Tech­nische vragen Duiven­voorde Corridor en 28 ha extra groen


Indiendatum: mei 2016

Technische vragen

Datum : 8 mei 2016

Onderwerp : Technische vragen Duivenvoorde Corridor en 28 ha extra groen

__________________________________________________________________________

Toelichting

Naar aanleiding van de brief van gedeuputeerde Bom-Lenstra over de invulling van de realisatie van de groene bufferzone Duivenvoordecorridor, d.d. 20 napril 2016, en de bespreking van de Duivenvoordecorridor op 11 mei a.s. wil de Partij voor de Dieren ter voorbereiding op deze bespreking de volgende technische vragen aan u voorleggen.

Vragen

1) Op welke wijzeblijft de 28 ha extra groen in de Duivenvoorde corridor geborgd door de provinciale overheid?

2) Is het groen, gerealiseerd door woningbouw, een aanvulling op de minimaal 28 ha groen die is aangegeven als groene bufferzone, en dragen particuliere tuinen dus niet bij aan de Rijksbufferzone Den Haag, Leiden, Zoetermeer nagestreefde ruimtelijke kwaliteit? En blijft dit publieke belang geregeld door de overheid?

3) Worden de toegangswegen, parkeerplaatsen, opritten, garages en schuren, terrassen en andere bouwsels, die in een nieuwe woonwijk verschijnen, ook meegerekend als een bijdrage te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van de Duivenvoordecorridor? Zo ja, waarom is dat?

4) Is het in het belang van de ruimtelijke kwaliteit en het herstel van natuurwaarden opgenomen dat de verharde gedeelten van het bij de bebouwing behorende grond, zoals de toegangswegen, parkeerplaatsen, opritten, garages, schuren, terrassen en andere bouwsels worden gerekend tot de 5 hectare bebouwd oppervlak, zodat echt invulling gegeven kan worden aan de minimaal 28 hectare voor het bij de bufferzone passend extra groen?

5) De gemeenten krijgen van de provincie de vrije hand om de 5 hectare woonoppervlak te realiseren. Als voorbeeld het ontwerpbestemmingsplan Roosenhorst in de gemeente Voorschoten. Op een plangebied van 5,5 hectare moet via een inschrijving te werven projectontwikkelaar minimaal 1,5 hectare passend groen realiseren. De kassen op deze locatie hadden een oppervlak van 2,8 hectare en nu wordt 4 hectare gebruikt om 4000 m2 bebouwd oppervlak te realiseren. Dus wordt 140 procent van het kassenoppervlak bestemd voor het ontwikkelen van een kleine woonwijk. Is deze informatie juist en klopt het dat de ontwikkeling van4000 m2 bebouwd oppervlak een verdubbeling is van de in het bestuursconvenant genoemde 2000 m2 en dus in strijd is met het bestuursconvenant?

6) Op kaart 2 van de betreffende brief van de gedeputeerde staat rechtsonder een rechthoek met in groen de oppervlakte van de gesloopte kassen en in rood het te bebouwen oppervlak van 15 procent. Het rode vlakje moet echter met 3 à 4 worden vermenigvuldigd voor de uit te geven kavels en vervolgens moet rekening worden gehouden met een factor 3 à 6 voor de openbare ruimte (toegangswegen, inritten, bermen, een groenrandje etc.). Dat betekent kortom dat het hele gebied aan verwijderde kassen gaat worden bestemd voor bewoning en dat is dus de volledige 33 hectare, waarvan dan misschien maar 5 hectare woonoppervlak, maar met de overige grondbehoefte van de woningen is de andere 28 ha gemoeid. Wat blijft er dan over van de minimaal 28 ha voor het realiseren van bij het bufferzonekarakter van dit gebied passende extra groen en wordt dit niet besteed aan openbare ruimte ten behoeve van de bebouwing? Kunt u dit nader toelichten?

7) Wordt niet het oppervlak van alle kassen uitgegeven om woonwijken, buurtschappen en dergelijke te bouwen? Kunt u dit nader toelichten?

A.H.K. van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Provinciale Staten Zuid-Holland

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen eieren met foetussen zwanen kapot gegooid

Lees verder

Schriftelijke vragen maaien tijdens broedseizoen door Groenservice Zuid Holland

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer