Bijdrage Begroting 2015


12 november 2014

Het is de laatste begrotingsbespreking van deze statenperiode. Het is een moment om de behaalde resultaten van de afgelopen periode eens onder de loep te nemen, maar ook vooruit te kijken. Graag neemt de Partij voor de Dieren de uitnodiging van de PvdA aan om op een andere manier, met meer samenwerking, een informeel overleg te hebben alvorens in de volgende statenperiode van start te gaan. Het thema van mijn bijdrage is transformatie. Ik hier nog later nog op terug.

Ecologische doelen niet behaald

Wat opvalt in de begroting 2015 is dat de economische doelstellingen goed op schema liggen en veelal behaald zijn. Dit kan niet gezegd worden van de ecologische doelstellingen.

De ecologische crisis is echter veel groter dan de economische. Er is sprake van 3% economisch tekort, maar er is 35% ecologisch tekort. We vinden dat de provincie veel meer moet doen om de ecologische crisis aan te pakken.

En in tegenstelling tot wat gedeputeerde Weber heeft aangegeven in de commissievergadering staat in het Hoofdlijnenakkoord wel degelijk dat de 100 miljoen euro voor Recreatie om de Stad beschikbaar is gesteld voor de periode 2011-2015 en niet voor daarna.

Tijdelijke natuur en Regionale Ecologische Overleggen

De Partij voor de Dieren heeft waardering voor de voorstellen voor tijdelijke natuur. Bent u bereid om zoveel mogelijk hierover in overleg te gaan met gemeenten en regionale gemeentelijke verbanden? Ook zijn we blij dat de provincie naast de regionale economische overleggen nu ook structurele regionale ecologische overleggen initieert.

Natura 2000-gebieden

Dan de bescherming van de Natura 2000-gebieden. Dit jaar alleen al zijn er tot nu toe al 135 vergunningen verleend voor uitbreidingen van veehouderijen ingevolge de Natuurbeschermingswet en zijn er veel andere economische ontwikkelingen in onze provincie. Nog steeds is de maximale uitbreidingsmogelijkheid niet bekend en hangt er nog steeds een waas over de PAS. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft recent aangegeven dat, gezien de onzekerheden in de uitvoering van het programma, zij het gevaar reëel acht dat in een aantal gebieden het vereiste natuurherstel uitblijft. De overheid geeft daar dan op voorhand ontwikkelingsruimte vrij die er achteraf gezien niet blijkt te zijn, waardoor de natuur ter plekke verder achteruit gaat. Om dit te voorkomen, vindt het PBL het raadzaam om de voortgang van het programma nauwkeurig te volgen en voorzichtig te zijn met het van te voren uitgeven van ontwikkelingsruimte. Zo niet, dan zijn er over enige jaren nog maar weinig mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen. Het PBL stelt dat de recente discussie over mogelijke oorzaken voor het verschil in gemeten en berekende concentratie ammoniak (waarmee de ontwikkeling van stikstofdepositie samenhangt) de noodzaak verhoogt voor tijdige monitoring en bijsturing. Een ander element in de discussie betreft de effectiviteit van maatregelen in de landbouw vanaf 1990. Hierover hebben WUR, RIVM en PBL een bericht uitgegeven. Wat vinden GS van de bevindingen van het PBL En bent u bereid om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor 1 april, inzichtelijk te maken wat de uitbreidingscapaciteit überhaupt nog is. Samen met GL heeft onze we een motie voorbereid, die we achter de hand houden.

Handhaving in natuurgebieden

Verder vragen we nadrukkelijk aandacht voor de handhaving van wettelijke bepalingen in Natura 2000-gebieden en andere natuurgebieden. Gebleken is dat de stroperij en dan met name de visstroperij in deze gebieden schrikbarend toeneemt. Aan de ene kant worden beschermingsmaatregelen genomen, maar aan de andere kant worden ze op deze manier weer teniet gedaan. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. Maar ook in de andere natuurgebieden en recreatiegebieden is het slecht gesteld met de handhaving, omdat deze veelal is wegbezuinigd. Het gevaar is dat dit leidt tot veel extra overlast, extra belasting voor het milieu en nadelige gevolgen voor de natuur en de biodiversiteit. Is de gedeputeerde bereid om in overleg te treden met de diverse handhavende organisaties om verscherping van de handhaving in deze gebieden te bespreken en te stimuleren? Ik houd hiervoor een motie achter de hand.

Agrarisch natuurbeheer

In 2016 gaat het Agrarisch Natuurbeheer van start. De meetfrequentie van 1 x per 6 jaar vinden we echt te laag. Op die manier kun je niet tijdig bijsturen.

De Partij voor de Dieren vindt de eenzijdige focus op agrarisch natuurbeheer te beperkt, temeer omdat er al vele miljoenen in zijn geïnvesteerd en het niet heeft geleid tot enige verbetering van de agrarische natuurkwaliteit; integendeel zelfs!

We hebben grote bedenkingen of het agrarisch natuurbeheer, zoals het college dit nu voor zich ziet, gaat werken. Om het beleid echt succesvol te laten zijn is het heel belangrijk om nadrukkelijk ook andere partijen dan agrariërs te betrekken bij de natuurbeheercollectieven.

We zijn van mening dat terreinbeherende organisaties (TBO’s) en natuurorganisaties en natuurvrijwilligers vanwege hun expertise en ervaring nadrukkelijk betrokken moeten worden bij het agrarisch natuurbeheer, en belangrijk onderdeel daarvan het weidevogelbeheer, temeer omdat de TBO’s tot nu toe veel betere resultaten hebben geboekt. Is de gedeputeerde bereid om bij de beoordeling van de gebiedsoffertes van de agrarische natuurbeheercollectieven aan einde van dit jaar de visie van de terreinbeherende organisaties (TBO’s), natuurorganisaties en de weidevogelvrijwilligers nadrukkelijk mee te wegen? Ik houd hiervoor een motie achter de hand.

Kaderrichtlijn Water

Ook m.b.t. de waterkwaliteit worden de doelen bij lange na niet gehaald en zijn de tussentijdse doelen in de afgelopen jaren steeds weer naar beneden bijgesteld. In 2015 moeten de doelen zijn behaald, terwijl nu pas slecht 8% aan de eisen voldoet. Er is een mogelijkheid voor verlenging van 6 jaar tot 2012 en dan nog een laatste uitstelmogelijkheid tot 2027. En op de laatste deadline is college nu gericht. We dringen er bij GS op aan om echt alle zeilen bij te zetten om deze doelen alsnog tijdig te behalen.

Over water gesproken. In het bedrijfsrestaurant wordt nog steeds flessenwater geserveerd. Flessenwater is een energieverslindend product, is slecht voor het milieu, vanwege de plastic verpakking en het productieproces (bottelen, etiketteren, verpakken, transporteren en koelen); de CO2 uitstoot van flessenwater is 400 keer hoger dan van leidingwater. Daar komt nog bij dat leidingwater goedkoper is: een liter leidingwater is duizend keer goedkoper dan een fles bron- of mineraalwater. In het kader van een efficiënte interne bedrijfsvoering kunnen veel kosten worden bespaard. Zijn GS bereid om in het provinciehuis, en alle andere bedrijfsgebouwen, die in beheer zijn bij de provincie Zuid-Holland, inclusief het bedrijfsrestaurant, voortaan leidingwater te schenken in plaats van flessenwater? Eigenlijk zou ik hier überhaupt geen motie voor moeten indienen, maar ik houd toch hiervoor een motie achter de hand.

Trend naar meer zelfvoorzienendheid

Er is een trend waarneembaar naar meer zelfvoorzienendheid, zoals stadsmoestuinen, en buurtmoestuinen, kleinschalige voorziening van eigen energievoorziening en kleinschalige collectieve woonvormen voor ouderen. Het zijn allemaal voorbeelden van vernieuwende, soms uit nood geboren initiatieven. Er is een transformatie gaande in de samenleving, een kanteling van een centraal geleide, top-down gestuurde naar een decentrale, bottom-up samenleving. Delen van onze samenleving hebben een groot (financieel) belang bij het in stand houden van de bestaande orde en de korte termijn economie, maar dat is slechts uitstel van executie. Een ongrijpbare vernieuwende dynamiek van onderop zal langzaam maar onmiskenbaar een nieuwe werkelijkheid worden.

Transformatie in de samenleving

Nu staat in onze samenleving niet de menselijkheid centraal, maar staat zij in dienst van de structuren en systemen. De Partij voor de Dieren zal zich blijven inzetten naar een transformatie naar een samenleving die gericht is op het welzijn van mens en dier, de natuur en een gezonde leefomgeving. Hierbij staan waarden als liefde, oprechte aandacht, vertrouwen, mededogen en duurzaamheid centraal.

Er is sprake van decentralisaties van taken, bevoegdheden van Rijk en provincies naar gemeenten, maar de essentie is de noodzakelijke cultuuromslag en structuurverandering. Het misverstand is dat de politiek binnen de kaders van de centrale & verticale samenleving bezig is met hervormingen, systeemaanpassingen, daar waar naar schatting enkele honderdduizenden mensen bezig zijn met het vormgeven van een heel nieuw type samenleving, waarin de zelfvoorzienendheid van voedsel, energie en zorg zal toenemen. Dit zal leiden tot spanningen tussen de 'aanpassers' en de 'vernieuwers', die gepaard gaan met chaos, turbulentie en onzekerheid. De Partij voor de Dieren zal vast blijven houden aan haar idealen en we zullen ons niet van de wijs laten brengen door de waan van de dag.

Transformatie naar een nieuw economisch systeem

Er is een transformatie gaande naar een nieuw economisch systeem waarin circulariteit, eerlijkheid, en transparantie, netwerken, eco en aandacht voor wat echt van waarde is: een nieuw waarde(n)systeem.

Inmiddels zien we steeds sterker de ontwikkeling dat geld als voornaamste middel, de materiële welvaart als bestemming en groei als voornaamste eis worden ingehaald door immateriële waarden als liefde, warmte, barmhartigheid en onderlinge verbondenheid tussen, mensen, dieren en de natuur.

Zoals een moment van geluk bij het zien van een vlinder die wordt meegedragen door de speelse wind.

Over vlinders gesproken. Het voorbestaan van veel vlindersoorten staat sterk onder druk steeds meer vlindersoorten krijgen een beschermde status krijgen op de rode lijst. Het aantal vlinders die voorkomen in agrarische graslanden, zoals de argusvlinder is sterk afgenomen. Juist bloemrijke graslanden in het agrarische landschap worden steeds zeldzamer en deze zijn juist van belang voor insecten, waaronder vlinders. De populatie van de argusvlinder is zelfs in de afgelopen 20 jaar met 98% afgenomen. Eén derde van de populatie argusvlinders komt nog in Zuid-Holland voor en daarom is het belang van bescherming hoog. Op 1 januari 2016 gaat het nieuwe agrarische natuurbeheer van start, maar de bescherming van vlinders is niet opgenomen. Vlinders maken onderdeel uit van de biodiversiteit, die verbeterd moet worden. Daarom is het van belang om de vlinders op te nemen in de plannen voor het nieuwe agrarische natuurbeheer. Ik verzoek GS daarom de bedreigde argusvlinder op te nemen als doelsoort in de leefgebieden ‘open grasland’ en ‘natte dooradering’; de argusvlinder op te nemen als provinciale ambitiesoort; en de akkerranden nadrukkelijk te betrekken bij het agrarisch natuurbeheer, wat ook goed is voor de bescherming van akkervogels, en om over de nadere uitwerking in overleg te gaan met de Vlinderstichting en stichting de Rietgors. Ik houd hiervoor een motie achter de hand.

Transformatie van rups naar vlinder

De vlinder is een metafoor voor de veranderingen in onze tijd, in de (geldgestuurde) wereld waar we middenin zitten.

Wat gebeurt er ook al weer voordat die prachtige vlinder uit z’n cocon kruipt? Eerst is er het eitje. Dan krijg je het rupsje-nooit-genoeg dat zich een slag in de rondte eet, vele malen zijn gewicht per dag… en dan vormt het zich tot pop. Wat er dan gebeurt is zo mooi en voor velen nog een geheim vol verwondering: uit de cocon van de pop kruipt heel moeizaam door een nauwe opening een soort van vlinder…en het lijkt net alsof er een mismaakt schepseltje uit komt wat het niet gaat redden…..maar velen weten: Niet aanraken! Niet helpen, want dan gaat het mis. De vlinder in wording heeft het nodig om zichzelf te versterken…en dan, opeens, slaat hij zijn gedroogde vleugels uit en verbaas je je over zijn schoonheid. Hij vliegt weg, zijn nieuwe wereld ontdekkend, een prachtig scheppingswonder.

Wat zo boeiend is, is de verandering die de pop doormaakt in zijn cocon. Wat gebeurt daar nou van binnen? En hoe kan dat nou, dat zo’n rups zo verandert? Ik las ooit een artikel, waarin dat heel mooi werd uitgelegd. Wanneer de rups in de cocon een pop wordt gaat hij de “stille” fase in. In die fase worden er een nieuw soort eiwitten gevormd, die de aard van een cel definitief kunnen veranderen. In het begin gaat dit in kleine aantallen, langzaam, ongestructureerd, zonder samenhang en chaotisch. En dus maakt het systeem van de pop dan ook korte metten met deze vreemde, andersoortige cellen-in-wording: verandering, dat willen we niet! Maar gedurende het proces van de metamorfose worden er steeds meer van die eiwitten gecreëerd, ze komen sneller, in grotere hoeveelheden en steeds meer gebundeld… : het (immuun)systeem kan het niet meer aan en… geeft het uiteindelijk op. Op dat punt verandert de rups in een wat soepachtig hoopje, wat de voedingsbodem is van de nieuwe celsoort. En deze cellen vormen dan weer het lichaam van de vlinder. Een volledige gedaanteverwisseling, een transformatie, maar ook: wat een natuurkracht en pracht!

Metafoor

Als je het op individueel niveau bekijkt zal het ook verschillen: de ene mens is nog in de rups-fase: gewoon dooreten, ontkenning van en verzet tegen het nieuwe, van de verandering. Anderen zitten er middenin: de boodschap van de verandering is letterlijk en figuurlijk binnengekomen en hij of zij heeft misschien gewoon rust of tijd nodig om die aanpassingen te verwerken. Weer anderen zitten in de eindfase van de ontpopping, vlak voor het opbreken van de cocon: het gaat allemaal nog moeizaam, maar de verandering is verwerkt en de weg is duidelijk: naar buiten vliegen vanuit een nieuw perspectief. Niet alle rupsjes worden tegelijk pop, en niet alle poppen worden tegelijk vlinder. Ieder in zijn eigen tempo. Je kunt de vlinder niet helpen uit zijn eigen cocon te komen. Het is een kwestie van persoonlijke transformatie om te groeien tot een vrij vliegende vlinder…..

Interessant voor jou

Bijdrage Najaarsnota 2014

Lees verder

Bijdrage Inpassingsplan Rijnlandroute

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer