Schriftelijke vragen kreekherstel Strypse Wetering
Indiendatum: nov. 2010
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 22 november 2010
Onderwerp : Schriftelijke vragen kreekherstel Strypse Wetering
Toelichting
De Strypse Wetering is een restant van een oude kreek die een ecologische verbindingszone vormt tussen de duinen en het Brielse Meer en heeft de potentie uit te groeien tot een gebied met een grote diversiteit aan flora en fauna. In het project kreekherstel Strypse Wetering is waterberging (uiteindelijk 180.000 m3) gecombineerd met het herstellen van de ecologie in het gebied. Het biedt waterberging, nieuwe natuur en recreatie. Het gebied heeft een oppervlakte van 60 hectare.
Achtergrond
Het klimaat in Nederland verandert. Hevige regenbuien komen steeds vaker voor. Om wateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen, zocht het waterschap Hollandse Delta (toen nog: waterschap De Brielse Dijkring) naar plekken in Zuid-Holland Zuid waar dat extra regenwater tijdelijk kon worden opgeslagen. Eén van die plekken was de Strypse Wetering. De Strypse Wetering is laag gelegen en is daardoor zeer geschikt voor het aanleggen van waterberging. Door water te bergen in de Strypse Wetering kan wateroverlast door klimaatverandering in de polder Strype en in de omliggende polders worden bestreden.
Het project
Het initiatief voor het project kreekherstel Strypse Wetering was in 2003 genomen door waterschap Hollandse Delta. In het project heeft het waterschap Hollandse Delta samengewerkt met de provincie Zuid-Holland, Deltanatuur, gemeente Westvoorne, Stadsregio Rotterdam en LTO Noord. In februari 2004 ondertekenden de Land- en Tuinbouworganisatie LTO Noord, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Westvoorne een intentieverklaring waarmee ze het project steunden. Voor de begeleiding van het project was zowel een projectgroep als een stuurgroep aangesteld. In beide nam de provincie Zuid-Holland deel.
Doel van het project
Het project Kreekherstel Strypse Wetering had als doel het realiseren van minimaal 110.000 m3 waterberging, het inrichten circa 35 hectare van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur, het ontwikkelen en bevorderen van recreatief medegebruik en het behoud van de agrarische sector door een zo optimaal mogelijke verkaveling in de polder Strype.
Het ging dus om een combinatie van waterberging en natuurbeheer. De grond hield een agrarische bestemming, maar kreeg als nevenfunctie natuur. De grond werd hiertoe eerst verworven door het waterschap en vervolgens via kavelruil aan de gebruikers overgedragen.
Stichting Kavelruil
In 2004 is de inventarisatie naar mogelijkheden van tot en/of aankoop van grond voor de waterberging uitgevoerd. De Stichting Kavelruil Zuid-Holland had de opdracht gekregen dit proces uit te voeren. In 2005 is de Stichting Kavelruil hiermee begonnen.
De aanpak van de Stichtíng Kavelruil Zuid-Holland was er op gericht om als vervolg op de gehouden inventarisatie vrijwillige kavelruilen te initiëren, te begeleiden en op te zetten. Enkele voor het project strategisch gelegen percelen konden direct verworven worden. Voor andere percelen was het proces van kavelruil ingezet. Het totale project was opgedeeld in 5 deeltrajecten (zie bijlage 1).
Noordermeer
Eén van de bedrijven waarvoor het proces van kavelruil werd ingezet, was het veehouderijbedrijf van de heer Noordermeer aan de Verlengde Lodderlandsedijk 5. Zijn bedrijf lag voor meer dan 50% in het deeltraject 3-gebied. Uit verslaglegging van het Waterschap Hollandse Delta bleek dat de onderhandelingen met de heer Noordermeer niet naar wens waren verlopen.
Kort toegelicht was er een aangeboden boerderij die door de heer Noordermeer niet geaccepteerd werd. Vervolgens werd deze de locatie aan een ander vergeven. De heer Noordermeer ontving hiervoor schadeloossteling van waterschap Hollandse Delta. Na diverse onderhandelingen die op niets uitliepen, heeft uiteindelijk het waterschap Hollandse Delta de gemeente Westvoorne verzocht een nieuwe bedrijfsvestiging mogelijk te maken aan de Lodderlandsedijk (zie bijlage 2). Uit een rekenmodel blijkt tevens dat het bedrijf van de heer Noordermeer met zijn huidige omvang van 27 melkkoeien en verkaveling niet levensvatbaar is. De nieuwe bedrijfsvestiging aan de Lodderlandsedijk zal 70 melkkoeien omvatten.
De nieuwvestiging van heer Noordermeer is het gevolg van een verplaatsing van een bestaand bedrijf dat grond inleverde ten behoeve van het project kreekherstel Strypse Wetering.

Als een bedrijf moet verdwijnen voor het algemeen belang, dan berust de vergoeding in principe op de waarde van het bedrijf zoals dat is aangetroffen. In het huidige voorstel krijgt de heer Noordemeer een bedrijf dat circa 3 keer zo groot is. Daarnaast zijn de gronden van de heer Noordermeer aangekocht tegen een marktwaarde van € 4,50 m2 en heeft de heer Noordermeer de nieuwe grond in Strype van het waterschap kunnen aankopen voor het symbolische bedrag van € 0,24 m2.
Wetgeving
Op veehouderijbedrijven gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur en ecologische verbindings-zones (EVZ) of binnen een zone van 250 meter daaromheen is de Natuurbeschermingswet van toepassing. Kernbepaling is dat nieuwe vestiging van veehouderijbedrijven binnen die zone verboden is.
De nieuwvestiging van het veeteeltbedrijf van de heer Noordermeer staat volgens onze informatie gepland binnen een zone van 250 meter tot een ecologische verbindingszone (zie bijlage 2, 3 en 4) en valt in een N(a)-gebied. Dit betekent een aantasting van de ecologische verbindingszone en is het in strijd met provinciale -, landelijke - en Europese regelgeving.
Vragen
Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen:
1) Is het juist dat de bovengenoemde nieuwvestiging van het veeteeltbedrijf van de heer Noordermeer gepland is binnen een zone van 250 meter tot een ecologische verbindingszone en in een N(a)-gebied valt?
2) Zo ja, bent u het met onze fractie eens dat de ecologische verbindingszone in deze casus volledig wordt wegbestemd om de nieuwvestiging van de heer Noordermeer mogelijk te maken? Zo ja, welke maatregelen kan en wilt u gaan nemen? Zo nee, waarom niet?
Toelichting vraag 3
U heeft in 2004 een intentieverklaring getekend waarmee u het project kreekherstel de Strypse Wetering ondersteunde. In deze intentieverklaring staat ondermeer:
“De provincie Zuid-Holland zal met het haar ter beschikking staande instrumentarium het project ondersteunen voor zover het project in lijn ligt met provinciaal beleid en kan worden ingestemd met het definitieve inrichtingsvoorstel. Dit instrumentarium bestaat uit:
- de wettelijke taken en bevoegdheden rondom streek-, structuur- en bestemmingsplannen;
- subsidiemogelijkheden zoals bijvoorbeeld in het kader van de realisatie van de ecologische verbindingen.”
Volgens het bestemmingsplan uit 2003 was de grond aan de Lodderlandsedijk bestemd als agrarisch met landschappelijke waarden A(l) waarop conform de bestemmingsplanvoorschriften de afgelopen 30 jaar geen vestiging van nieuwe bedrijven mogelijk was. In 2007 is het nieuwe bestemmingsplan Landelijk Gebied Westvoorne vastgesteld waarbij de grond waar mogelijk de heer Noordermeer zich gaat vestigen, is gewijzigd in natuur met agrarisch medegebruik –N(a)- (zie bijlage 3).
Dit is een verzwaring van de A(l) bestemming. Bij een N(a) bestemming zijn volgens de voorschriften nieuwe gebouwen niet toegestaan en is het agrarisch medegebruik aan beperkingen onderhevig. De eerste doelstelling is immers natuur. In het vigerende bestemmingsplan is de EZH dus vastgelegd. De vestiging van een sterk vergrote nieuwe veehouderij vergroot de stikstofdepositie in het N(a)-gebied. Dit is schadelijk voor de beoogde vorming van nieuwe natuur.
In december 2009 is na uitspraak van de Raad van State het bestemmingsplan onherroepelijk geworden.
3) Op 29 januari 2008 heeft u op basis van artikel 28 Wro gedeeltelijke goedkeuring gegeven aan het bestemmingsplan ‘landelijk gebied Westvoorne’, terwijl er 75 personen bedenkingen over dit plan bij u hebben ingediend . Wat is de reden geweest dat u toch goedkeuring heeft gegeven?
4) Wat vindt u van de ‘subsidiëring’ aan de heer Noordermeer die zijn grond verkocht heeft voor € 4,50 m2 en nieuwe grond heeft aangekocht voor € 0,24 m2, aangezien het zeer ongebruikelijk is dat door de overheid aangekochte gronden –bestemd voor nieuwe natuur- weer worden doorverkocht?
5) Is de stelling van de gemeente Westvoorne juist “dat uit contacten met de provincie is gebleken dat de ecologische zone geen belemmeringen vormt voor de bedrijfsverplaatsing”?
Toelichting vraag 6, 7 en 8
Naast de voornemens van schaalvergroting van het veeteeltbedrijf van de heer Noordermeer staat volgens onze informatie nog een aanzienlijke schaalvergroting gepland van een veehouderij in Westvoorne gelegen binnen 2000 m. van het Natura 2000-gebied Voorne’s Duin. Voor een dergelijke uitbreiding dient de provincie een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet af te geven. Mogelijkerwijs ook een verklaring van geen bedenkingen voor de omgevingsvergunning, maar deze kan achterwege blijven als er al een Natuurbeschermingswet-vergunning is aangevraagd of afgegeven.
6) Is het juist dat deze aanzienlijke uitbreiding van bedoelde veehouderij gepland staat?
7) Wat is uw mening over deze nieuwe schaalvergroting nabij een natuurgebied?
8) Is er een vergunning krachtens de Nb wet aangevraagd?
8a. Zo ja, gaat u een dergelijke vergunning afgeven, dan wel heeft u deze reeds afgegeven en wat zijn uw argumenten om nabij een Natura 2000 gebied als het toch al door stikstofdepositie zwaarbelaste Voorne’s Duin vergunning af te geven?
8b. Zo nee, is er een verklaring van geen bedenkingen afgegeven voor de omgevingsvergunning? Zo ja, wat zijn uw argumenten daarvoor?
A.H.K. van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland
1 Zie uw brief met uw kenmerk PZH-2008-28395.
Indiendatum:
nov. 2010
Antwoorddatum: 22 nov. 2010
Klik hier voor de antwoorden.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen relatie dierenmishandeling en huiselijk geweld
Lees verderSchriftelijke vragen ontheffing aalscholvers
Lees verder