Schrif­te­lijke vragen ontheffing doden vos in verband met schade door eten van wortels


Indiendatum: sep. 2015

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Datum : 2 september 2015

Onderwerp : Schriftelijke vragen ontheffing doden vos in verband met schade door eten van

wortels

Toelichting

Vossen in Noordwijkerhout zijn hun leven niet meer zeker nu er een vergunning is afgegeven voor nachtelijke jachtpartijen. De vossen zouden zich namelijk tegoed doen aan worteltjes!

Op 27 juli 2015 is een ontheffing verleend (ODH-2015-00653413) om vossen te doden met geweer en kunstlicht omdat vossen schade zouden toebrengen aan gewassen (wortels). Deze ontheffing is geldig tot 1 januari 2020, jaarlijks in de periode van 1 mei tot en met 31 december.

Het lijkt de Partij voor de Dieren heel erg ongeloofwaardig dat, zoals in de wet is bepaald, er hier sprake is van belangrijke schade aan wortels veroorzaakt door vossen en dat er geen andere bevredigende oplossing is. Een vos is bij uitstek een vleeseter (kleine knaagdieren) en eet slechts nauwelijks plantaardig voedsel en dan alleen van bessen.

De Flora- en faunawet bepaalt dat de noodzaak voor ontheffingverlening moet worden aangetoond, terwijl dat bij deze ontheffing niet het geval is. Er is geen enkele onderbouwing gegeven. De ontheffing is daarmee in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en naar onze mening in strijd met de Flora en faunawet. Deze ontheffing staat namelijk een afwijking toe van deze wet zonder dat daarvoor de noodzaak is aangetoond.

Kunstlicht

Met deze ontheffing wordt toestemming verleend om gebruik te maken van geweer en kunstlicht. In de Benelux-Overeenkomst is in artikel 4 een expliciet verbod opgenomen voor de jacht met het geweer in de periode van een uur na de officiële zonsondergang tot een uur voor de officiële zonsopkomst. In recente jurisprudentie is inmiddels heel duidelijk aangegeven dat in deze overeenkomst onder ‘jagen’ ook het gebruik van het geweer in het kader van beheer en schadebestrijding moet worden verstaan. In de toelichting op artikel 4 wordt aangegeven dat het met het oog op de bescherming van het wild nodig is dat de jacht alleen geschiedt wanneer er voldoende daglicht is, dat wil zeggen gedurende de dag en de korte overgang van dag naar nacht en omgekeerd. Het gebruik van het geweer tijdens de nachtelijke uren veroorzaakt niet alleen zeer veel verstoring voor alle aanwezige dieren, de kans op verwonden van dieren is ‘s nachts ook groter, waarna het opzoeken van deze dieren om hen uit hun lijden te verlossen vrijwel onmogelijk is. Ten slotte is de controle op het juiste gebruik van het geweer tijdens de nachtelijke uren niet of nauwelijks mogelijk. Dat zijn allemaal belangrijke redenen om geen toestemming te verlenen voor het gebruik van geweer in combinatie met kunstlicht. Inmiddels heeft het ministerie van Economische Zaken een beroep gedaan op artikel 13 om afwijkingen van de bepaling in de Overeenkomst toe te staan ter voorkoming van schade. Dat betekent dat er slechts zeer terughoudend van deze mogelijkheid gebruik kan worden gemaakt en dat de aanvraag dan zeer gedegen onderbouwd dient te zijn.

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen:

Vragen

1. De ontheffing is verleend vanwege ‘schade aan gewassen, in dit geval wortels’. Een vos is een vleeseter (kleine knaagdieren) en eet in mindere mate plantaardig voedsel (bessen). Op welke wijze hebt u onderzocht dat de vos daadwerkelijk de wortels eet en belangrijke schade toebrengt? Zo ja, op welke wijze en wat was daarvan de uitkomst? Zo nee, waarom niet?
2. Bent u met ons van mening dat het zeer ongeloofwaardig is dat vossen belangrijke schade toebrengen aan wortels? Zo nee, kunt u beargumenteren waarom u van mening ben dat dit niet het geval is?
3. Waarom is er niet gekozen voor bijvoorbeeld verjaging, verstoring, vangen/verdoven en ergens anders uitzetten) Is er hier gekozen voor de meest bevredigende oplossing en het minst schadelijke alternatief? Is afschot in deze echt noodzakelijk ter voorkoming van schade door vossen aan wortels
4. Zijn er in het verleden andere, minder schadelijke alternatieven toegepast, die niet effectief bleken en is hier bewijs van?
5. In het jachtgebied, als omschreven in de ontheffing, bevinden zich vele andere diersoorten. Deze diersoorten ondervinden waarschijnlijk overlast van de afschot van vossen. Wellicht zelfs in een mate dat sprake is van verontrusting dan wel verstoring van de diersoort. Is hier onderzoek naar gedaan? Is er sprake van verontrusting/verstoring van andere diersoorten, zoals vleermuizen, door afschot/gebruik lichtbaak van de vos? Is er in dat geval een ontheffing van art. 10 en 11 van de Flora- en faunawet aangevraagd?
6. Kunt u zo expliciet mogelijk onderbouwen waarom deze ontheffing überhaupt is verleend en welke noodzaak er is om de vos, die toch al vrij bejaagbaar is, ook in de nachtelijke uren te mogen doden?
7. Bent u met ons van mening dat de ontheffing in strijd is met de Flora- en faunawet, omdat de noodzaak voor ontheffingverlening niet is aangetoond? Zo nee, kunt u toelichten waaruit die noodzaak bestaat?
8. Kunt u aangeven hoe groot de belangrijke schade aan de wortels is en op welke wijze is vastgesteld dat dit door vossen is veroorzaakt?
9. Waarom hebt u de ontheffing gelijk verleend voor ruim vier jaar?
10. Bent u bereid deze ontheffing per direct in te trekken? Zo nee, waarom niet?

A.H.K. van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Provinciale Staten Zuid-Holland

Indiendatum: sep. 2015
Antwoorddatum: 2 sep. 2015

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Aanvullende vragen schriftelijke vragen 13 augustus 2015 ontheffingverlening en mishandeling ganzen door jagers

Lees verder

Schriftelijke vragen zorg om vluchtelingen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer