Partij voor de Dieren stelt vragen over aanleg illegale weg in natuur­gebied


16 april 2008

Den Haag, 17 april 2008 – De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland stelt vragen aan Gedeputeerde Staten in deze provincie over de aanleg van een illegale weg in het plassengebied in Reeuwijk. Het gaat om een gedeelte van het plassengebied dat is aangewezen als beschermd natuurmonument en vogelrichtlijngebied. Hoewel de weg zonder vergunning is aangelegd, wil de provincie deze handelwijze achteraf alsnog legaliseren.

Medio maart is de gemeente Reeuwijk samen met een projectontwikkelaar begonnen aan de aanleg van een zogeheten werkweg voor de bouw van drie villa's ten zuiden van de plas Broekvelden-Vettenbroek in Reeuwijk. De werkweg zal later gaan dienen als fietspad en mogelijk als ontsluitingsweg voor de villabewoners en vergunninghouders die in dat gedeelte van het plassengebied mogen komen. De werkweg ligt op de oever van de plas Broekvelden-Vettenbroek. Het gaat hier om een gebied dat is aangewezen als beschermd natuurmonument op grond van de Vogelrichtlijn en de Natuurbeschermingswet 1998.

De werkweg was tot half maart een smal, glibberig wandelpad. Voor de aanleg van de werkweg is geen toets uitgevoerd op grond van de Flora- en faunawet en er is geen ontheffing ingevolge de Natuurbeschermingswet verleend. Dat had wel gemoeten, omdat in het gebied onder andere de ringslang en de meervleermuis voorkomen. Deze dieren zijn zeer gevoelig voor verstoring en genieten daarom een zware bescherming op grond van genoemde wet. Daar komt nog bij dat de aanleg van de werkweg plaatsvond in de periode waaraan dit gebied zijn status heeft te danken, namelijk als rustgebied in de winter voor overwinterende soorten watervogels zoals smienten, krakeenden en kleine zwanen.

De Partij voor de Dieren (PvdD) in Zuid-Holland beschikt over betrouwbare informatie waaruit blijkt dat de provincie Zuid-Holland van plan is om de projectontwikkelaar alsnog de vergunning te verlenen en zo de aanleg van de illegaal aangelegde werkweg achteraf te legaliseren. De PvdD wil daarom van Gedeputeerde Staten (GS) in Zuid-Holland weten waarom de provincie als verantwoordelijke instantie niet direct bestuursrechterlijk is opgetreden tegen de aanleg van de weg.

Ook vraagt de PvdD of het klopt dat de provincie Zuid-Holland heeft toegezegd dat er alsnog een vergunning wordt verleend. En als dat het geval is, wil de PvdD weten waarom GS ervoor kiezen om illegale praktijken achteraf te legaliseren. Een dergelijke handelwijze deugt niet, stelt de PvdD, omdat dat indruist tegen de doelstellingen van de wet en de doelstellingen van Europese regelgeving. De (provinciale) overheid moet het goede voorbeeld geven en overtreders van wetten straffen in plaats van ze de hand boven het hoofd te houden.

Gerelateerd nieuws

Muskusrattenbestrijding verre van succesvol

Dierenbeschermers prikken door mythe heen. De Landelijk Coördinator Muskusrattenbestrijding claimt succes bij het bestri...

Lees verder

Oorkonde van de Partij voor de Dieren voor circuswerende gemeente Alphen aan den Rijn

Op vrijdag 25 april om 14.00 uur reikt Statenlid mevrouw A.H.K. van Viegen, namens de Partij voor de Dieren in Zuid-Holland, ...

Lees verder