Partij voor de Dieren wil stop­zetting afschot reeën bij Noordwijk

Den Haag, 12 juli 2010 – De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland wil dat de provincie een einde maakt aan het afschieten van gezonde reebokken en reeën bij de zeereep in Noordwijk. De partij vraagt zich af waarom deze dieren worden gedood, vooral omdat er aanwijzingen zijn dat de reeënstand in dat gebied de laatste jaren sterk terugloopt. Bovendien hebben de reeën een nuttige functie bij het begrazen van de zeereep.

De afgelopen tijd kreeg de Partij voor de Dieren (PvdD) meerdere meldingen binnen over het afschieten van reeën nabij Noordwijk. Het gaat om de zeereep langs de Oorlogsweg, bij het fietspad tussen de Noraweg en de Zandvoortse Slag. De zeereep vergrast en verstruikt in hoog tempo. Reeën gaan dit tegen door er te grazen en vervullen daarmee dus een nuttige functie in het gebied.

In december 2006 gaf de provincie toestemming aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland om de reeënstand in diverse delen van Zuid-Holland te reguleren. Er werd toen voor een periode van vijf jaar vastgesteld hoeveel reeën en reebokken er jaarlijks mochten worden gedood. Volgens de PvdD is daarbij helemaal geen rekening gehouden met mogelijke wijziging van omstandigheden, bijvoorbeeld het (te) sterk teruglopen van het aantal reeën. Dat laatste lijkt het geval te zijn, volgens informatie waarover de PvdD beschikt.

De PvdD heeft daarom over deze kwestie vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. De partij wil onder meer weten hoeveel reebokken en reeën er dit jaar in de Bollenstreek al zijn afgeschoten en hoeveel er momenteel nog rondlopen in de boswachterij Noordwijk. En als het klopt dat de reeënstand daar enorm is achteruitgegaan, welke aanleiding is er dan om toch nog dieren te doden, vraagt de PvdD zich af. Temeer omdat op de zeereep de reebokken en reeën geen schade aanrichten.

Ook vindt de partij het onwenselijk om voor een periode van vijf jaar op voorhand vast te stellen hoeveel dieren er in een bepaald gebied mogen worden afgeschoten. Ze vraagt de provincieleiding daarom om zo snel mogelijk te stoppen met deze vorm van populatiebeheer. Als het al nodig is om reeën en reebokken te doden, dan moet er sprake zijn van maatwerk, stelt de Partij voor de Dieren.