Zorg­vul­diger afweging provincie voor onthef­fing­ver­lening doden van wilde dieren nood­za­kelijk


1 maart 2021

Den Haag, 1 maart 2021 – Als de rechter heeft geoordeeld dat in Zuid-Holland wilde dieren niet mogen worden afgeschoten, dan moet de provincie zich daarbij neerleggen. Nu gaat de provincie tegen de rechterlijke beslissing in hoger beroep en krijgt dan alsnog ongelijk. Dat is zonde van de kosten, de tijd en de menskracht en het vraagt om een veel zorgvuldiger afweging om een ontheffing te verlening om dieren te doden, stelt de Partij voor de Dieren.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verloren in relatief korte tijd diverse hoger beroepszaken over het verlenen van ontheffing op het verbod om knobbelzwanen, vossen en konijnen te doden. Ook heeft de rechter een voorlopige voorziening getroffen om geen damherten in de Hoeksche Waard te mogen doden. Volgens het provinciebestuur veroorzaken de dieren schade of overlast. De faunabeheereenheid in Zuid-Holland kreeg daarom toestemming de dieren af te schieten. Maar de rechter veegt dat argument elke keer van tafel en verbiedt het doden van de dieren.

De Partij voor de Dieren wil nu van Gedeputeerde Staten weten waarom ze telkens in hoger beroep gaan als de rechter hen telkens in het ongelijk stelt. Want daar zijn geld, tijd en menskracht mee gemoeid die beter aan andere zaken kunnen worden besteed, zoals schadevergoeding zonder dieren te hoeven doden. Ook is de vraag in hoeverre die kosten zich verhouden tot de vermeende economische schade die voor de provincie hét argument is om de dieren te laten doden.

Het provinciebestuur kan voortaan beter het verlenen van ontheffing op het verbod om dieren af te schieten, zorgvuldiger beoordelen. En als de provincie vindt dat sommige dieren schade of overlast veroorzaken, zou ze moeten onderzoeken of die zonder ontheffingverlening met niet-dodelijke methoden kunnen worden voorkomen, suggereert de Partij voor de Dieren.

Verder vraagt de partij of de provincie bereid is meer zetels binnen het bestuur van de faunabeheereenheid beschikbaar te stellen voor natuur- en dierenwelzijnsorganisaties. Dan zijn zij niet langer sterk in de minderheid ten opzichte van grondeigenaren, agrariërs en jagers binnen dat bestuur en kan een zorgvuldiger advies worden afgegeven aan het provinciebestuur. Ook wil de partij weten hoe vaak de provincie de ontheffingsbesluiten afstemt met de faunabeheereenheid en hoe vaak met natuur- en dierenwelzijnsorganisaties. De Partij voor de Dieren vraagt dat, omdat ze op dit punt twijfels heeft over de onafhankelijke rol en de eigen verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten als bevoegd gezag.

Gerelateerd nieuws

Goede zorg voor gewonde wilde dieren in Zuid-Holland

Den Haag, 19 februari 2021 – De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland wil het vervoer en zo nodig het uit het lijden verloss...

Lees verder

Partij voor de Dieren hekelt verdwijnen paardenweitjes en moestuinen Duin- en Bollenstreek

Den Haag, 19 april 2021 – Na jaren gedogen willen de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek (Katwijk, Noordwijk, Lisse, Hilleg...

Lees verder