Bijdrage jaar­re­kening 2016


1 juni 2017

Normaal gesproken als je plannen maakt, voer je ze uit. Wat betreft een aantal plannen kan het ons niet langzaam genoeg gaan, zoals de aanleg van nieuw asfalt, zoals de Rijnlandroute. Maar goed, uit de jaarrekening blijkt dat er weer veel geld aan de reserve wordt toegevoegd en dat plannen onvoldoende uitgevoerd worden. Ik zal de voor ons belangrijkste punten uit de jaarstukken benoemen.

Luchtkwaliteit

Allereerst luchtkwaliteit. D66 heeft aangegeven dat luchtverontreiniging in de jaarrekening een te positieve toonzetting heeft en dat er meer urgentie aan moet worden gegeven. We zijn het hiermee eens! Naar aanleiding van de gegevens uit de jaarrekening en het antwoord op schriftelijke vragen van D66, GL en de Partij voor de Dieren willen we aanscherping van de luchtkwaliteitseisen en we komen hier bij de bespreking van de Kadernota op terug

Natuur

Dan de natuurontwikkeling. Zuid-Holland is de provincie met de minste natuur van Nederland, 6 procent, terwijl het landelijk gemiddelde 12 procent is.

Natuurdoelen voor zesde jaar op rij jaarlijks grotendeels niet gehaald

Voor het zesde jaar op rij wordt een groot deel van de natuurdoelen niet gehaald door de provincie. En dan betreft dat nog maar de helft van wat oorspronkelijk de bedoeling was aan voormalige EHS, nu NNN netwerk, want Zuid-Holland zet in tegenstelling tot veel andere provincies enkel in op de internationale verplichtingen zonder zelf extra te investeren in nieuwe niet verplichte natuur. Doordat de doelen in de afgelopen jaren niet zijn gehaald, moet een steeds groter deel in steeds kortere tijd worden gerealiseerd. De tijd dringt.

Geld blijft op de plank liggen

De Partij voor de Dieren vindt het zorgelijk dat de programmareserves per saldo zijn toegenomen met 191,1 miljoen euro en ook de groenreserves zijn weer toegenomen, zoals de overige projecten NNN-netwerk, die een onderbesteding laat zien van bijna 3 miljoen euro.

Ecologische verbindingszones

Er zijn in 2016 (en ook in de periode 2013 - 2016) veel minder kilometers ecologische verbinding gere­aliseerd dan begroot. Dit heeft een effect op de programme­ring voor 2017-2020. De bijstelling van de program­mering zal in het 2e kwartaal van 2017 verder worden uitgewerkt op basis van de herziene nota en zal in het najaar van 2017 ter besluitvorming aan PS worden voorgelegd, zo valt te lezen in de voortgangsrapportage Groen. We zijn heel benieuwd!

In 2016 liepen meerdere trajecten voor de realisatie van ecologische verbindingen. Daarvan is voor een totale lengte van 1,55 kilometer geheel of gedeeltelijk afge­rond. Ook dat is veel minder dan geprogrammeerd.

Door natuurgebieden met elkaar te verbinden ontstaan er robuuste natuurgebieden en dit zorgt voor de versterking van het Natuurnetwerk (NNN). Deze verbindingen dragen bij aan het oplossen van knelpunten voor planten- en diersoorten die in moeilijkheden komen door klimaatverandering, zo concluderen ook onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving en de Wageningen Universiteit. We willen meer aandacht voor deze verbindingen en komen hier bij de bespreking van de Kadernota op terug.

Natuurcompensatie

Hoe wordt de kwaliteit van de natuurcompensatie geborgd? Te vaak blijkt dat de compensatiegebieden niet voldoen aan de kwaliteitseisen die nodig zijn. Een voorbeeld is het gebied De Groene Keizer in Pijnacker, als compensatie van weidevogelgebied voor de aanleg van de Provincialeweg N471. Er moet zelfs in het broedseizoen in het gebied worden gemaaid om het gebied zogezegd geschikt te houden voor weidevogels. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Dan moeten andere geschikte gebieden worden aangewezen.

Agrarisch natuurbeheer

Uit de voortgangsrapportage agrarisch natuurbeheer, behorend bij de jaarstukken, blijkt dat bijna alle primaire weidevogelsoorten een afname vertonen. Ook blijkt hieruit dat de primaire weidevogels het beter binnen het Natuurnetwerk doen dan in agrarisch gebied.

Voor de instandhouding van populaties is ook het aantal opgroeiende jongen van groot belang. Van weidevogels is bekend dat de populaties sterk ver­ouderen, omdat er teveel jongen doodgaan.

In de voortgangsrapportage Groen en de voortgangsrapportage Agrarisch Natuurbeheer staat uitgebreid wat er allemaal gedaan is, maar in veel gevallen kan worden vastgesteld dat dit niet heeft geleid tot de gewenste resultaten, namelijk het bereiken van de door het College gestelde doelen.

Het moet dan dus anders; je kunt je dus afvragen of de goede dingen worden gedaan die leiden tot de gewenste resultaten.

Wat mij betreft hoort bij een dergelijke voortgangsmonitor ook zelfreflectie, zeker als de natuurdoelen niet worden gehaald en die mis ik. Je kunt je afvragen: doen we wel de juiste dingen en je afvragen wat zou er anders en beter kunnen. Worden er voldoende en de juiste instrumenten ingezet? Het PBL heeft in samenwerking met de Wageningen Universiteit begin dit jaar het rapport ‘Lerende evaluatie van het natuurpact’ uitgebracht. Wat kunnen we hieruit leren van andere provincies?

Ik mis dus de zelfreflectie om terug te blikken en te kijken: wat kunnen we ervan leren, wat kan beter en hoe gaan we het aanpakken om wel tot de gewenste resultaten te komen. Want als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.

Ik dien hiervoor een motie in met als dictum:

Draagt het college van Gedeputeerde Staten op:

als provincie te reflecteren op het gevoerde natuurbeleid van de afgelopen jaren en te omschrijven wat beter kan en hoe het beter kan;
een verbeterplan op te stellen met voorstellen voor nauwkeurig omschreven instrumenten, concrete acties en maatregelen, die leiden tot het versneld realiseren van de gestelde natuurdoelen;
dit verbeterplan op te nemen in de nieuwe provinciale natuurvisie.

Dank u wel!

Interessant voor jou

Bijdrage carbid schieten Natura 2000-gebied Voornes Duin

Lees verder

Bijdrage Waste 2 Chemistry

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer