Milieu gebaat bij vleesbelasting
De gevolgen van de productie van vlees voor klimaat en biodiversiteit zijn groot, zo blijkt uit het openingsartikel van het Tijdschrift Milieu van de Vereniging van Milieuprofessionals op 28 september. Om de nadelige effecten aan te pakken is een belasting op de consumptie van vlees in Westerse landen nodig.Een dergelijke belasting is in lijn met het 'vervuiler betaalt' principe en kan effectief bijdragen aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen door de veehouderij.
In het artikel maken de vijf auteurs, alle medewerkers van CE Delft - Oplossingen voor milieu, economie en technologie, duidelijk dat de veehouderij verantwoordelijk is voor 18 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dat is meer dan het aandeel van verkeer en vervoer. Daarbij leidt vleesproductie tot watertekort en -vervuiling, erosie, verwoestijning en verlies van soortenrijkdom, ook en vooral bij de productie van veevoer. Ook dierenwelzijn is, vooral in de bio-industrie, een punt van aandacht.
Tot slot wijzen diverse studies erop dat de overmatige vleesconsumptie in Westerse landen negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid, wat ook tot maatschappelijke kosten kan leiden. Daar komt bij dat de FAO (2006) verwacht dat de consumptie van vlees tot 2050 zal verdubbelen.
Zonder actie zullen de milieueffecten dus nog aanzienlijk toenemen. Ten slotte levert de consumptie van vlees ook een bijdrage aan het verlies aan biodiversiteit, wereldwijd en in Nederland. Volgens een recente rapportage van het MNP e.a. is het beperken van vleesconsumptie één van de weinige effectieve manieren om de achteruitgang van biodiversiteit wereldwijd te remmen.
Consumentenheffing
Een consumentenheffing op vleesproducten in westerse landen is de meest voor de hand liggende route om de ingrijpende milieueffecten van de veehouderij aan te pakken. Dit kan via een afschaffing van het verlaagde BTW-tarief voor vleesproducten of een nieuw in te voeren accijnstarief. Bij de precieze invulling van een vleesbelasting kan onderscheid worden gemaakt naar productiemethode (al dan niet biologisch) en mogelijk ook naar het type vlees (kip, rund, ...). Vanuit milieuoogpunt is er geen duidelijke aanleiding om onderscheid te maken tussen biologische en conventionele productie, maar mogelijk wel tussen type vlees. Het meenemen van samengestelde producten ('soep met ballen') is een ander discussiepunt.
De opbrengsten zouden kunnen worden ingezet om extra reductiemaatregelen in de productieketens te stimuleren. Een BTW-verhoging of vergelijkbare accijns zou in eerste instantie leiden tot extra overheidsinkomsten van ruim Euro 600 miljoen per jaar. Deze raming is gebaseerd op de huidige vleesomzet van circa Euro 4,7 miljard per jaar.
Bron: www.milieufederatie.nl/
De Partij voor de Dieren Zuid-Holland is het hier van harte mee eens! Marianne Thieme heeft hierover al een motie in de Tweede Kamer ingediend.
Gerelateerd nieuws
Ganzenproeverij: een dubieuze aangelegenheid
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer Voedselkwaliteit (LNV) staat garant voor dubieuze keuzes inzake het voor handel en cons...
Lees verderMaatschappelijke organisaties willen af van bio-industrie
Amsterdam, 11 oktober 2007 – Acht grote maatschappelijke organisaties roepen de Tweede Kamer op om de voorstellen van M...
Lees verder