Bijdrage IC commissie Herziening Module Ener­gie­tran­sitie Omge­vings­beleid


30 november 2022

Deze herziening van de omgevingswet heeft een lange doorlooptijd. Het is al eerder genoemd, de genoemde maatregelen tellen nog niet op tot het halen van de 'ruim onder 2 graden'-doelstelling van Parijs, laat staan het afgesproken streven tot het beperken van opwarming van de aarde tot 1,5 graad. Partij voor de Dieren wil daarom concrete doelen, meetmomenten en herijkingsmomenten voor de energiemodule, om deze continu te kunnen blijven verbeteren.

De doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs is: ruim onder de 2 graden en streven naar 1,5 graad opwarming. In de tekst van de herziening is nu soms alleen 'ruim onder de 2 graden', soms 'onder de 2 graden en streven naar 1,5 graad' opgenomen. Dit is verwarrend. Kan overal in de tekst de doelstelling van het klimaatakkoord gelijk en correct weergegeven worden?

Energiebesparing staat bovenaan als het om de energietransitie gaat, bespaarde energie hoeft ook niet duurzaam te worden opgewekt. In Zuid-Holland wordt enorm veel energie gebruikt in het Haven Industrieel Complex en de glastuinbouw. Wij missen in deze de focus van de provincie op het verminderen van het gebruik van primaire energie, het afschalen en veranderen van de industriële processen die veel energie verbruiken. Energiebesparing moet bij de kleinere energie-intensieve bedrijven ook strak gehandhaafd worden. Met de huidige hoge energieprijzen zijn veel maatregelen binnen vijf jaar terug te verdienen. Ook in de glastuinbouw is energiebesparing voor de provincie het eerste doel. Afschalen van onnodige productie en een focus op koude teelt missen wij in de aanpak. Tenslotte missen we de primaire focus van de provincie op isolatie van huizen en bedrijven. Isolatie zorgt voor energiebesparing gedurende de hele levensloop van een pand en beperkt bovendien juist energiegebruik wanneer duurzame energie het meest schaars is: als het koud is.

De warmtetransitie in de bebouwde omgeving moet op lokaal niveau en moet gebaseerd worden op drie principes:
1) het net al genoemde vergaand isoleren;
2) De in de directe omgeving aanwezige energie efficiënt opwaarderen met warmtepompen;
3) Het opslaan van lokale overschotten aan warmte in de zomer voor gebruik in de winter.
Een regionale warmte-infrastructuur gebaseerd op verbrandingsenergie staat hier haaks op, het vertraagt de transitie in de haven en in de bebouwde omgeving, zorgt voor een lock-in op de energie-intensieve industrie en is niet circulair. De Warmtelinq is en blijft in onze ogen daarom een onverstandig plan.

De Partij voor de Dieren vindt lokaal eigendom heel belangrijk, vanuit het idee dat we de energietransitie voor elkaar en met elkaar ingaan. Het gaat daarbij primair om de lokale zeggenschap van burgers en kleine lokale bedrijven. Die maken het mogelijk dat de inpassing en het gebruik van duurzame energiebronnen en bijbehorende infrastructuur daadwerkelijk geoptimaliseerd wordt voor de omgeving. Bovendien kunnen mensen dan lokaal integraal en onderwerp-overstijgend afwegingen maken, waardoor ook andere waarden en doelen meegenomen kunnen worden. Financiële deelneming, een omgevingsfonds en een omwonendenregeling zijn prima maatregelen, maar kunnen niet gebruikt worden als vervanging van de minimaal 50% lokaal eigendom. Via een energie-coöperatie kan de zeggenschap ook lokaal georganiseerd worden wanneer er voor deze 50% lokaal eigendom (tijdelijk) vreemd vermogen nodig is. Om deze reden zijn wij voorstander van oprichting van lokale energie-coöperaties.

Partij voor de Dieren staat een diervriendelijke energietransitie voor. Laten we bij de energietransitie rekening houden met wat de grootste opgave van de 21ste eeuw zal blijken te zijn: het voorkomen van het ineenstorten van onze biodiversiteit. Niet alleen onze partij, maar ook natuur- en dierenwelzijnsorganisaties maken zich hier zorgen over. Onze leefomgeving moet zo veel mogelijk natuur-inclusief zijn, een sterke bescherming van dieren in onze regelgeving hoort daarbij. Bij activiteiten als het plaatsen van windturbines, moet het vanzelfsprekend worden dat rekening wordt gehouden met dieren. Er zijn al veel technische maatregelen mogelijk, zoals het geheel of gedeeltelijk zwart maken van een wiek, of het instellen en actief beheren van een detectiesysteem. Er loopt een onderzoek naar effecten van een zwarte wiek bij de Eemshaven: Gedeputeerde heeft in een eerder debat verwezen naar onderzoek in de Eemshaven naar effecten van een zwarte wiek. De resultaten van dit onderzoek zijn naar verwachting gereed in 2024. Ook in dit kader de vraag naar een herijkingsmoment in de energiemodule. Graag een reactie van gedeputeerde.

Voor windturbines met ashoogte tot 45 meter geldt dat deze binnen BSD, glastuinbouwgebied en bedrijventerreinen zijn toegestaan, de gemeente is in deze gevallen bevoegd. Wat gebeurt er als ecologische randvoorwaarden in deze categorie niet goed worden meegenomen? Dan kan de provincie enkel nog een zienswijze indienen. We kunnen provinciale ecologische waarden alleen maar opgeven aan de gemeente als we ook bindende randvoorwaarden meegeven bij het overdragen van deze bevoegdheid aan de gemeenten. Wat is de reactie van het college op deze overweging en is het college bereid om ecologische kaders aan gemeenten mee te geven voor deze categorie?

Hanke Hoogerwerf
Statenlid Partij voor de Dieren
Provincie Zuid-Holland