Schrif­te­lijke vragen toestemming Gede­pu­teerde Staten voor dieren­mis­han­deling in Zuid-Holland


Indiendatum: jun. 2014

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten

Datum : 15 juni 2014

Onderwerp : Schriftelijke vragen toestemming Gedeputeerde Staten voor dierenmishandeling

in Zuid-Holland: gruwelijke dood ganzen

Toelichting

Op 28 mei 2014 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid Holland een ontheffing verleend aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (FBE) voor het onbeperkt vangen, vervoeren en doden door middel van cervicale dislocatie (het omdraaien van de nek) van grauwe ganzen, kolganzen, brandganzen en Canadese ganzen (ODH-2014-00173307). De ontheffing is geldig in de hele provincie Zuid-Holland tot en met 31 oktober 2015.

Belangrijke schade

In de ontheffing wordt aangegeven dat deze als aanvulling moet worden beschouwd op eerder verleende ontheffingen voor het doden van de genoemde ganzen met het geweer. Door de aanvrager (FBE) wordt gesteld dat het gebruik van het geweer op sommige locaties niet mogelijk is. Daarbij gaat het om bebouwde kommen, nabij wegen, tussen kassen en in natuurgebieden. In die gevallen is het de bedoeling om de vogels tijdens de rui te vangen en vervolgens te doden.

Deze ontheffing is verleend op grond van artikel 68, eerste lid onder a, b, c en d. Dat betekent dat de ontheffing is verleend vanwege volksgezondheid en openbare veiligheid, veiligheid van het luchtverkeer, belangrijke schade aan gewassen en schade aan flora en fauna. Geen van deze belangen is in het geding op de locaties waarvoor nu ontheffing is aangevraagd en verleend, te weten bebouwde kommen, nabij wegen, tussen kassen en in natuurgebieden. In het Faunabeheerplan wordt niet onderbouwd dat er op deze locaties sprake is van belangrijke schade of een daadwerkelijk gevaar. Dat betekent dat deze ontheffing niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in de wet, zodat deze ontheffing op deze gronden volgens de fractie van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland nooit had mogen worden verleend.

Methoden en middelen

Met deze ontheffing wordt toestemming verleend om de genoemde ganzensoorten te vangen en ze vervolgens te doden door middel van cervicale dislocatie. Bovendien mogen de ganzen alvorens te worden gedood, over een afstand van maximaal 25 kilometer worden vervoerd.

Deze manier van doden veroorzaakt buitensporig veel leed. Allereerst geeft het vangen van de ganzen veel stress. Het inladen en vervoeren over een afstand van mogelijk zelfs 25 kilometer verlengt deze periode dat de dieren in de hoogste staat van stress verkeren ook nog eens. En ten slotte leidt de manier waarop de dieren worden gedood tot een langzame en zeer pijnlijke dood. Niet voor niets wordt deze manier van doden van ganzen door de Raad voor Dierenaangelegenheden in het rapport Richtsnoer Ganzendoden[1] uit 2012 als niet goed uitvoerbaar afgewezen. In dit rapport staat dat deze methode niet makkelijk uitvoerbaar is en alleen wanneer deze methode technisch goed wordt uitgevoerd, leidt het tot een snelle dood. Op geen enkele manier wordt door de ontheffinghouder de garantie gegeven dat de uitvoerder deze methode technisch goed kan uitvoeren. In het geval van het doden van grote hoeveelheden ganzen zal het onmogelijk zijn om deze garantie te geven en leidt het tot pure marteling!

Op grond van artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is de fractie van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland van mening dat deze ontheffing nooit voor het uitvoeren van deze handelingen had mogen worden verleend.

Naar aanleiding van bovenstaande toelichting wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

Vragen:

Vragen 1 tot en met 8 zijn vragen met betrekking tot schade en veiligheid artikel 68 Flora- en faunawet

Artikel 68

1. Wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, kunnen gedeputeerde staten, voor zover niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, ten aanzien van beschermde inheemse diersoorten, het Faunafonds gehoord, ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9 tot en met 15, 15a, 15b, tweede lid in samenhang met het eerste lid, 16, 17, 18, 53, eerste lid, onderdelen c en d, 72, vijfde lid, en 74:

a. in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid;

b. in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer;

c. ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren;

d. ter voorkoming van schade aan flora en fauna of

e. met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen.

1) In bebouwde kommen, nabij wegen en tussen kassen is er geen sprake van belangrijke schade, noch van een gevaar voor de volksgezondheid of openbare veiligheid. Waarom wordt dan toch voor deze locaties ontheffing verleend?


2) In het Faunabeheerplan wordt niet aangegeven en onderbouwd dat op de genoemde locaties schade is of dat er gevaar zou zijn. Bent u met ons van mening dat dit daarom in strijd is met de geldende regels (artikel 7, 8 en10 Besluit Faunabeheer), er dus sprake is van een niet goedgekeurd Faunabeheerplan en het dus in strijd is met artikel 30 van de Flora- en faunawet? Zo nee, waarom niet?


3) In de ontheffing wordt geen maximaal aantal te doden ganzen genoemd. Wat is de reden dat de FBE van u onbeperkt tot en met 31 oktober 2015 ganzen de nek om mag draaien?


4) Bent u met ons van mening dat ganzen bescherming genieten ingevolge de Flora- en faunawet en dat de provinciale overheid een zorgplicht heeft voor dieren?


5) Waarom kiest u er dan voor om ganzen in Zuid-Holland vogelvrij te verklaren doordat deze dieren onbeperkt letterlijk de nek mag worden omgedraaid?


6) Ook in Natura 2000-gebieden zullen ganzen gevangen gaan worden. In het Faunabeheerplan is geconstateerd dat niet op voorhand duidelijk is of de doelsoorten daardoor benadeeld zullen worden. Dit dient nog middels een toets uitgezocht te worden. Van 4 Natura 2000-gebieden is bekend dat de ganzen tijdens de ruiperiode er niet aanwezig zijn. Hoe kunt u nu een ontheffing voor heel Zuid-Holland verlenen, terwijl er geen natuurtoets heeft plaatsgevonden?


7) Op welke wijze gaat u dit handhaven, zonder dat dat dit ten koste gaat van verstoring van de overige beschermde dieren in die gebieden?


8) Bent u met onze fractie van mening dat deze ontheffing in het geheel niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in de wet, in dit geval artikel 68 van de Flora- en faunawet en het gestelde in het faunabeheerplan, waardoor deze ontheffing op deze grond niet verleend had mogen worden? Zo ja, bent u bereid de ontheffing in te trekken? Zo nee, waarom niet?

Vragen 9 tot en met 11 zijn vragen met betrekking tot artikel 36 Gezondheids- en welzijnswet

Artikel 36, lid 1

Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.

9) Bent u het met onze fractie eens dat doden door middel van cervicale dislocatie buitensporig veel dierenleed veroorzaakt?


10) Cervicale dislocatie wordt zelfs in het rapport Richtsnoer Ganzendoden als niet goed uitvoerbaar afgewezen omdat deze manier van doden leidt tot een langzame en pijnlijke dood. Wat is de reden dat u toch toestemming geeft voor deze ernstige dierenmishandeling?


11) Bent u het met onze fractie eens dat op grond van artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet er sprake is van onnodig leed toebrengen? Zo ja, bent u bereid de ontheffing in te trekken?

Toelichting vraag 12

In het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 staat o.a. het volgende speerpunt vermeld:

“Dierenwelzijn

Wij willen dierenleed voorkomen. Zo gaan we door met activiteiten zoals visvriendelijke gemalen en diervriendelijke oevers. Uit het oogpunt van dierenwelzijn hebben dieren voldoende ruimte nodig.

Om dierenwelzijn te bevorderen gaan wij in overleg met de buurprovincies en natuurbeheerders. De provincie staat alleen jacht toe als dieren aantoonbaar schade aan gewassen of veiligheidsrisico’s veroorzaken en als andere methoden zoals natuurlijke bestrijding, wering of verjaging geen resultaat opleveren. Goede nieuwe diervriendelijke mogelijkheden stimuleren en benutten wij.”

12) Dierenwelzijn is één van de speerpunten van het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015. Het dierenleed is tijdens deze collegeperiode alleen maar toegenomen. Gaat dit college nu werkelijk nog wat doen om een einde te maken aan de massale slachting onder dieren in Zuid-Holland of blijft het alleen bij woorden?

[1] http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/12/17/richtsnoer-ganzendoden.html

A.H.K. van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Provinciale Staten Zuid-Holland

Indiendatum: jun. 2014
Antwoorddatum: 11 sep. 2014

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen ontheffing afschot reeen

Lees verder

Schriftelijke vragen geplande intensieve veehouderij Kruisweg Kaag en Braassem

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer