Schriftelijke vervolgvragen gevolgen afschaffen melkquotum
Indiendatum: jul. 2015
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Datum : 20 juli 2015
Onderwerp : Schriftelijke vervolgvragen afschaffen melkquotum
__________________________________________________________________________
Toelichting
Het afschaffen van het melkquotum op 1 april 2015 heeft verregaande nadelige gevolgen voor mensen, dieren, de natuur en het milieu. Het betekent dat melkveehouders hun koeien onbeperkt melk mogen laten produceren. Ook zijn veel Zuid-Hollandse melkveehouders nieuwe stallen aan het bouwen zodat ze meer koeien kunnen houden. In 2015 heeft de provincie Zuid-Holland –voor zover bij ons bekend- nú al minimaal 86 (!) vergunningen verleend voor het uitbreiden van melkveehouderijen, bouwen van nieuwe stallen en uitbreiding van de melkveestapel. In heel 2014 waren er dit circa 55.
Runderen zijn goed voor bijna een vijfde van de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen. Dat is meer dan auto’s, vliegtuigen en alle andere vormen van transport samen. En meer koeien betekent meer mest, meer milieuvervuiling en aantasting van de leefomgeving van mens en dier, terwijl er al een enorm mestoverschot is. Verder neemt ook de uitstoot van stikstof toe en komt er ook meer fosfaat in de natuur, zowel op het land als in het water. Dat heeft zeer nadelige consequenties voor de biodiversiteit en ook de bodem-, lucht- en waterkwaliteit, met name in de kwetsbare Natura 2000-gebieden en het draagt bij aan de verergering van het klimaatprobleem.
De Nederlandse landbouw draagt bijna voor de helft bij aan de uitstoot van stikstof, waarvan ruim de helft afkomstig is uit de melkveehouderij.[1] En waar melkveebedrijven die mogen uitbreiden dichtbij de natuur liggen, zijn er risico’s dat daar ook de uitstoot van ammoniak toeneemt. Het provinciebestuur verleende bijvoorbeeld tot 1 juli geen extra vergunningen ingevolge de Natuurbeschermingswet voor uitbreidingen van veehouderijen rond het Natura 2000-gebieden Nieuwkoopse Plassen en De Haeck, omdat de stikstofdepositie al te hoog was.[2]
Verder is de toename van het aantal koeien volgens de Vogelbescherming een bedreiging voor de weidevogels.[3]
Toelichting op vraag 2
De Nederlandse melkveehouderij heeft vorig jaar meer mest geproduceerd dan volgens het zelf opgelegde fosfaatplafond was toegestaan. In 2014 produceerde de melkveehouderij 86,1 miljoen fosfaat. Dat is 1,2 miljoen kilo boven het fosfaatplafond van 84,9 miljoen kilo fosfaat.[4] Door de enorme uitbreiding en schaalvergroting en dus nog meer koeien zal het mestoverschot alleen nog maar groter worden. Het aantal koeien en vaarskalveren steeg in Nederland van 1 juli vorig jaar tot 1 juli dit jaar met 3,6 procent (ruim 111.000 stuks). Dit blijkt uit Identificatie en Registratie (I&R) gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Door te veel mest kunnen meststoffen (stikstof en fosfaat) in het grond- en oppervlaktewater terechtkomen. De meststof nitraat is schadelijk voor het drinkwater.
Toelichting op vraag 3
Op woensdag 1 juli 2015 is de regeling PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) in werking getreden. De Natuurbeschermingswet 1998 wordt zodanig aangepast dat vergunningen vanaf die datum worden getoetst aan de PAS. In de PAS zijn alle Natura 2000-gebieden opgenomen waarbinnen ten minste één stikstofgevoelig habitattype voorkomt dat te maken heeft met overbelasting door stikstof. Uitbreiding of wijziging van bestaande (melk)veehouderijen kunnen leiden tot een toename van de stikstofdepositie boven de gestelde grenswaarden.
Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.
Vragen
1) Bent u het met onze fractie eens dat met het verdwijnen van het melkquotum de milieuproblemen, zoals extra stikstof- en methaanuitstoot, door de melkveehouderij vergroot worden? Zo nee, waarom niet?
2) Op welke wijze ziet u toe op de grond- en waterkwaliteit aangezien er meer meststoffen in het grond- en oppervlaktewater zullen komen en welke extra maatregelen gaat u treffen?
3) Op welke wijze gaat u hierop toezien en handhaven?
4) Gaat u naast de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) nog andere maatregelen nemen om de uitstoot van stikstof te laten dalen en een bijdrage te leveren aan vermindering van het klimaatprobleem? Zo ja, welke en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
5) In het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 staat op pagina 7 vermeld dat de provincie ruimte geeft aan een duurzame en diervriendelijke landbouwsector en dat de provincie zich sterk maakt voor goede waterkwaliteit, dierenwelzijn en een schoon milieu. Hoe verhoudt zich deze uitspraak in relatie tot de vele verleende ontheffingen voor uitbreiding van (melk)veehouderijen en aantal dieren die zorgen voor meer mestoverschot, stankoverlast, vervuiling van bodem en water en een afname van dierenwelzijn omdat veel meer koeien jaarrond op stal zullen blijven staan?
6) Hoeveel vergunningsaanvragen rond de Nieuwkoopse Plassen en De Haeck zijn door de provincie tot 1 juli 2015 geweigerd? Worden er nu wel weer vergunningen verleend en zo ja hoeveel zijn dat er en wat is de impact hiervan op het Natura 2000-gebied?
7) Welke gevaren ziet u voor het bereiken van de afgesproken natuurdoelen in relatie tot de toename van de melkveehouderij in Zuid-Holland en de hieraan gerelateerde toenemende stikstof- en nitraatuitstoot?
8) Bent u het met onze fractie eens dat deze situatie zorgelijk is en dat de groei van de melkveehouderij in de provincie aan banden gelegd moet worden omwille van het welzijn van mensen en dieren, de natuur en het milieu? Zo ja, bent u bereid het verlenen van ontheffingen voor uitbreidingen opnieuw te bezien en op zijn minst veel kritischer te beoordelen? Zo nee, waarom niet?
9) Welke aanvullende maatregelen zijn er op provinciaal niveau mogelijk om de stikstof-, methaan- en lachgasuitstoot door de melkveehouderij te verminderen, behalve via de PAS aanpak en gaat u dit ook doen? Zo nee, waarom niet?
10) Wat is uw oordeel over de het grote risico teruggang van de weidevogels als gevolg van de toename en schaalvergroting van de melkveehouderij, mede gezien uw verantwoordelijkheid voor de verbetering van de weidevogelstand?
11) Wat vindt u ervan dat het voedsel van dieren wordt aangepast en dat dieren genetisch worden gemanipuleerd om minder milieu-uitstoot te geven, met andere woorden dat dieren worden aangepast aan de milieu-uitstoot en niet andersom[5]?
12) Door het provinciebestuur zijn veel vergunningen verleend voor uitbreidingen van veestallen. Naast de eerder genoemde zorgpunten over uitbreiding en schaalvergroting is de kwaliteit van de ruimte en het landschap ook een zorgpunt. Het gevaar is dat er door een verminderde vraag over tien jaar heel veel leegstaande veestallen zijn en het dezelfde kant opgaat als met de leegstaande bedrijventerreinen en kantoorlocatie, die beslag leggen op de ruimte en het landschap blijvend ontsieren. Welke voorzorgsmaatregelen worden door GS genomen om herhaling van een dergelijke ongewenste situatie in de toekomst in ruimtelijk opzicht te voorkomen?
A.H.K. van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland
[1] http://www.natuurenmilieu.nl/media/1103798/2014_april_position_paper_mest_update.pd
[2] http://www.nieuweoogst.nu/scripts/edoris/edoris.dll?tem=LTO_TEXT_VIEW&doc_id=223921#.VaVof03Ntes
[3] http://nos.nl/artikel/2047875-weidevogels-ernstig-bedreigd-door-koeienexplosie.html
[4] http://www.melkvee.nl/nieuws/7015/fosfaatproductie-melkveehouderij-boven-plafond
[5] http://www.refdag.nl/nieuws/economie/zuinige_koeien_die_minder_eten_en_minder_methaan_uitstoten_1_336023
Indiendatum:
jul. 2015
Antwoorddatum: 1 jan. 1970
Klik hier voor de antwoorden.
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen n.a.v. rechterlijke uitspraak klimaatdoelen
Lees verderSchriftelijke vragen intrekking jachtakte/wapenvergunning zwanendrifters Zuid-Holland
Lees verder