Faunabeheerplan knobbelzwaan
Schadevergoeding
Het gaat bij de schade door knobbelzwanen om een jaarlijks schadebedrag van 22.000 euro. Waar hebben we het over? Een schijntje voor de provincie. En daar worden jaarlijks vele duizenden onschuldige zwanen voor gedood. Het toetsingskader, waarbij afschot wordt vereist om schade te vergoeden, kan worden aangepast. We gaan hiermee aan de slag,
De PvdD vindt het onacceptabel dat voor een dergelijk gering bedrag zoveel dieren worden gedood voor economische belangen, terwijl de provincie de taak heeft om ze te beschermen. De intrinsieke waarde en datgene wat weerloos is, wordt hiermee geweld aangedaan.
De PvdD stelt voor om de schade gewoon te gaan vergoeden. We hebben geld genoeg dus daar kan het prima van betaald worden. Het zijn peanuts in vergelijking met alle andere provinciale investeringen, maar hier gaat het wel over leven en dood.
Bovendien zet de provincie niet in op populatiebeheer, maar enkel op schade, dus dat kan prima.
Onderbouwing schade door zwanen
Als één van de manieren waarop knobbelzwanen schade veroorzaken aan landbouwgewassen wordt verslemping van de bodem genoemd (blz. 15). Wetenschappelijk onderzoek wijst echter uit dat de gevoeligheid voor verslemping vooral wordt veroorzaakt door een laag organische stofgehalte. Bij voldoende organische stof in de bodem, komt verslemping minder snel voor. Intensieve landbouw bevordert juist de verslemping en heeft niets te maken met de aanwezigheid van ganzen. Bij een extensief landbouwbeheer kan de bodem prima de aanwezigheid van zwanen en ganzen aan en zullen er bij een dergelijk beheer ook minder aanwezig zijn. Bovendien: dat verslemping tot verminderde gewasopbrengsten leidt, is echter nooit met onderzoek aangetoond. Graag zien we hiervoor een onderbouwing van de gedeputeerde.
Het faunabeheerplan zou een overzicht van schadegegevens per wildbeheereenheid moeten bevatten. In tabel 1 (blz. 16) ontbreken echter gegevens van de wildbeheereenheden Leiden, Dordrecht en IJsselmonde. Waarom ontbreken deze gegevens?
In tabel 2 (blz. 16) wordt een overzicht gegeven van de getaxeerde schade per gewas. In deze tabel zijn echter geen schades voor graszoden, graszaad en koolzaad opgenomen, terwijl het voorgestelde beheer zich wel op percelen met deze gewassen richt. Hoe kan dit?
Uit het voorliggende plan blijkt dan ook niet dat er voor deze gewassen sprake is van een concrete dreiging van belangrijke schade. Graag een reactie van de gedeputeerde.
Preventieve maatregelen
In het concept faunabeheerplan wordt aangegeven dat knobbelzwanen zich niet makkelijk laten verjagen en dat alleen (herhaald) afschot vaak het gewenste effect heeft (blz. 19 en 23). Deze stelling wordt echter niet verder onderbouwd , zoals door wetenschappelijk onderzoek
Wij willen dat het faunabeheerplan nader wordt uitgewerkt t.a.v. de mogelijkheden van alternatieven voor afschot en de effectiviteit hiervan in relatie tot afschot. Waarom is bijvoorbeeld in de lucht schieten niet voldoende om knobbelzwanen weg te jagen van schadepercelen en is het doden van dieren effectiever? Slechts een niet-onderbouwde constatering dat alternatieven niet effectief zijn is volgens ons onvoldoende om invulling te geven aan de escalatieladder. Verjaging is effectief.
Schadevergoeding
Wij hebben bij eerdere besprekingen over het zwanenleed al aangegeven een aantal dieren schieten uit een groep niet controleerbaar is. Een jager zal altijd kunnen aangeven dat als hij zwanen schiet een deel van de groep weggevlogen is. De PvdD ziet dus meer in een goede schaderegeling. Ook bij de ganzen is toenemend afschot niet effectief gebleken op de schade. Een andere, meer diervriendelijke aanpak, is effectiever en duurzamer, zoals schadevergoeding en verjaging zonder te doden.
Aanpassingen beheer op basis van ontwikkelingen
In het voorliggende plan geeft de FBE aan dat wanneer de populatie en de schade toenemen zij zal overwegen om een ontheffing aan te vragen om ruiende knobbelzwanen te vangen en te doden ter verkleining van de populatie en de schade (blz. 26). Dit betreft populatiebeheer en is niet het doel van dit plan wat gericht is op schadebeheer en is in strijd is met de voorwaarden voor populatiebeheer zoals opgenomen in de beleidsregel. De zwanenpopulatie neemt af en dat is des te meer reden om geen dieren te doden, maar om schade te vergoeden. Wat is de reactie van de gedeputeerde hierop?
Rustgebieden trekganzen
In het faunabeheerplan wordt ook aangegeven dat in rustgebieden voor trekganzen afschot van knobbelzwanen zal plaatsvinden, maar dat hierbij rekening zal worden gehouden met de eventueel aanwezige ganzen (blz. 26).
Dit valt niet te rijmen met het bieden van de noodzakelijke rust aan trekganzen en het zo veel mogelijk stimuleren dat zij in deze gebieden foerageren. Afschot van knobbelzwanen in deze gebieden zal, wanneer hier ganzen of anderen beschermde dieren aanwezig zijn, onvermijdelijk tot onrust en verstoring zorgen, omdat vogels verjagen het doel is van afschot en daarmee andere beschermde dieren worden verstoord.
Afstemming andere provincies
Wat de staat van instandhouding betreft, wordt aangegeven dat hiervoor naar het Nederlandse deel van de trekroutepopulatie moet worden gekeken. Dit betekent dus dat ook de aantallen knobbelzwanen in andere provincies relevant zijn, evenals de invloed van het beheer in de provincies tezamen op de staat van instandhouding. In het faunabeheerplan wordt echter niets vermeld over het beheer in andere provincies en de omvang van het afschot op landelijk niveau. Hebben GS hier naar gekeken en hoe beoordeelt GS dit?
Wij adviseren dus om het faunabeheerplan aan te vullen met informatie over het beheer van knobbelzwanen in andere provincies. Zijn GS hiertoe bereid en zo nee, waarom niet?
Interessant voor jou
Bijdrage Commissie Duurzame Ontwikkeling d.d. 13 juni 2018 Kadernota 2018, Kaderbesluit Groen en concept-uitvoeringsagenda Rijke Groenblauwe Leefomgeving
Lees verderKadernota 2018
Lees verder