Schrif­te­lijke vragen kappen bomen N210 Krim­pe­ner­waard

Antwoord van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 26 februari 2010)
Nummer 2358

Onderwerp Kappen bomen N210 Krimpenerwaard

Aan de leden van Provinciale Staten

Toelichting vragensteller

De provinciale weg N210 loopt in de provincie Zuid-Holland van Krimpen aan den IJssel naar Schoonhoven (loopt in de provincie Utrecht door tot aan IJsselstein) en is de belangrijkste verkeersader door de Krimpenerwaard. De N210 is destijds vanwege de veengrond op palen gebouwd. Door diverse omstandigheden is deze constructie sterk verouderd. De N210 tussen Krimpen aan den IJssel en Bergambacht wordt daardoor in zijn geheel vernieuwd en schuift maximaal 30 meter op.
Door het aanleggen van deze nieuwe weg heeft er een grootschalige bomenkap plaatsgevonden langs de N210 tussen Bergambacht en Krimpen aan de Lek. Honderden bomen zijn verdwenen en moeten verdwijnen vanwege het landschaps¬plan van de provincie Zuid-Holland. Dit gedeelte van de N210 krijgt het beeld van ‘een lijn door het open landschap’. Ook zouden deze bomen ziek zijn of in slechte staat. Volgens een woordvoerster van de provincie Zuid-Holland worden alle gekapte bomen middels herplant altijd teruggeplaatst.
Bomen langs provinciale wegen in het weidegebied hebben een belangrijke waarde als herkenbare groene linten in het landschap, zowel in landschappelijk als ook in ecologisch opzicht (natuurwaarde en natuurlijke afvang van CO2). Daarnaast bieden bomen enige beschutting aan fietsers in een verder zeer open landschap.

1. Bent u met ons van mening dat bomenrijen langs provinciale wegen een belangrijke functie en waarde hebben in landschappelijk en ecologisch opzicht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De bomenrijen langs provinciale weg hebben zeker niet allemaal een belangrijke functie en waarde uit landschappelijk oogpunt. Het landschap van de Krimpenerwaard heeft grotendeels een open karakter. Hierin horen de bestaande bomenrijen niet thuis. Ook uit het oogpunt van het “duurzaam veilig” inrichten van de weg zijn deze bomenrijen niet wenselijk. Een van de belanrijkste kenmerken van het duurzaam veilig inrichten van de weg, is het obstakelvrij zijn van de weg. Uit ecologisch oogpunt hebben de bomen natuurlijk wel waarde. Daarom worden er ook 834 bomen teruggeplant.

2. Welk onderzoek heeft u gedaan om de genoemde bomen te sparen?

Antwoord

Er is in het voortraject van de aanbesteding van de N210 een onderzoek gedaan naar de conditie van de bomen langs de N210. Uit dit onderzoek bleek dat de meeste bomen achterstallig onderhoud hadden en in een slechte conditie waren. Een groot deel van de bomen is een gevaar voor het wegverkeer. Bij harde wind breken grote takken af. Deze vallen op de weg, waardoor ernstige ongelukken kunnen ontstaan.

3. Hoeveel bomen zijn er in totaal langs de N210 in de Krimpenerwaard gekapt en worden er mogelijk nog gekapt?

Antwoord

Er is een kapvergunning voor de kap van totaal 532 bomen.

4. Zijn er bomenrijen gekapt waarvan ook vitale bomen deel uitmaakten? Zo ja, kunt u nader toelichten waarom ze gekapt zijn?

Antwoord

Er zijn bomenrijen, waarvan ook vitale bomen uitmaakten, gekapt. Dit in het kader van het “duurzaam veilig” inrichten van de nieuwe weg. Tevens moesten er bomen worden gekapt voor het uitvoeren van het omleggen van kabels en leidingen ten behoeve van het realiseren van rotondes ter plaatse van de oude kruisingen. Ook zijn er bomen gekapt in het kader van de landschapsvisie, welke door de landschapsarchitect van de provincie is opgesteld.

5. Worden er ook bomen teruggeplant? Zo ja, hoeveel en welke soort bomen, waar en op welke termijn?

Antwoord

Er worden in totaal 834 bomen teruggeplant. Dit zullen voornamenlijk Elzen zijn. Dit is een gebiedseigen boom. Deze zullen worden teruggeplant in het stedelijke gebied van de gemeente Krimpen aan den IJssel en de gemeente Nederlek tussen km 0.3 en km 4.2.

6. In het Milieueffectrapport: Vernieuwing N210, versie 3 definitief augustus 2005 (1) staat dat er drie varianten zijn voor de landschappelijke inpassing:
• handhaven van de accentuering van de weg door de wegbegeleidende (plaatselijk dubbele) bomenrij;
• zoveel mogelijk weglaten van hoge opgaande beplanting om aan te sluiten bij de openheid van de Krimpenerwaard en de weg zelf minder te accentueren;
• plaatselijk lage wegbegeleidende beplanting van bijvoorbeeld knotwilgen of elzen. Voor welke variant uiteindelijk gekozen is, wordt niet vermeld. Kunt u aangeven en toelichten voor welke landschappelijke inpassing gekozen is?

(1) http://www.n210.nl/bestanden/pdf/mer_n210_versie_3.1.pdf

Antwoord

Uiteindelijk is er gekozen voor verschillende landschapsvarianten in de verschillende wegvakken. Zo is er gekozen voor gebiedseigen beplanting (Elzen) langs de weg tussen km 0.3 en km 4.2. Hier is duidelijk een stedelijke inpassing van de weg. Langs de rest van de weg van km 4.2 tot km 14.3 is gekozen voor het open karakter van het polderlandschap met accentuering van de kavellijnen door het aanbrengen van struikgewas. Ten behoeve van de invulling van de landschapsvisie van de provincie wordt momenteel door de aannemer een landschapsplan gemaakt.

Den Haag, 30 maart 2010.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

secretaris, M.H.J. van Wieringen-Wagenaar

voorzitter, J. Franssen