Bijdrage imple­men­tatie nieuwe Natuurwet


13 april 2016

Zuid-Holland minste natuur

Zuid-Holland heeft de minste natuur in Nederland van alle provincies: slechts 6 procent. Vanwege de toenemende verstedelijking en het geringe areaal natuur wil de fractie van de PvdD graag wel provinciale natuurgebieden en landschappen aanwijzen, die nu nog niet binnen het Zuid-Hollandse NNN netwerk vallen. Dit zouden we graag in overleg willen doen met de andere fracties, zodat we kunnen komen tot een breed gedragen voorstel.

Borging kennis nieuwe provinciale natuurtaken

Hoe zit het met de benodigde kennis m.b.t. de nieuwe natuurtaken, zoals bescherming van soorten, toestemming voor het uitzetten van dieren en taken op het gebied van de Boswet? Op welke wijze wordt een goede kennis geborgd?

Balans economie en ecologie

De Partij voor de Dieren vraagt zich af of er in de voorstellen wel een goede balans is tussen de economische belangen en de ecologische belangen. De voorstellen lijken meer de economie en de belangen van jagers te bedienen dan daadwerkelijk de natuur en in het wild levende dieren te beschermen. Er mogen vergaande ingrepen op de natuur worden gedaan ten faveure van economische ontwikkeling, hobbyjacht en winst. In de wet wordt de intrinsieke waarde van de natuur en dieren erkend. Dit komt echter nergens in de door GS voorgestelde maatregelen terug.

Implementatie in twee fasen

Voorgesteld wordt om akkoord te gaan met het door GS voorgestelde implementatie in 2 fasen (urgente en minder urgente onderdelen) (zie GS-brief "Implementatie Wnb" bladzijde 2).

We weten allang dat de Wet eraan zit te komen. Waarom dan deze grote urgentie en beleidsarme overgang?

Verordening eisen FBE, Faunabeheerplan en WBE’s.

Wie stelt die verordeningen en plannen vast? Wanneer worden die verordeningen in PS besproken?

Gelijktijdige terinzagelegging ontwerpverordening en ontwerp beleidsregels

De PvdD kan akkoord gaan met de gelijktijdige ter inzage legging door GS van zowel de ontwerp verordening als de ontwerp beleidsregels voor de zomervakantie? (zie GS-brief "Implementatie Wnb" bladzijde 6).

Planning

De PvdD kan akkoord gaan met de voorgestelde planning van de implementatie van de Wnb? (zie GS-brief "Implementatie Wnb" bladzijde 6), alhoewel we van mening zijn dat er te laat mee is begonnen.

Dan heb ik nu een aantal opmerkingen en voorstellen wat betreft de inhoud van de voorstelen. Na de inspraak zullen we hier nog meer inhoudelijk op ingaan, maar ook vooraf willen we graag een aantal aanvullingen meegeven.

Samenstelling Faunabeheereenheid (FBE)

De PvdD wil niet één maar we bestuurszetels voor maatschappelijke organisaties in de FBE en niet meer? Ook willen we dat er een wetenschapper, dan wel een vertegenwoordiger van wetenschappelijke instellingen wordt toegevoegd, die geen banden met de jacht hebben.

Ook vinden we dat het FBE bestuur moet bestaan uit een gelijke verdeling van maatschappelijke organisaties, natuurbeheerders en jachthouders. Om de onafhankelijkheid te waarborgen stellen we voor om een onafhankelijke voorzitter te laten benoemen via een besluit van Provinciale Staten.

Faunabeheerplan

Het faunabeheerplan zes jaar geldig in plaats van vijf. Waarom?

De PvdD ziet graag een voorhangprocedure bij de goedkeuring van een faunabeheerplan door GS. Dus bespreken in PS voordat het wordt vastgesteld door GS.

Schadebestrijding

De Partij voor de Dieren kan NIET ermee akkoord gaan dat de huidige schadebestrijding die nu via ontheffingverlening verloopt één op één (dus inclusief de ontheffingvoorwaarden) wordt omgezet in een vrijstelling.

Er is zoveel mis met de huidige ontheffingen! Die zijn veel te algemeen en er zijn nagenoeg geen voorwaarden aan gesteld, in tegenstelling tot andere provincies. Zoals onlangs is gebleken tijdens de vragenronde over de zwanenjacht moet er veel meer maatwerk gaan plaatsvinden en moeten wat ons betreft de voorwaarden van de ontheffingen worden aangescherpt. Zo kan bijvoorbeeld nu alleen een ontheffing worden ingetrokken als iemand is veroordeeld voor een strafbaar feit. In de ontheffingsvoorwaarden zou wat ons betreft toegevoegd moeten worden dat een ontheffing ook ingetrokken kan worden als iemand wordt verdacht en/of vervolgd voor een strafbaar feit ingevolge de Natuurwet.

De provincie kan een vrijstelling geven van de verboden van de Natuurwet. De consequentie is dat iedereen de verboden handelingen mag verrichten, voor zover aan andere wet- en regelgeving wordt voldaan. Zo moet een jager wel met toestemming van de jachthouder in het veld zijn en een geldige akte hebben voor hij dieren mag doden. Een vrijstelling kent echter nadelen die zwaarder wegen dan de voordelen.

De vrijstelling levert geen maatwerk. De vrijstelling geldt namelijk voor grote gebieden, doorgaans voor de gehele provincie, en toezicht en handhaving is onmogelijk. Dit is niet te rijmen met het uitgangspunt van bescherming van individuele dieren. Bovendien leidt deze grove maatregel niet tot inventief oplossen van problemen. Immers, als de bescherming voor planten en dieren opzij wordt gezet en afschot snel mogelijk wordt gemaakt, is er geen stimulans om tot een slimme, diervriendelijke oplossing te komen.

De maatschappelijke belangen zijn niet overal en altijd in gevaar. Er is geen diersoort die overal en altijd in de hele provincie schade aanricht. Bovendien kan een dier dat schade veroorzaakt op de ene locatie, een welkome functie hebben op een andere locatie of op een ander moment. Zo grazen ganzen in de winter het gras en wintergraan waardoor het later een hogere opbrengst genereert, maar veroorzaken grazende ganzen in de zomer een lagere opbrengst.

Daarom zou de provincie Zuid-Holland in principe geen gebruik van het instrument vrijstelling moeten maken.

Populatiebeheer

De Partij voor de Dieren kan niet instemmen met de eisen die gesteld worden voor het goedkeuren van een faunabeheerplan (zie artikel 5.4 van de verordening)?

We vinden de eisen die gesteld worden voor het goedkeuren van een faunabeheerplan absoluut onvoldoende. In de nieuwe Natuurwet wordt ook de intrinsieke waarde van het dier erkend. Dit wordt bij de eisen van het faunabeheerplan niet meegenomen.

Leges

De Partij voor de Dieren kan instemmen met het heffen van kostendekkende leges voor de ontheffingverlening / vergunningverlening in het kader van de Wnb?

Stopzetten hobbyjacht

Waarom is er geen voorstel opgenomen voor afschaffing van de hobbyjacht?

En er is een burgerinitiatief stop de hobbyjacht Kan die hierbij betrokken worden?

Beleidskader Natuurwet: Beleidsregel Wet natuurbescherming Zuid-Holland

Er is extra uitleg nodig wat mij betreft. Ik weet niet of meer fracties deze behoefte hebben Het is erg ingewikkeld en ik weet nu nog niet goed waarover we precies een besluit nemen, zoals bij de PAS vergunningverlening. Ik zou graag een afspraak met de ambtenaren plannen voor meer uitleg over de PAS vergunningen.

Verordening en populatiebeheer (FBE, faunabeheerplannen en Wildbeheereenheden (WBE)

De Partij voor de Dieren heeft de volgende inhoudelijke voorstellen met betrekking tot de verordening en het populatiebeheer.

1) r nemen geen uitvoerende organisaties zitting in het bestuur van de FBE.

2) De jagers verenigen zich in één provinciale WBE.

3) Provinciale Staten dienen tevens regels te stellen voor de WBE’s. Om administratieve lasten voor de provincie beperkt te houden stelt de PvdD voor dat er in de provincie Zuid-Holland sprake mag zijn van één wildbeheereenheid van particuliere jagers. In Flevoland wordt gewerkt met één WBE. In vergelijking met Zuid-Holland wordt er minder gedood en veel minder schade geleden.

4) De wildbeheereenheden stellen een zero-tolerance beleid in. Ik zal dit nader toelichten.

5) De verordening kan eisen stellen aan de WBE (‘s). De leden van de WBE voeren provinciaal beleid uit en dienen zich te onthouden van gedragingen die in strijd zijn met de wet. Indien een uitvoerder betrapt is op het overtreden van de wet dient hem of haar het lidmaatschap te worden ontzegd. Op deze wijze voorkomt de provincie dat stropers of dierenmishandelaars ondanks geconstateerde overtredingen gebruik kunnen maken van provinciale ontheffingen, aanwijzingen of vrijstellingen.

6) De intrinsieke waarde van het dier, zoals verwoord in de wet, staat ook als doelbepaling in de verordening, de statuten van de FBE en in de faunabeheerplannen.

7) De vereisten voor een faunabeheerplan uit artikel 10 van het huidige Besluit Faunabeheer worden als minimale eis opgenomen in de verordening.

Artikel 10 Besluit faunabeheer

Het faunabeheerplan bevat ten minste de volgende gegevens:

a. de omvang van het werkgebied van de faunabeheereenheid;

b. een kaart waarop de begrenzing van het werkgebied van de faunabeheereenheid is aangegeven;

c. kwantitatieve gegevens over de populatie van de diersoorten ten aanzien waarvan een duurzaam beheer noodzakelijk wordt geacht, met inbegrip van gegevens over de aanwezigheid van de populaties in het betrokken gebied gedurende het jaar;

d. een onderbouwing van de noodzaak van een duurzaam beheer van de in onderdeel c bedoelde diersoorten, waaronder een onderbouwde verwachting van de belangen als bedoeld in artikel 68, eerste lid, van de wet die zouden worden geschaad indien niet tot beheer zou worden overgegaan;

e. een beschrijving van de mate waarin de in onderdeel d bedoelde belangen in de vijf jaren voorafgaand aan het ter goedkeuring indienen van het faunabeheerplan zijn geschaad;

f. de gewenste stand van de in onderdeel c bedoelde diersoorten;

g. per diersoort een beschrijving van de aard, omvang en noodzaak van de handelingen die zullen worden verricht om de gewenste stand, bedoeld in onderdeel f, te bereiken;

h. per diersoort en gewas een beschrijving van de handelingen die in de periode, bedoeld in onderdeel e, zijn verricht om het schaden van de in onderdeel d bedoelde belangen te voorkomen, alsmede, voor zover daarover redelijkerwijs kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, een beschrijving van de effectiviteit van die handelingen;

i. voor zover het plan betrekking heeft op het beheer van edelherten, damherten, reeën of wilde zwijnen, een beschrijving van het voedselaanbod, de relatie tussen dit voedselaanbod en de grootte van de populatie van de betrokken dieren alsmede de mogelijkheden van uitwisseling met aangrenzende terreinen;

j. een beschrijving van de plaatsen in het werkgebied van de faunabeheereenheid waar en de perioden in het jaar waarin de in onderdeel g bedoelde handelingen zullen plaatsvinden;

k. de mogelijkheid en de voorwaarden om gebruik te maken van een aan de faunabeheereenheid verleende ontheffing op gronden van jachthouders die niet bij de faunabeheereenheid zijn aangesloten, mits die gronden binnen het werkgebied van de faunabeheereenheid vallen en voor zover die gronden plaatsen als bedoeld in onderdeel j omvatten waar planmatig beheer noodzakelijk is;

l. voor zover daarover kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, een onderbouwde inschatting van de verwachte effectiviteit van de in onderdeel g bedoelde handelingen; m. een beschrijving van de wijze waarop de effectiviteit van de voorgenomen handelingen zal worden bepaald.

8) In de verordening wordt opgenomen dat maatregelen in het faunabeheerplan aantoonbaar effectief moeten zijn voor het uiteindelijke maatschappelijke doel.

9) In de verordening wordt opgenomen dat in het faunabeheerplan wordt gemotiveerd hoe de maatschappelijke baten van de maatregelen opwegen tegen de kosten ervan. Uiteindelijk moet er een afweging plaatsvinden wat de maatregel kost en oplevert ook ecologisch en maatschappelijk gezien, voordat de ontheffing wordt verleend, en er niet alleen een checklist wordt afgelopen.

10) De provincie geeft geen vrijstellingen voor de verboden in de wet. Ik heb dit al eerder toegelicht.

11) De provincie geeft geen ontheffing voor het doden van dieren. Het doden van dieren is een uiterst middel dat slechts om zwaarwegende belangen kan worden ingezet als er geen alternatieven zijn. Als de zwaarwegende belangen aan de orde zijn, en er is geen alternatief, dan is de noodzaak tot het nemen van maatregelen zo groot, dat een ontheffing niet voldoet. In die gevallen kan een aanwijzing worden ingezet. Een aanwijzing geeft de provincie namelijk de gelegenheid om zelf de uitvoerders te kiezen en dus onafhankelijk van een aanvrager of grondeigenaar te kunnen opereren.

12) De provincie respecteert gewetensbezwaren bij uitvoering, zoals grondeigenaren die gewetensbezwaren hebben tegen de jacht en schadebestrijding middels het doden van dieren.

13) De provincie kiest geen partij tussen diersoorten

14) Er wordt geen boekjaarsubsidie aan de FBE verstrekt.Zowel in de Flora- en faunawet als in de Natuurwet heeft het college de taak om faunabeheerplannen en ontheffingen te toetsen. De provincie dient dit neutraal en correct te doen en heeft geen belang bij het afwijzen of verlenen van de ontheffing. Het ligt daarom niet in de rede dat de aanvrager gesubsidieerd wordt om een goede aanvraag in te dienen. Dit is de verantwoordelijkheid van de FBE zelf. Bedrijven worden in de provincie ook niet gesubsidieerd om een milieuvergunning aan te vragen. Het is aan de FBE om te zien hoe zij haar organisatie financiert.

15) In de verordening wordt opgenomen dat in het faunabeheerplan een schoontijd voor afschot wordt ingesteld in de zoog- en draagtijd van dieren, dat wil zeggen geen afschot in deze periode, om het welzijn van dierente beschermen.

Interessant voor jou

Bijdrage stand van zaken overdracht recreatieschappen en G.Z-H.

Lees verder

Bespreking Rapport studiegroep Openbaar Bestuur: regionale samenwerking gemeenten en provincie

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer