Effecten agrarisch natuur­beheer

Indiendatum: feb. 2017

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Datum : 9 februari 2017

Onderwerp : Effecten agrarisch natuurbeheer

Aanleiding

Een van de pijlers van de Zuid-Hollandse inzet voor weidevogels is (de realisatie van) het NatuurNetwerkNederland (NNN). Binnen de realisatieopgave zijn er twee grote veenweidegebieden: de Gouwe Wiericke/De Venen en de Krimpenerwaard. Recent hoorden wij verontrustende geluiden met betrekking tot de Krimpenerwaard die leiden tot de volgende vragen.

De BBL/Provinciegronden in de Krimpenerwaard zijn uitgegeven aan de Natuurcoöperatie en het Zuid-Hollands Landschap. Deze twee partijen geven de gronden vervolgens uit aan agrariërs. Het lijkt er op dat er door beide organisaties verschillende voorwaarden worden gesteld aan de agrariërs.

Vragen

1) Welke voorwaarden heeft de provincie Zuid-Holland meegegeven aan de Natuurcoöperatie en het Zuid-Hollands-Landschap voor het gebruik en het uitgeven van de gronden aan agrariërs?

2) Is er door de provincie meegegeven dat de gronden niet mee mogen tellen voor derogatie? Zo nee, waarom niet?
Wordt er door Zuid-Hollands Landschap aan agrariërs de voorwaarde meegegeven dat zij de gronden niet mogen meetellen voor derogatie?

3) Wordt er door de Natuurcoöperatie aan agrariërs de voorwaarde meegeven dat zij de gronden niet mogen meetellen voor derogatie?

4) Bent u bekend met de constatering van het PBL (pagina 166 bijlage provinciaal natuurbeleid, Achtergrondrapport lerende evaluatie van het Natuurpact) dat circa 16 procent van de landnatuur een te hoge stikstofdepositie heeft? En dat de provincie 160 procent meer bereikt op de VHR-doelen als verdroging, vermesting en verzuring in het NNN en ‘overige natuur’ wordt opgelost?

5) Hoe beoordeelt u in dat licht het bemesten van deze NNN-gronden?

6) Als er agrariërs zijn die gronden in de Krimpenerwaard laten meetellen voor derogatie, hoe kan de provincie of RVO daar verandering in aanbrengen?

7) Bent u bereid u in te spannen om deze BBL-gronden in de Krimpenerwaard maximaal te laten functioneren als NNN, en dus de bemesting er van te beperken?

8) Daarnaast vernamen wij dat er een pilot loopt om 20 ha van NNN in de Krimpenerwaard uit te geven voor de teelt van cranberry's. Klopt het dat de provincie instemt met een pilot om 20 ha in dit gebied te gebruiken voor de teelt van cranberry's?

9) Beoordeelt u dit als agrarisch natuurbeheer? Zo ja, kunt u dit nader toelichten?

10) Welke gevolgen heeft dit voor de te bereiken natuurwaarden in dit stukje NNN en dan bijzonder voor de weidevogels?

11) Hoe wordt dit verlies van 20 ha natuur gecompenseerd (uitdeuken?)

Anne Koning, PvdA

Carla van Viegen, PvdD