Schrif­te­lijke vragen provin­ciaal bagger­beleid

Indiendatum: aug. 2012

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 12 augustus 2012
Onderwerp : Schriftelijke vragen provinciaal baggerbeleid

Toelichting

De provincie Zuid-Holland is als vaarwegbeheerder verantwoordelijk voor een vlotte en veilige doorvaart op haar vaarwegen. Daarom baggert de provincie haar vaarwegen om voldoende diepte te behouden. Hierbij wordt samengewerkt met de waterschappen. De aangroei van bagger, een mengeling van plantenresten en bezonken slib, is een natuurlijk proces. Daarom is het vanzelfsprekend dat het baggeren ingrijpende gevolgen voor de natuur en de daarin levende dieren kent. Voor de dieren die in en om het water leven betekent dit waterbeheer in veel gevallen een levensbedreigende ingreep. Vogels verliezen nesten, eieren en beschutting langs de kanten. Vissen en amfibieën verliezen hetzelfde in het water en de bodem. Daarnaast zijn er veel dieren die het leven laten, hetzij in het water hetzij verwond of verstikt in de bagger op de kant. Onderzoek is nodig om te bepalen welke aantallen dieren sterven bij de verschillende methoden en hoe dit voorkomen kan worden.

Op de provinciale internetpagina staan de gevolgen beschreven van baggeren voor de “Scheepvaart” en voor “Eigenaren (woon)boten”. Bij deze opsomming ontbreken de gevolgen voor dieren. Baggeren is een verstoring van het ecologisch evenwicht gedurende korte of langere tijd. Om te bepalen hoe groot deze verstoring is, is het van belang te weten welke soorten in het watersysteem aanwezig zijn. In de gedragscode voor waterschappen is een voorwaarde opgenomen dat waterschappen die gaan baggeren inzicht hebben in het voorkomen van planten en dieren in hun gebied. De nadruk ligt hierbij natuurlijk op de beschermde en strikt beschermde soorten, tabel 1,2 en 3 van de gedragscode. Er kan vervolgens gekozen worden voor ecologisch baggeren, d.w.z. baggeren met oog voor de aanwezige flora en fauna.

De overheid richt zich in deze op de gedragscode Flora- en faunawet. De Gedragscode is bedoeld om, met name betrekkelijke zeldzame en zeldzame soorten, te beschermen. In feite geeft de Gedragscode een schijnbare bescherming, door in dat geval 25% van de watergang dan niet te baggeren. Hierdoor wordt de populatie weliswaar beschermd, maar sterven vele dieren, die door de lage temperatuur het baggerwerktuig niet kunnen ontwijken. De gedragscode stelt: “[er] kan slechts gebaggerd worden tussen 1 juni en 15 juli en na het intreden van de winterrust (tussen 1 november en 15 maart), mits de werkzaamheden op kleinere schaal gefaseerd plaatsvinden. Dat wil zeggen als ook lokaal zo veel leefgebied wordt gespaard (minimaal 25%), als nodig is om de functies van het leefgebied van te beschermen soort(en) te kunnen behouden. Door fijnmaziger te werken kunnen te beschermen soorten vluchten, dan wel de gebaggerde delen opnieuw bevolken.” (1)

(1) Gedragscode Flora en Fauna: http://www.kcwaterbodem.nl/page.php?73

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

Vragen:

1. Bent u met ons van mening dat baggeren ingrijpende gevolgen heeft voor (de leefomgeving van) dieren die leven in en rondom de watergang? Zo nee, waarom niet?
2. Bent u bereid om als kaderstelling het baggeren enkel uit te laten voeren volgens de principes van het ecologisch baggeren en op welke schaal gebeurt dit al? Zo nee, waarom niet?
3. Hoe waarborgt Zuid-Holland in zijn algemeenheid dat de provincie zelf, resp. uitvoerders van baggerwerkzaamheden in opdracht van de provincie, zich aan de gedragscode houden? Kunt u dit nader toelichten?
4. Alle vissen en amfibieën zijn bij lage temperatuur in winterrust uiterst inactief en worden door baggerwerkzaamheden met de dood bedreigd. Bent u bereid af te zien van baggeren bij een watertemperatuur lager dan 10 C.? Zo nee, waarom niet?

A.H.K. van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland