Schrif­te­lijke vragen roerdomp Ooster­duinse meer

Indiendatum: feb. 2010

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Aan : Gedeputeerde Staten
Datum : 26 februari 2010
Onderwerp : Schriftelijke vragen roerdomp Oosterduinse meer

Toelichting
Nederland is een delta, waar vroeger uitgestrekte moerassen voorkwamen. Moerasvogels als de roerdomp waren talrijk en kenmerkend voor de Lage Landen. Door grootschalige ontginningen en kwaliteitsverlies van bestaand moeras is de roerdomp in vrijwel heel Europa achteruit gegaan. In Nederland broeden internationaal gezien nog steeds belangrijke aantallen. Na relatief hoge aantallen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, is het aantal paren roerdompen nu fors lager en is de soort op veel plaatsen nagenoeg verdwenen. Op dit moment zijn er nog ongeveer 200-250 broedparen in Nederland.

De belangrijkste oorzaak voor de afname van de roerdomp is het verdwijnen en/of ongeschikt worden van zijn leefomgeving. Zoals slechte waterkwaliteit, peilverlagingen, toegenomen water- en oeverrecreatie, verdwijnen van leefgebied als gevolg van versnippering en te intensief rietbeheer. Met name in de broedtijd kan een verstoring leiden tot het verdwijnen van de roerdomp.

De bescherming van de roerdomp is op papier goed geregeld. Hij staat op de Rode Lijst en is opgenomen in het Beschermingsplan Moerasvogels 2000-2004 van het Ministerie van LNV, dat door Vogelbescherming Nederland wordt gecoördineerd. Het is verder een Bijlage 1 soort van de Vogelrichtlijn, waardoor lidstaten de verplichting tot bescherming van de roerdomp hebben in de daarvoor aangewezen gebieden. Speerpunten in het beschermingsbeleid in Nederland zijn: inzet op vergroting kerngebieden, stimuleren natuurlijk waterbeheer, minder intensieve rietteelt, voorlichting en advisering over optimaal beheer en inrichting. Maar hoe goed is het in de praktijk geregeld?

Kappen van riet Oosterduinse Meer
Het Oosterduinse Meer is particulier eigendom, maar de oevers (en de rest van het recreatiegebied) worden beheerd door de Groenservice Zuid-Holland (GZH), dat onder de verantwoordelijkheid van de provincie Zuid-Holland valt. Recentelijk is aan de westkant van het meer een grote rietkraag, alsmede de buffer tussen rietkraag en fietspad door de GZH volledig gekapt, zijnde de habitat van de roerdomp.

Roerdompen foerageren in het broedseizoen in ondiep beschut water, langs meer of minder opgaande, overjarige en veelal beschut gelegen oevervegetaties van riet of lisdodde, langs rietranden die grenzen aan extensief beheerd grasland en in vochtige laagten met lage moerasvegetatie in meer open grasland.

Door het volledig kappen van de rietkraag is de habitat van de roerdomp nu in zijn geheel verdwenen.

Vragen
Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voorleggen.

1. Kunt u aangeven wie de opdrachtgever is geweest om het riet –vermeld in de toelichting- volledig te kappen?
2. In het Beschermingsplan Moerasvogels 2000-2004 staat onder paragraaf 5.5 op pagina 33: “Het is bekend dat er te weinig waterriet en overjarig riet aanwezig is in Nederlandse moerasgebieden waar bijvoorbeeld het baardmannetje en de roerdomp van kunnen profiteren”.
Kunt u aangeven wat de reden is dat er in één keer gekapt is, aangezien het gebruikelijk is riet gefaseerd weg te snijden om de habitat van het baardmannetje en de roerdomp te beschermen?
3. Bent u bereid in de toekomst bij het Oosterduinse Meer en op alle andere plaatsen riet gefaseerd weg te snijden? Zo nee, waarom niet?
4. Bent u het met onze fractie eens dat er nodeloos een habitat van een Rode Lijstsoort is vernield? Zo ja, bent u bereid stappen te ondernemen om de schade te herstellen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
5. Welke andere maatregelen gaat u nemen om habitatvernietiging van de roerdomp in de toekomst te voorkomen in die gebieden waar de provincie voor verantwoordelijk is?

A.H.K. van Viegen


Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland