Bijdrage gecom­bi­neerde RWE en IC commissie


21 juni 2023

IC – brief GS reactie op moties 1169 en 1170 Vlietzone

Dank aan gedeputeerde voor de terugkoppeling over Vlietzone en dank aan de insprekers. Op 31 mei was bestuurlijk overleg plaatsgevonden met wethouder Van Asten van Den Haag. Dit roept ook bij ons de vraag op: HOE ZIT DAT MET DEN HAAG? Graag een reactie van Gedeputeerde. Partij voor de Dieren wil benadrukken dat de focus in al deze momenten in dit proces gericht moet blijven op de realisatie van stadspark Vlietzone, met ruimte voor natuur, recreatie en landschap. Afdwalen naar afzonderlijke gemeentelijke belangen of economische vitaliteit draagt niet positief bij aan de realisatie van dit doel.

Partij voor de Dieren hecht er waarde aan dat de gebiedspartners gelijkwaardig kunnen deelnemen aan de ontwikkeling van de Vlietzone. We ontvangen graag weer een terugkoppeling als het gesprek op 26 juni heeft plaatsgevonden. Goede vraag van de PvdA fractie over natuur-inclusieve aanpak.

Daarnaast vindt Partij voor de Dieren het belangrijk dat in een vroeg stadium van het proces overleg plaatsvindt met niet-bestuurlijke stakeholders die belang hebben bij de ontwikkeling van de Vlietzone, zoals bijvoorbeeld de bewonersvereniging en natuurverenigingen. Kan Gedeputeerde aangeven welke stakeholders op welke momenten betrokken gaan worden?

Bij uitplaatsing van op logistiek transport gebaseerde bedrijvigheid is in motie 1161 het betrekken van het GAVI-kavel genoemd. Partij voor de Dieren wil hier het volgende over zeggen: uitplaatsing mag er niet toe leiden dat door verplaatsing van knelpunten in de Vlietzone, deze knelpunten op een andere plek worden geprojecteerd en dat dit dáár zal leiden tot achteruitgang van ecologische waarden. In dit geval het GAVI-kavel, in de oksel van de A12/A4. Hier ligt een ecologische verbindingszone en het kavel wordt voor een deel ingenomen door een moerasbos met wilgen, zwarte els en vochtig rietland. Dit is een zogenaamd broekbos, dat valt onder natuurtype N14.02 Hoog- en laagveenbos. Door een hoge waterstand, leven hier heel andere soorten flora en fauna dan bijvoorbeeld in de duinen of droge parkbossen. Het moerasbos en het rietland zijn amper toegankelijk, wat gunstig is voor flora en fauna. Het is een thuis voor kikkers, salamanders, waterorganismen en een foerageergebied voor vogelsoorten als sijs en barmsijs. Daarnaast broeden er soorten als nachtegaal, zwartkop en bosrietzanger.

Kortom, het broekbos en het rietland in het GAVI-kavel is een gebied met bijzondere ecologische waarden die geen plaats moeten maken voor bedrijvigheid en oppervlakte verharding. Bestaande natuur moet gehandhaafd blijven. Partij voor de Dieren heeft hierover schriftelijke vragen gesteld op 7 juni jl. We zijn nog in afwachting van de antwoorden.

Maar we vragen het College, dat vóórdat er besluitvorming kan plaatsvinden over uitplaatsing van economische bedrijvigheid bij ontwikkeling van de Vlietzone naar het GAVI-kavel, een inventarisatie wordt opgesteld van de ecologische waarden van het kavel, de ecologische verbindingszone, de bodem en de hydrologische toestand, om het terrein correct op natuurwaarden te schatten. En hierbij hoort de vraag die we ons moeten stellen voor de taakstelling van de provincie bij bescherming van natuurwaarden: hoe en waar zou u dit kavel willen gaan compenseren met broekbos en rietland op venige klei met hoge grondwaterstanden?

RCR 380 kV Geertruidenberg – Krimpen Crayestein

De 380 kV hoogspanningskabel tracé Geertruidenberg – Krimpen Crayestein wordt aangelegd om het energienetwerk uit te breiden zodat het in 2030 niet mis gaat met energievoorziening in de energietransitie door wind op zee.

Er zijn drie aspecten die onze fractie wil benoemen:
1. Hoe het MER de gevolgen voor natuur onderzoekt, met name met betrekking tot de tracés in het Biesbosch. Dit moet in voldoende detail worden gedaan en er moet niets belangrijks worden vergeten, als deze tracés al overwogen moeten worden, wat mij niet wenselijk lijkt.
2. De aanleiding van de realisatie van de 380 kV verbinding: energietransitie.
3. De relatie met circulaire economie.

Natuur
Partij voor de Dieren is geen voorstander van tracés door Natura 2000 gebieden. Natuur is geen luxe, maar het fundament van het bestaan van mensen en dieren. Voorzieningen voor windenergie kan gerealiseerd worden op locaties waar mensen, dieren en natuur er geen of weinig hinder van ondervinden. Dit geldt ook voor de noodzakelijke infrastructuur. Wat ons betreft doorkruisen tracés géén Natura 2000-gebieden en Natuur netwerk Nederland. Dit plaatst ons voor aanleg van tracé Geertruidenberg – Krimpen Crayestein voor een dilemma, omdat het de Biesbosch doorkruist. Kan dit tracé op voorhand worden uitgesloten? Veel effecten van hoogspanningskabels op de natuur zijn onvoldoende bekend en kunnen ook niet door de MER worden uitgesloten.

Indien dit geen optie is: dan het volgende nadrukkelijk meenemen in het MER/ de passende beoordeling:

  • Alleen verstoring tijdens de aanlegfase en draadslachtoffers worden nu al wel expliciet genoemd als te onderzoeken effecten, voor de rest is het onduidelijk wat wel of niet wordt meegenomen bij de passende beoordeling. Het is een gemiste kans dat deze scope niet veel duidelijker is omschreven in de NRD. We zouden kunnen vragen of de commissie nog gelegenheid krijgt om op een soort plan van aanpak passende beoordeling te reageren.
  • De effecten van het geluid wat de kabels maken en eventuele trillingen.
  • Bomenkap voor de aanleg en effecten daarvan.
  • Effecten op prooidieren (oneerlijk voordeel voor roofvogels van een niet natuurlijke lange doorbreking van bos onder de kabels waar geen bomen staan).
  • Als de verbinding door de Biesbosch wordt aangelegd betekent dit ook dat als er onderhoud of nog nieuwere leidingen nodig zijn, mogelijk weer verstoringen zullen zijn van de natuur. Anders geven het MER en de daarna uit te voeren Integrale Effectanalyse een scheef beeld: ze laten wel lange termijn positieve consequenties zien voor het elektriciteitsnet maar niet alle daadwerkelijke gevolgen voor de natuur.
  • Gevolgen van magneetvelden: er is relatief weinig onderzoek naar gedaan. Wel heeft de Gezondheidsraad zich over risico's uitgesproken, bijvoorbeeld m.b.t. mogelijke verhoogde kans op leukemie als mensen dicht bij elektriciteitsstations wonen. Gezien hoe weinig onderzoek op de gevolgen voor soorten er sowieso is, zou dit ook een sterke aanleiding kunnen zijn om te pleiten voor het überhaupt niet overwegen van tracés door Natura 2000.

Wind op zee
Het is van belang dat hernieuwbare bronnen als zon en wind optimaal in het energiesysteem worden ingezet. Een natuur-inclusieve energietransitie waar we net als onze Gedeputeerde zich voor Zuid-Holland voor staan, kan alleen gerealiseerd worden als er ook fors energie wordt bespaard. Want energie die niet wordt gebruikt, hoeft ook niet te worden opgewekt. Naast de inzet op het elektriciteitsnet is het nodig dat we ons actief inzetten en blijft inzetten op energiebesparing.

Aandachtspunten circulaire economie
Met het oog op de ladder van circulaire economie: refuse, reduce, recycle, recover, repair:
Aandacht voor het gebruik van circulaire economie en beperking van de grondstoffen en materialen verdient een plek in de NRD: welke verbinding is ook in het licht van circulaire economie echt het meest toekomstbestendig, waardoor bijvoorbeeld nadat deze leiding is aangelegd, langer geen nieuwe leiding nodig is? Hierbij horen de mogelijkheden voor toekomstige aansluit behoeften, weten we welke dit zijn? En wordt hier rekening mee gehouden zodat op de lange termijn de hoeveelheid materialen en verstoring van natuur zo min mogelijk zijn? Bijkomend is wel dat de kortere routes, waarvoor minder materialen nodig zijn, dwars door natuurgebieden lopen.

Startnotitie Herziening omgevingsbeleid 2024

Het PARK advies richt zich op een meer integrale keuze-afweging, we zien dit advies graag meegenomen in deze herziening:
- Geef houvast bij keuzes, maak de visie richtinggevend;
- Neem verantwoording, pak de regie;
- Durf gebiedsgericht te zijn, gebruik de kracht van ontwerp;
- Operationaliseer omgevingskwaliteit, zorg dat de belofte waargemaakt wordt.

inhoudelijke vragen:
P8. Bij participatie wordt gemeld dat ‘soms weinig ruimte is voor participatie’. Bij welke onderwerpen is dit zo? En minimale participatie is het indienen van een zienswijze op herzieningen die de provincie op website gepubliceerd. Maar niet altijd is dit bekend bij diegene die in participatietraject zou moeten deelnemen. Zou andere vormen van publicatie mogelijk zijn?
P9. Bij planning blijkt dat in Q1 GS ontwerp vaststelt en pas in Q3 terinzagelegging ontwerp plaatsvind. Waarom duurt het zo lang tussen deze 2 momenten?

Hanke Hoogerwerf
Statenlid Partij voor de Dieren
Provincie Zuid-Holland

Interessant voor jou

Bijdrage KNM commissie Jaarstukken 2022 en Plaggen

Lees verder

Bijdrage KNM commissie toetsbaar voorontwerp Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied ( ZH-PLG )

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer