Schrif­te­lijke vragen Opdracht om gewonde dieren te mogen doden


Indiendatum: 4 apr. 2025

Toelichting

Op 25 februari 2025 heeft de Omgevingsdienst Haaglanden namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bekend gemaakt dat besloten is om een opdracht ex artikel 3.18, eerste en vierde lid, van de Wet natuurbescherming te geven aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland om in het wild levende dieren die op enigerlei wijze gewond zijn geraakt uit hun lijden te mogen verlossen door het dier opzettelijk te doden of om deze dieren te kunnen bevrijden en zo mogelijk los te laten wanneer zij op welke manier dan ook verstrikt of bekneld zijn geraakt en ze te vervoeren als dat hierbij nodig is. Het gaat om de volgende diersoorten: de knobbelzwaan, de bever, de wolf, de otter, de das, de vos, het ree, het damhert, het edelhert, het wild zwijn, de wasbeer, de wasbeerhond, het sikahert, de muntjak en de goudjakhals.[1]

Naar aanleiding van deze opdracht stelt de Partij voor de Dieren de volgende vragen en onze fractie verzoekt het college om alle vragen apart te beantwoorden.

 Vragen

1)     Het wilde zwijn en het edelhert komen sinds heugenis niet voor in Zuid-Holland. Waarom heeft het college deze dieren toegevoegd aan de ontheffingverlening?

2)     Wie bepaalt of een gewond dier echt niet meer te redden is?

3)     Hoe wordt de deskundigheid en kennis geborgd van het gebruik van snij- en steekwapens?

4)     Wat is de procedure, die gevolgd moet worden om een gewond dier te mogen doden?

5)     Wie controleert of er juist wordt gehandeld? En hoe wordt dit gecontroleerd?

6)     Jagers hebben geen medische opleiding gevolgd en kunnen geen deskundig medisch oordeel vellen. Wordt hierbij de verplichting gehanteerd dat een onafhankelijk bevoegde persoon een medische toetsing doet, zoals een dierenarts om te voorkomen dat dieren onnodig worden gedood? Zo nee, waarom niet? En bent u in dat geval bereid dit verplicht op te nemen in de procedure die geldt voor de genoemde gewonde dieren? Zo nee, waarom niet?

7)     Hoe wordt voorkomen en getoetst dat er ongeoorloofd afschot plaats vindt, zoals misbruik en de strikte bescherming van dieren, zoals de wolf?

8)     In de ontheffing in tabel 1 op pagina 10 staat een uiteenzetting van aantallen aangereden, en overige redenen, dieren.  Bij de reeën staat een relatief hoog aantal overig, in de jaren 2021 en 2022 vallen 212 onder overig, in het jaar 2023 245 en in het jaar 2024 268 onder overig. Dit laatste aantal is zelfs hoger dan het aantal aangereden reeën.  Wat valt er allemaal onder overig? Wat zijn de verschillende redenen waardoor dit aantal reeën uit het lijden is verlost?

9)     Kunnen Provinciale Staten een jaarlijks overzicht ontvangen van de diersoorten en plaatsen waar gewonde dieren zijn gedood? Zo nee, waarom niet?

10)  Wanneer wordt er gekozen voor revalidatie en terugzetting in de vrije natuur en wie bepaalt dat?

11)  Komt de aanpak van Zuid-Holland overeen met de aanpak in andere Europese landen waar revalidatie van gewonde dieren succesvol wordt toegepast?

12)  Worden hiervan verslagen en rapportages gemaakt en zo ja, kunnen Provinciale Staten deze ontvangen? Zo nee, waarom niet en is het college bereid om deze alsnog te gaan maken? Zo nee, waarom niet?

13)  Kunt u onderbouwd toelichten hoe deze opdracht zich verhoudt tot de Habitatrichtlijn en de Wet natuurbescherming, die de vrij levende dieren als wolven strikt beschermen?

14)  Welke juridische en ecologische risico’s brengt deze opdracht volgens het college met zich mee?

15)  Is er een verzekering afgesloten voor de in de ontheffing genoemde handelingen (het valt namelijk niet onder de verzekering van jagers)? Zo ja, door wie? Zo nee, welke actie gaat het college hierop nemen?

Carla van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provincie Zuid-Holland

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen stortplaats Zuideindseweg achter nr. 55 in Delfgauw

Lees verder

Technische vragen Samenhangende Aanpak Natuurherstel en Economie SANE

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer