schrif­te­lijke vragen natuur­com­pen­satie


Indiendatum: apr. 2010

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 21 april 2010
Onderwerp : Schriftelijke vragen compensatie natuurgebieden


Toelichting

Veel natuurgebieden zijn in de loop van de jaren verdwenen voor woningen, bedrijven en wegen. Dat was helaas nodig om aan de behoeften van de sterk groeiende bevolking te voldoen. Met het verlies van natuur verdwenen ook schakels in de samenhangende structuur van natuurgebieden die noodzakelijk is voor het voortbestaan van veel planten en dieren.

Op de site van de provincie Zuid-Holland wordt gesteld dat de provincie zo veel mogelijk verloren natuurgebieden met de aanleg van nieuwe natuur wil compenseren. Zo creëert zij volgens haar een gezonde ecologische samenhang, in structuur en naar verscheidenheid in soorten.

Compensatieplicht
De compensatieplicht houdt in dat bij een ingreep in een bos- of natuurgebied, dat deel uitmaakt van de EHS, de aantasting moet worden gecompenseerd. Zowel in het bestemmingsplan, maar ook door aanplant in het veld. De initiatiefnemer van de plannen en de betreffende gemeente zijn voor beide verantwoordelijk. De compensatie van natuur moet gelijktijdig met de ingreep worden geregeld. Gemeenten moeten hierbij de compensatierichtlijnen van de provincies hanteren.

Wanneer een ingreep in de beschermde natuurgebieden van de Ruimtelijke Hoofdstructuur onvermijdelijk is en nadelige effecten niet voldoende gemitigeerd kunnen worden, is natuurcompensatie noodzakelijk (“nee,tenzij-afweging”). Het compensatiebeleid is geïntroduceerd in 1995. Daarom hebben Rijk en provincies in het document ‘Spelregels EHS’ een nadere invulling gegeven van het beleid (LNV, VROM & provincies, 2007).
Op dit moment ontbreekt een provinciaal en landelijk beeld van ingrepen waarbij een dergelijke afweging gemaakt is en waarbij natuur moet worden gecompenseerd (Algemene Rekenkamer, 2007). Ook ontbreekt het aan een provinciaal en landelijk overzicht van realisatie van voorgenomen natuurcompensatie. In 2007 hebben de Algemene Rekenkamer en de VROM-Inspectie casestudies verricht naar natuurcompensatie. De Rekenkamer en de VROM-Inspectie kwamen op basis van onderzochte cases tot de conclusie dat in de onderzochte projecten het compensatiebeginsel slechts gedeeltelijk was nageleefd. In de studie van de Rekenkamer bleek dat bij geen van de onderzochte projecten de natuurschade was beperkt of verzacht, iets waartoe degene die het initiatief neemt tot een ingreep op grond van het compensatiebeginsel wel verplicht was. Daarnaast bleken bij de uitvoering van de compensatie waarborgen te ontbreken voor het bereiken van kwalitatief gelijkwaardige natuur, waardoor de doelstelling van de instandhouding van de EHS hierdoor mogelijk in gevaar komt. Met toepassing van de recente ‘Spelregels EHS’ zou bescherming van de EHS moeten verbeteren. Volgens het onderzoek van de VROM-Inspectie zouden de verantwoordelijke ministers en het IPO samen de problematiek volledig in kaart gaan brengen om vervolgens de knelpunten op te lossen en de geconstateerde tekortkomingen uit het onderzoek zo spoedig mogelijk aan te pakken.
De Algemene Rekenkamer constateert bovendien dat grote landelijke projecten zoals de aanleg van de tweede Maasvlakte wel compensatieplannen kennen. Voor landelijke projecten bestaan, in uitzonderingsgevallen, ook mogelijkheden tot financiële compensatie door storting in het Nationale Groenfonds. Maar van de rijksmiddelen in dat fonds (ruim € 42 miljoen per 31 december 2006) is nog geen 10% onttrokken voor daadwerkelijke fysieke compensatie.


Vragen

Aan de hand van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

1. Kent u het bericht “compensatie ingrepen in natuurgebieden onvoldoende”?

2. De Provincie Zuid-Holland hanteert een compensatiebeginsel voor natuurschade veroorzaakt door ingrepen . Dit compensatiebeginsel moet voorkomen dat natuur bij het ontplooien van diverse activiteiten in het landelijke gebied er ‘per saldo’ op achteruit gaat. Kunt u toelichten op welke wijze en in hoeverre de provincie Zuid-Holland dit compensatiebeginsel van natuurschade naleeft? Zo nee, waarom niet?

3. Hoe beoordeelt u, nader toegelicht, het toegepaste huidige compensatiebeginsel in de provincie Zuid-Holland?

4. Het IPO en de verantwoordelijke ministers zouden samen de problematiek volledig in kaart gaan brengen om vervolgens de knelpunten op te lossen en de geconstateerde tekortkomingen uit het onderzoek zo spoedig mogelijk aan te pakken. Kunt u zo specifiek mogelijk aangeven wat de huidige stand van zaken is?

5. Kunt u zo nauwkeurig mogelijk inzicht geven waar er sprake is van opgeofferde natuur en waar er sprake is van natuurcompensatie in Zuid-Holland (als het mogelijk is in aantallen ha)?

6. Kunt u aangeven waar toch weer gebouwd is/wordt in natuurcompensatiegebieden en waar in dit geval weer natuurcompensatie elders plaats vindt?


A.H.K. van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland

Indiendatum: apr. 2010
Antwoorddatum: 13 mei 2010

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen registratie en maatregelen dode en gewonde dieren langs provinciale wegen

Lees verder

Schriftelijke vragen compensatie natuurgebieden

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer