Schrif­te­lijke vragen mest­ver­gisters


Indiendatum: okt. 2015

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Datum : 30 september 2015

Onderwerp : Schriftelijke vragen mestvergisters

__________________________________________________________________________

Toelichting

Het College van Gedeputeerde Staten heeft in haar Nota intensivering energiebeleid d.d. 3 december 2013 aangegeven te willen inzetten op ‘groen gas’, onder meer via mestvergisting. In de Nota staat o.a. het volgende.

“Groen gas is tot Nederlandse aardgaskwaliteit opgewerkt biogas. Dit is afkomstig van vergisting van regionale biomassastromen (mest en GFT) en uit AWZI's en stortplaatsen.

Biogas wordt verkregen door vergisting van natte en droge biomassa(rest)stromen als mest, rioolslib, groenafval en snoeihout. Het is de verwachting dat biogas tot 2020 kan verdriedubbelen tot 1,7 PJ. Volledig op regionale biomassa gestookte centrales (elektriciteit of WKK), ketels en houtkachels kunnen 1,7 PJ leveren in 2020 ten opzichte van 1 PJ in 2011.”

Staatssecretaris Dijksma (EZ) heeft op verzoek van de Tweede Kamer een evaluatie uitgevoerd naar het nut en de risico's van mestvergisting, een rapport getiteld:"Nut en risico's van covergisting".

Uit dit rapport blijkt onder andere het volgende:

Betreffende kosteneffectiviteit: “In 2011 was de kostprijs van elektriciteit uit biogas gemiddeld 19 eurocent per kWh, terwijl de prijs van elektriciteit op de elektriciteitsmarkt 5 eurocent per kWh was. De productie van elektriciteit uit biogas is economisch niet rendabel zonder subsidie en zonder de benutting (verwaarding) van de restwarmte en het digestaat. Verkoop van stroom levert 35% en subsidie 63% van de totale inkomsten van een gemiddelde vergistingsinstallatie (Peene et al., 2011)”… “Het economische vooruitzicht van veel vergistingsinstallaties is niet rooskleurig” (Pag. 27&28).
Betreffende doelstellingen aandeel hernieuwbare energie in bruto energie eindverbruik in 2020: "De bijdrage van biogas uit covergisting aan het realiseren van deze doelstellingen is er, maar deze is beperkt” (Pag. 30).
Betreffende veiligheid en naleving regels: “Het aantal gesignaleerde overtredingen voor het gebruik van niet-aangewezen covergistingsmaterialen is relatief groot. De milieubelasting door het gebruik van niet-aangewezen covergistingsmaterialen is echter niet bekend” (pag. 40).
“In 2013 bij bijna 30 procent van de gecontroleerde 49 covergistingsinstallaties”(Pag. 48).

Extra veiligheidsprocedures zijn nodig bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, omdat dan relatief veel incidenten plaatsvinden (Pag. 42).
“Aanbevolen wordt om de ervaringen in ons omringende landen met betrekking tot de analyse van het digestaat te evalueren, opdat een beter besluit kan worden genomen over de wenselijkheid om ook in Nederland de samenstelling van het digestaat te analyseren om milieurisico's door het gebruik van covergistingsmaterialen te beperken.” (pag. 40).

Toelichting vraag 9:

Volgens een rapport van universiteit Wageningen[1] verhoogt de Intensieve veehouderij in Nederland de vraag naar geïmporteerde soja en andere veevoeder-gewassen. Conclusie hieruit is volgens het onderzoek dat “De verbouw en het wereldwijde transport van deze producten weegt op de energie- en mineraalbalans van co-vergisting in Nederland en zou meegerekend moeten worden.”

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

Vragen

1. Is het juist dat de energievoorziening via mestvergisting meer energie kost dan dat het oplevert? Indien dit juist is, wat vindt u hiervan in het kader van duurzame energievoorziening?
2. Deelt u de conclusie van het voornoemde rapport dat "elektriciteit uit biogas is economisch niet rendabel"? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen na aanleiding van deze conclusie?
3. In de nota ‘Intensivering energiebeleid’ d.d. 3 december 2013 is de beleidslijn aangegeven dat de provincie onder andere via mestvergisting ‘groen gas’ wil gaan stimuleren als vorm van duurzame energievoorziening. Bent u nog steeds deze mening toegedaan of is uw mening inmiddels bijgesteld? Zo nee, waarom ziet u hiertoe geen aanleiding? Zo ja, wat is uw huidige standpunt m.b.t. mestvergisters?
4. Bent u het met onze fractie eens dat ongevallen in of bij mestvergistingsinstallaties meer nauwkeurig dienen te worden vastgelegd door het bevoegd gezag, teneinde milieuschade te voorkomen en de veiligheid voor mens en dier te waarborgen? Zo ja, op welke manier gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
5. Bent u bereid om bij ongevallen in of bij mestvergistingsinstallaties onderzoek te laten uitvoeren naar de oorzaak van het ongeval zodat dit kan worden gebruikt voor nader onderzoek naar ongevallen bij mestvergistingsinstallaties in Nederland? Zo ja, bent u dan bereid om deze gegevens te publiceren? Zo nee, waarom niet?
6. Hoe hoog is volgens u de milieubelasting door het gebruik van mestvergisters en hoe schadelijk is die voor mens en dier en ons milieu? Hoe hebt u dit vastgesteld? Indien u dit niet kunt vaststellen, gaat u dit alsnog doen? Zo nee, waarom niet?
7. Bent u het met ons eens dat de milieubelasting door het gebruik van niet-aangewezen covergistingsmaterialen beter bekend zou moeten zijn?
8. Bent u bereid om er bij de staatssecretaris op aan te dringen om de milieubelasting door het gebruik van niet-aangewezen covergistingsmaterialen te laten onderzoeken?
9. Bent u het met ons eens dat de efficiëntie van co-vergisting mede rekening moet worden gehouden met de gevolgen van verbouw en transport van veevoedergewassen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie gaat u verbinden aan deze conclusie?

B. Canton

Statenlid Partij voor de Dieren

[1] http://edepot.wur.nl/177079

Indiendatum: okt. 2015
Antwoorddatum: 11 nov. 2015

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen zorg om vluchtelingen

Lees verder

Schriftelijke vragen netwerkbijeenkomst oogsten uit de natuur door provincie Zuid-Holland en Jagersvereniging

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer