Zuid-Holland laat konijnen en vossen gruwe­lijke dood sterven

Den Haag, 9 november 2012 – De provincie Zuid-Holland geeft toestemming om konijnen en vossen die langs het HSL-traject leven, op een gruwelijke manier te doden. De dieren worden niet alleen afgeschoten, ook hun holen worden dichtgegooid. Daardoor sterven ze een langzame verstikkingsdood. De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland verzet zich daar fel tegen en pleit voor diervriendelijker methoden.

De provincie Zuid-Holland heeft ontheffing verleend van de Flora- en faunawet om konijnen en vossen te doden die in de buurt van het traject van de Hoge Snelheidslijn (HSL) leven. Konijnen zijn beschermde inheemse diersoorten en mogen dus niet zonder reden worden gedood.

Volgens de provincie veroorzaken deze dieren echter ernstige graafschade, wat kan leiden tot verzakkingen. Daarmee zou de veiligheid van het Zuid-Hollandse deel van het HSL-traject in gevaar komen. Daarom mogen konijnen en vossen worden afgeschoten. Maar tevens mogen de holen van deze dieren worden dichtgegooid, ook als er bijvoorbeeld nog moeders met jongen in zitten. Zij sterven daardoor een langzame verstikkingsdood.

De Partij voor de Dieren in Zuid-Holland vindt het onbegrijpelijk dat de provincie toestemming heeft gegeven voor deze methoden. Het is volgens de partij onethisch en zeer dieronvriendelijk om konijnen- en vossenholen dicht te gooien. Het veroorzaakt groot dierenleed omdat de dieren hierdoor een gruwelijke dood sterven.

De partij wijst Gedeputeerde Staten er op dat er veel diervriendelijker methoden bestaan om konijnen of vossen uit een gebied weg te krijgen. Ze baseert zich hierbij op een rapport van deskundigen. Daarin staat dat de dieren in het hol moeten worden verstoord om ze de kans te geven naar een andere plek te vluchten. Ook kunnen de dieren worden gevangen en worden verplaatst naar een ander gebied. Dit moet bij voorkeur in een bepaalde periode van het jaar en met zorg gebeuren om stress en overlijden van de dieren te voorkomen. Bovendien moet het nieuwe leefgebied zó zijn ingericht dat de dieren er kunnen overleven.

Sowieso moet altijd worden gecontroleerd of holen zijn verlaten voordat ze worden dichtgegooid. Volgens de Partij voor de Dieren gebeurt dat nu niet. Verder vraagt de partij zich af waar dan die ernstige graafschade en het gevaar voor de veiligheid daadwerkelijk uit bestaat, zoals de provincie beweert. Ook vraagt ze zich af hoe het komt dat de fundering van het HSL-spoor kennelijk zo slecht is dat dit de treinen niet kan dragen en waarom er bij de aanleg of later geen graafwerend gaas is aangelegd.

Daar komt nog bij dat in het coalitieakkoord van het huidige college van Gedeputeerde Staten is vastgelegd dat de provincie goede nieuwe diervriendelijke mogelijkheden stimuleert en benut. De Partij voor de Dieren wil dan ook weten of de provincie wel voldoende heeft onderzocht welke diervriendelijke alternatieven er voor het dichten van holen van konijnen en vossen zijn en waarom die niet worden toegepast.