Bijdrage RWE commissie Zuidplaspolder en huisvesting arbeidsmigranten
Zuidplaspolder
Het Ruimtelijk Planbureau in Den Haag noemde in 2007 de Zuidplaspolder al een ongunstige locatie voor investeringen. Toch heeft de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas afgelopen week vóór de ontwikkeling van een nieuwe woningbouwlocatie gestemd. Alleen de SP-fractie stemde tegen. Het is de grootste woningbouwontwikkeling buiten BSD in onze provincie van deze periode. Onze fractie staat hier kritisch tegenover.
Aan het debat over de ontwikkeling van het Vijfde Dorp zit een dystopische kant: Jan Rotmans, hoogleraar transities en duurzaamheid aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, noemde het Vijfde Dorp een “onzalig plan”, onverantwoord in het licht van de klimaatverandering.
Aan de andere utopische kant zijn er de voorstanders die kansen zien om in één klap iets tegen de woningnood én de afgenomen biodiversiteit te doen. Co Verdaas, hoogleraar gebiedsontwikkeling en dijkgraaf in waterschap Rivierenland, is het in ieder geval niet met hoogleraar Rotmans eens. In een interview voor Gebiedsontwikkeling.nl weerspreekt hij zijn collega: ”Bijna een derde van Nederland ligt onder NAP, moeten we dat allemaal maar opgeven? Of je nou 6 meter of 4 meter onder NAP bouwt, het gaat erom dat je voor droge voeten zorgt.” De woningbouw wordt geconcentreerd op een kreekrug die door de polder loopt en een steviger bodem biedt om huizen op te bouwen. Maar het blijft een feit dat deze kreekrug is gelegen in een polder die het afvoerputje van de Randstad wordt genoemd.
Laten we voor de bespreking van de ontwikkeling middengebied Zuidplaspolder het utopische uitgangspunt nemen. Als eerste het masterplan. Dit 161 pagina’s tellende plan ziet eruit als een reclamefolder van een willekeurige projectontwikkelaar: we zien plaatjes van de groene polderlandschappen, blije spelende kinderen, houten huizen, rietoevers, bloemenvelden, energielandgoederen. De mens staat duidelijk centraal. In de bestuursovereenkomst lezen we: ten minste 30% van de eerste 4260 woningen zal sociale huurwoningen betreffen. En hoe zit het met het aandeel sociale huur van de overige 3740 van het totaal van 8000 nieuwe woningen? Deze vraag stel ik aan de gedeputeerde.
Wie beter kijkt, ziet dat het masterplan nog maar een ruwe schets is die nog niet is uitgewerkt. Onderwerpen als biodiversiteit, ecologie en natuurwaarden, randvoorwaarden voor het welslagen van de bouw van een compleet nieuw dorp in een open landschap, komen er bekaaid vanaf. Het paragraafje biodiversiteit slash ecologie telt welgeteld anderhalve pagina en geeft niet meer dan een ruwe aanduiding van de ecologische structuren en een niet onderbouwd tabelletje met de doelsoorten in het gebied. Het doet plichtplegend aan en geeft absoluut onvoldoende basis voor vertrouwen dat het met de ecologie en biodiversiteit in het gebied wel goed komt. We moeten niet vergeten, dat de natuurcompensatie niet alleen bestaat uit de bestaande ecologische waarden in het gebied, maar dat er ook compenserende maatregelen moeten worden getroffen voor het verlies van ecologische waarden door de bouw van een nieuw dorp, bedrijventerreinen en bijbehorende infrastructuur.
Bij het lezen van de bestuurlijke overeenkomst zakt de moed ons verder in de schoenen. Artikel 7 van de BOK gaat over de ecologische verbindingszone. Artikel 7 lid 4 stelt: Het uitgangspunt is, dat de Gemeente (de sturing op) de realisatie van de Ecologische Verbindingszone op zich zal nemen, behalve het deel van de Groene Waterparel en voor zover gelegen op haar grondgebied. Voorwaarde voor deze verplichting is dat de Gemeente en de Provincie tot overeenstemming wordt gekomen. Hoezo is dit ‘een uitgangspunt’? Door de ecologische verbindingszone als inspanningsverplichting voor de gemeente op te nemen en niet als resultaatsverplichting, blijft de achterdeur wagenwijd open om de realisatie hiervan te laten vervallen op het moment dat er moeilijke keuzes moeten worden gemaakt of dat de financiële haalbaarheid tegenvalt. Is gedeputeerde bereid om de zinsnede ‘het uitganspunt’ te laten vallen uit dit artikel en de realisatie van de ecologische verbindingszone als een harde voorwaarde voor de gemeente op te nemen in de BOK?
Zijn er ook positieve dingen te melden over het masterplan? Ja, die zijn er. Zo zijn we enthousiast over het principe ‘eerst bewegen, dan bouwen’ dat als uitgangspunt voor mobiliteit wordt gekozen en over de ‘modal’ shift van autoverkeer naar het OV en de fiets.
Daarnaast zijn we enthousiast over het energieneutrale uitgangspunt van klimaatadaptief bouwen. Wij zien graag dat hieraan wordt toegevoegd natuurinclusief bouwen. We willen graag van de gedeputeerde weten of er ruimte is in de bestuursovereenkomst voor natuurinclusief bouwen.
Voorzitter, als laatste punt: Ook in dit masterplan speelt de vicieuze cirkel rond het waterpeil. Er wordt gesteld dat de huidige waterpeilen rondom lintbebouwing gehandhaafd blijven. Maar het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard schrijft in haar brief, dat deze keuze vergaande beperkingen oplevert voor de waterhuishouding in het gebied. Daarnaast kunnen hierdoor de kosten voor beheer en onderhoud van het toekomstige dorp duur uitvallen. Volgens het hoogheemraadschap moet dit nog nader worden uitgewerkt en is handhaving van de peilen niet de enige oplossing. Ook de afvoer van het afvalwater van het toekomstige dorp naar de zuiveringsinstallatie Kortenoord moet nog nader worden uitgewerkt. Kortom, dit masterplan is nog verre van volledig om de juiste bestuurlijke keuzes te kunnen maken.
Huisvesting arbeidsmigranten
Ik heb mijn deelname aan de digitale conferentie ‘Huisvesting arbeidsmigranten in de provincie Zuid-Holland’ als informatief en positief beoordeeld. De provincie heeft een verbindende rol tussen de verschillende spelers op het gebied van de positie van arbeidsmigranten gepakt. Permanente huisvesting buiten BSD biedt in onze ogen geen ideale oplossing voor problemen rond huisvesting arbeidsmigranten, onze fractie is hier zeer terughoudend in. Ik wil vooral het sociale aspect, dat bij de huisvesting van arbeidsmigranten hoort, benadrukken bij deze bespreking. Want laten we niet vergeten dat het om mensen gaat.
Wat opvalt is dat verbetering van de positie van arbeidsmigranten niet alleen op het gebied van hun huisvesting moet worden gezocht. De basisvoorwaarden voor een menswaardig bestaan voor arbeidsmigranten liggen wel beslóten in de huisvesting. Maar voor ons is het duidelijk: het is belangrijk dat commerciële bedrijven niet tegelijkertijd werkgever én huisbaas zijn van arbeidsmigranten. Deze afhankelijkheidspositie van een werkgever slash huisvester maakt dat arbeidsmigranten niet ten volle een beroep denken te kunnen doen op hun rechten, omdat de angst bestaat om het werk en daarmee tegelijkertijd de woning te verliezen. Hun sociale situatie, werkgerelateerde situatie en gezondheidssituatie is verbonden aan hun huisvestingssituatie. Het maakt dat zij moeilijk toegang hebben tot maatschappelijke voorzieningen en gezondheidszorg voor inwoners van Zuid-Holland. Het maakt hen kwetsbaar voor Covid besmetting. De verbetering van de huisvesting van arbeidsmigranten gaat hand in hand met een verbetering van hun positie op sociaal gebied, het arbeidscontract en de toegang tot de gezondheidszorg. Dit is een essentiële voorwaarde om hun kwetsbare positie in positieve zin te verbeteren. Dit is niet primair de taak van de provincie. Maar het vergt wel de creativiteit van de provincie om, naast het ruimtelijk beleid, actief samen met de andere overheden en stakeholders aan deze verbetering een positieve bijdrage te leveren. Ik zou graag een korte terugkoppeling krijgen van gedeputeerde hoe zij tegen deze verbindende rol aan kijkt.
Hanke Hoogerwerf
Statenlid Partij voor de Dieren
Interessant voor jou
Bijdrage BE commissie Regionale Energie Strategie 1.0
Lees verderBijdrage BE commissie Jaarstukken 2020
Lees verder