tussen dieren, planten en hun habitats is de natuurwetgeving gebaat bij evaluaties en monitoring om te leren en zonodig de ecologische effectiviteit te verbeteren. Wat is de huidige stand van de monitoring , op welke wijze gaat u dit uitvoeren en wat is de planning voor de komende jaren?
7. Het belangrijkste doel van de natuurwetgeving is een bijdrage te leveren aan de diversiteit van soorten in ons land, omdat de biodiversiteit nog steeds afneemt. Op welke wijze heeft volgens u het convenant bijgedragen aan de instandhouding, dan wel verbetering van de biodiversiteit?
Toelichting vraag 8 en 9
Op de website van de provincie staat:
“Inspecteurs van de provincie controleren dagelijks de naleving van de regels en de voorschriften. De provinciale milieu-inspecteurs controleren onder andere bij bedrijven met een Wet milieubeheervergunning, grondwateronttrekkingen, slootdempingen, vuurwerkevenementen, zwembaden en sauna's, zwemwaterlocaties in oppervlaktewater en groene regelgeving (zoals de Natuurbeschermingswet, Boswet en de Flora- en faunawet). Houdt iemand zich niet aan de regels, dan kan de provincie handhavend optreden. Hiervoor geldt een nalevingsstrategie.”
8. Hoeveel full time equivalent (fte) is er op jaarbasis beschikbaar voor handhaving van de natuurwetgeving?
9. Is deze hoeveelheid fte voldoende om alle meldingen en werk aan te kunnen? Zo nee, wat doet u hieraan en op welke wijze wordt dan een goede handhaving van de natuurwetgeving gegarandeerd?
10. In hoeverre zijn deze diverse plannen nageleefd, nagekomen dan wel uitgevoerd?
11. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de 11 beheerplannen en in hoeverre zijn tot op heden de doelen gerealiseerd?
12. Hoeveel controledagen zijn er gepland in 2009, 2010 en 2011 en voor welke gebieden?
13. Hoeveel van deze controles zijn er daadwerkelijk in 2009 uitgevoerd en hoeveel in 2010 en 2011?
14. Hoeveel processen-verbaal zijn er voor overtredingen van de NB wet Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet in 2010 en 2011 opgemaakt?
15. Wat is de huidige stand van zaken van dit platform en wat is er van de gemaakte afspraken terecht gekomen en wat zijn hiervan de uitkomsten?
A.H.K. van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland
Indiendatum:
aug. 2012
Antwoorddatum: 20 aug. 2012
Klik hier voor de antwoorden.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen provinciaal baggerbeleid
Lees verderSchriftelijke vragen geplande uitbreiding megastal Bergambacht
Lees verder