Schrif­te­lijke vragen Hoog­heem­raad­schap van Delfland


Indiendatum: apr. 2012

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 3 april 2012
Onderwerp : Schriftelijke vragen Hoogheemraadschap van Delfland


Toelichting

De provincie is verantwoordelijk voor de vertaling van het (inter)nationaal beleidskader naar een regionaal beleidskader. De waterschappen zijn de beheerders van de regionale watersystemen en zijn verantwoordelijk voor het operationeel regionaal waterbeheer. Op grond van (inter)nationale en provinciale kaders stellen de waterschappen operationele doelen vast en bepalen zij op welke wijze deze worden uitgevoerd.

De taakverdeling tussen de provincie en de waterschappen kan op hoofdlijnen als volgt worden samengevat: de vraag ‘wat’ wordt in het provinciaal waterplan beantwoord, terwijl de vraag ‘hoe’ in het waterbeheerplan van de waterschappen wordt beantwoord.

Tenslotte houdt de provincie, op grond van de Nota Toezicht Waterschappen, toezicht op de financiële positie van de waterschappen.
Voorbeelden van deze vorm van toezicht zijn:
- toezicht op het financieel beleid;
- toezicht op de jaarstukken;
- toezicht op de naleving van de Wet financiering decentrale overheden;
- goedkeuringsbevoegdheid bij de kostentoedelingsverordening;
- archieftoezicht.

De provincie Zuid-Holland komt alleen tussenbeide als taken van de waterschappen niet volgens de wettelijke vereisten worden uitgevoerd. In die gevallen heeft de provincie Zuid-Holland slechts een beperkt aantal generieke instrumenten ter beschikking: schorsen, vernietigen of indeplaatstreding.

In 2009 sloot de jaarrekening van Hoogheemraadschap van Delfland met een nadelig resultaat van bijna € 58 miljoen (30% is eenmalig, de rest is structureel) en in 2010 met € 45,7 miljoen .

Toelichting vraag 6
Volgens de KaderRichtlijn Water moeten oppervlaktewaterlichamen in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand verkeren. In het Hoogheemraadschap Delfland is in 2011 besloten om het halen van deze doelen uit te stellen tot 2027. Het inspanningsverplichte deel is eveneens komen te vervallen. De oorzaak van het uitstel is volgens onze informatie tweeledig; enerzijds omdat Delfland in een slechte financiële positie verkeert en anderzijds omdat er andere verplichtingen ondermeer het op orde brengen van de zwemwaterkwaliteit. Inmiddels is vastgesteld dat -betreffende enkele zwemwateren- het Hoogheemraadschap onmogelijk de waterkwaliteit aan de gestelde eisen kan laten voldoen. Dit wordt volgens onze informatie voor een groot deel veroorzaakt door meststoffen uit de bodem en het ontbreken van flankerend gemeentelijk beleid.

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.


Vragen:

1. Kerntaken van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn schoon en voldoende water, stevige dijken en gezuiverd afvalwater. Bent u van mening dat het waterschap Delfland, gezien haar slechte financiële situatie al haar kerntaken naar behoren kan uitvoeren? Zo ja, waarop baseert u zich?

2. In de Nota toezicht op waterschappen omschrijft u toezicht als: “Toezicht is daarbij het bevoegd verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren”. Wat kan, mag en wilt u doen (en op welke termijn) - of heeft u gedaan - met de slechte financiële situatie van het Hoogheemraadschap van Delfland?

3. Denkt u dat – gezien de financiële situatie- het Hoogheemraadschap van Delfland in haar gebied kan voldoen aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water? Zo nee, welke actie gaat u ondernemen?

4. Huidige inzichten zijn dat het investeringsniveau van Delfland fors achterloopt op de oorspronkelijke planvorming. Bent u van mening dat het Hoogheemraadschap van Delfland de doelen van zijn waterbeheerplan kan nakomen? Zo ja, waarop baseert u zich? Zo nee, welke actie gaat u ondernemen?

5. Bij welke taken en activiteiten wordt – gezien de beperkte financiën- de prioriteit gelegd en waarom? Wat vindt u hiervan?

6. Bent u bereid om in verband met de hoge kosten met de waterschappen te overleggen om de aanwijzing van de huidige zwemwateren te heroverwegen? Zo nee, waarom niet en welke maatregelen gaat u dan nemen?”

7. Eén van de oorzaken van een slechte waterkwaliteit is het meststoffenbeleid. Overmatig gebruik van mest - zowel dierlijke mest als kunstmest - zorgt echter voor te veel stikstof en fosfaat in vaarten, sloten en grondwater. Dit kost waterschappen veel extra werk en geld. Het Ministerie van EL&I is verantwoordelijk voor dit beleid. Bent u bereid om het ministerie hier op aan te spreken om maatregelen te nemen tegen overmatig gebruik van mest? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet?

8. Bent u met ons van mening dat het principe van ’De vervuiler betaalt’ moet worden gehanteerd? Zo nee, waarom niet?


A.H.K. van Viegen


Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland

Indiendatum: apr. 2012
Antwoorddatum: 4 apr. 2012

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen nieuwvestiging melkveehouderij Strypse Wetering

Lees verder

Schriftelijke vragen kindermisbruik in jeugdzorg

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer