Tech­nische vragen provin­ciale ontheffing verlening gebieds­ge­richte ontheffing Haven­be­drijf verstoren van nesten en leef­ge­bieden beschermde soorten in Haven Indu­strieel Complex


Indiendatum: 25 feb. 2025

Naar aanleiding van de bovengenoemde ontheffingverlening heeft de Partij voor de Dieren de volgende technische vragen

Vragen

1)     Verlening en verlenging van de geldigheidsduur van de gebiedsgerichte ontheffing was mogelijk doordat er strikte ecologische werkprotocollen zijn opgesteld, afgestemd op de werkzaamheden in het havengebied, en omdat er met een goede monitoring een vinger aan de pols gehouden wordt voor de borging en versterking van de staat van instandhouding van beschermde soorten. Wat houden deze ecologische werkprotocollen precies in?

2)     De werkwijze heeft zich reeds bewezen als effectief instrument om binnen de gestelde kaders ecologie en economie goed samen te laten gaan in het HIC. Kan worden aangeven op welke wijze dit bewezen is?

3)     In het Soortenmanagementsplan (SMP) is per biotoop met bijbehorende beschermde soorten een ecologisch werkprotocol (EWP) opgenomen. Hierin worden de voorwaarden beschreven waaronder ruimtelijke ingrepen moeten worden uitgevoerd om overtreding van de Wnb zoveel mogelijk te voorkomen en indien dat niet mogelijk is, hoe met mitigerende en compenserende maatregelen negatieve effecten zoveel mogelijk verminderd kunnen worden. Kan op hoofdlijnen worden aangegeven aan welke voorwaarden ruimtelijke ingrepen moeten voldoen om overtredingen van de Wnb zoveel mogelijk voorkomen worden? En welke mitigerende en compenserende maatregelen worden genomen om negatieve effecten zoveel mogelijke verminderen?

4)     Hoe wordt de duurzame staat van instandhouding van de betreffende soorten gewaarborgd?

5)     Het doel van het SMP is dat er op gebiedsniveau gezorgd wordt dat het leefgebied voor soorten er positiever uitkomt, dan wanneer er per project een losse ontheffing aangevraagd zou worden die alleen de ingreep zelf zou mitigeren en/of compenseren. Kan onderbouwd worden aangegeven of deze doelstelling ook daadwerkelijk wordt behaald? En hoe dit gecontroleerd wordt?

6)     Door deze totaalaanpak wordt dit bewaakt en zijn er afspraken gemaakt over verbeterende en mitigerende maatregelen, het terreinbeheer en de bijbehorende monitoring. Hoe wordt dit bewaakt en om welke afspraken gaat het dan?

7)     Daarnaast worden middels de gebiedsgerichte aanpak soortspecifieke maatregelen genomen, waarbij gericht leefgebied van een aantal van de SMP-soorten wordt verbeterd, een ecologische plus voor de populatie wordt gerealiseerd. Om welke soortspecifieke maatregelen gaat het? Kan worden aangegeven hoe wordt getoetst dat gericht leefgebied van de SMP-soorten ook daadwerkelijk is verbeterd? En wat wordt er gedaan als dat niet zo is (Deze maatregelen hebben betrekking op de groenknolorchis, de buizerd, de ransuil, de roek en de rugstreeppad)?

8)     Hoe ontwikkelt de biodiversiteit zich in het algemeen in het HIC? Is deze trend positief of negatief en voor welke soorten?

9)     Ieder jaar wordt een voortgangsrapportage opgesteld door HbR en aangeleverd aan de OZHZ. Hierin staat het volgende:

-          verslaglegging uitgevoerde deelprojecten;
-          voortgang planning deelprojecten;
-          overzicht van alle aangetroffen verblijfplaatsen en functies;
-          verslag en overzicht uitgevoerde maatregelen in relatie tot de aangetaste aangetroffen verblijfplaatsen en functies;
-          Verslag en inzicht in de gecreëerde verbetering van habitat van de beschermde soort (de “plus”) in het kader van overdimensionering door het creëren van nieuwe of verbeteren van bestaande verblijfplaatsen en functioneel leefgebied;
-          monitoringsresultaten.

Kunnen PS deze jaarlijkse voortgangsreportage ontvangen?

10)  Verder staat aangegeven dat wanneer uit de monitoring blijkt dat een populatie van een soort een negatieve trend laat zien, nagegaan moet worden of de voorgestelde maatregelen afdoende zijn, of dat dit aan natuurlijke fluctuatie ligt. Mochten de maatregelen niet afdoende zijn, dan worden deze aangepast. Wat deze verandering inhoudt, is soort- en locatieafhankelijk. Wie beoordeelt dat en is aanpassing verplicht? Wie is hiertoe bevoegd (is dat de OZHZ)?

11)  Waarom worden de diverse meeuwensoorten niet genoemd, die ook in het HIC leven?

12)  Voor verlening van een gebiedsgerichte ontheffing op basis van een SMP moet de staat van instandhouding van de soorten gewaarborgd zijn. De Wnb vereist voor Vogelrichtlijnsoorten dat de ingrepen niet leiden niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten. Voor Habitatrichtlijnsoorten en andere soorten vereist de Wnb dat de ingrepen geen afbreuk doen aan het streven de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Kan schematisch worden aangegeven hoe heeft de biodiversiteit zich de afgelopen 10 jaar ontwikkeld in het HIC? Monitoringsgegevens? Met name voor de beschreven soorten:

-            Buizerd
-            Sperwer
-            Havik
-            Boomvalk
-            Ransuil
-            Roek
-            Slechtvalk
-            Zandhagedis
-            Rugstreeppad
-            Schubvaren
-            Blaasvaren
-            Smalle raai
-            Glad biggenkruid

13)  De jaarlijkse Havenscan is het instrument dat aangeeft of een soort of leefgebied in de gevarenzone komt: komt de soort voor in het projectgebied, dan moet er een EPvA gemaakt worden om de staat van instandhouding te borgen voor het HIC. Kunnen we de havenscans van de afgelopen vier jaar ontvangen?

14)  De lokale populatie van de schubvaren in het SMP-gebied is in de periode 2013 tot en met 2022 verdwenen. Eén exemplaar groeide sinds enige jaren in een steenglooiing van de Pistoolhaven, deze is tijdens de laatste bezoeken als weinig vitaal vastgesteld en is sinds 2020 ook niet meer teruggevonden. Het verdwijnen van dit exemplaar is niet gerelateerd aan werkzaamheden of activiteiten. Hoe is dit vastgesteld?

15)  Bijlage 5: evaluatie van de staat van instandhouding van (hierna: SvI) de buizerd in het SMP-gebied, het in beeld brengen van risico’s voor de lokale populatie en een advies om de lokale SvI van de buizerd in het HIC te versterken. Kunnen wij dit advies ontvangen?

16)  Bijlage 6: uitwerking van mogelijke maatregelen voor de havenbuizerd, waaronder het behoud en versterken van bestaande nestplaatsen, compensatie bij ontwikkelingen van bestaande locaties, creëren van nieuwe nestlocaties en beschrijving van ervaringen met testlocaties. Kunnen wij de beschrijving ontvangen?

17)  Bijlage 7: adviesrapport met mogelijkheden voor de rugstreeppad in het havengebied van Rotterdam met een beschrijving van het voorkomen van de soort in het havengebied, het in beeld brengen van bedreigingen, een beschrijving van maatregelen om de lokale SvI te waarborgen en een actieplan voor compensatie in de Europoort en op de Maasvlakte. Kunnen wij dit adviesrapport ontvangen?

18)  Bijlage 8: beheerplan rugstreeppad poelen op de Maasvlakte. Beschrijving van beheermaatregelen, de beschrijving van kansen en bedreigingen, monitoring en richtlijnen voor translocatie van rugstreeppadden. Kunnen wij deze beschrijving ontvangen?

19)  Bijlage 9: beschrijving van nut en noodzaak van een Ecologische Stapsteen op het Krabbeterrein. Dit is illustratief voor de uitwerking van een project in het kader van de ambitie van het HbR om natuurwaarden in de haven te versterken conform de Havenvisie 2030. Kunnen wij deze beschrijving ontvangen?

20)  Bijlage 10: update beheerplannen HbR, najaar 2023 tot en met zomer 2024. De uitwerking van de jaarlijkse actualisaties en uitvoeringsplannen voor het beheer van verschillende terreinen binnen het havengebied, die allen een op maat gesteld natuurgericht beheer kennen. Kunnen wij deze update ontvangen?

21)  Kan worden aangegeven hoe de gunstige staat van instandhouding van de in het havengebied aanwezige meeuwen zich de afgelopen 10 jaar heeft ontwikkeld? Kunt u dat mogelijk weergeven in een grafiek per meeuwensoort?

22)  Het herkennen van de eieren van de juiste meeuwensoort is heel moeilijk en het gevaar is groot dat niet de eieren van de juiste meeuwensoort worden geregistreerd als deze uit het nest worden gehaald. Hoe wordt geborgd dat dit WEL op de correcte manier gebeurt en de juiste soort wordt geregistreerd?

23)  Nieuwe leefgebieden worden ingericht en populaties versterkt, waardoor voldoende leefgebied voor de soorten wordt geborgd en een ecologische plus voor verschillende beschermde soorten gerealiseerd kan worden. Hoeveel nieuwe leefgebieden en voor welke soorten zijn er gerealiseerd. En hoe groot zijn die gebieden?

Carla van Viegen
Fractievoorzitter partij voor de Dieren
Provincie Zuid-Holland

Technische vragen provinciale ontheffing verlening gebiedsgerichte ontheffing Havenbedrijf verstoren van nesten en leefgebieden beschermde soorten in Haven Industrieel Complex (ODH1244889)

Naar aanleiding van de bovengenoemde ontheffingverlening heeft de Partij voor de Dieren de volgende technische vragen: 

1) Verlening en verlenging van de geldigheidsduur van de gebiedsgerichte ontheffing was mogelijk doordat er strikte ecologische werkprotocollen zijn opgesteld, afgestemd op de werkzaamheden in het havengebied, en omdat er met een goede monitoring een vinger aan de pols gehouden wordt voor de borging en versterking van de staat van instandhouding van beschermde soorten. Wat houden deze ecologische werkprotocollen precies in? 

Antwoord: De betreffende ecologisch werkprotocollen maken onderdeel uit van het SMP en het ontwerpbesluit SMP-ontheffing. De ecologische werkprotocollen zijn ter inzage gelegd bij de publicatie van het ontwerpbesluit en daar te downloaden tot en met 24 maart 2025 (zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2025-1982.html) Zie hiervoor de hoofdstukken 10 tot en met 18 van het SMP (document bSR-rapport_471, Soortenmanagementplan_Havenbedrijf_Rotterdam, 2023, eindversie, 19nov2024). 

2) De werkwijze heeft zich reeds bewezen als effectief instrument om binnen de gestelde kaders ecologie en economie goed samen te laten gaan in het HIC. Kan worden aangeven op welke wijze dit bewezen is? 

Antwoord: De aangevraagde SMP-ontheffing betreft een voortzetting van een methodiek die al meer dan tien jaar wordt toegepast onder een gebiedsgerichte ontheffing en door de jaren heen verfijnd is naar de situatie in het HIC. Door de jaarlijkse monitoring die sinds 2013 uitgevoerd wordt, is de staat van instandhouding, verspreiding en ontwikkeling van de SMP-soorten binnen het SMP-gebied bekend. Op basis van deze uitgevoerde monitoring is aangetoond dat de staat van instandhouding van de beschermde soorten is geborgd. In de SMP-aanvraag is opgenomen dat deze monitoring wordt voortgezet. Zie voor een toelichting van de staat van instandhouding blz. 17 van het Ontwerpbesluit en onze beoordeling op blz. 24 van het Ontwerpbesluit. In §7.3 van het bijgevoegde SMP wordt de staat van instandhouding per in het SMP-opgenomen soort toegelicht. 

3) In het Soortenmanagementsplan (SMP) is per biotoop met bijbehorende beschermde soorten een ecologisch werkprotocol (EWP) opgenomen. Hierin worden de voorwaarden beschreven waaronder ruimtelijke ingrepen moeten worden uitgevoerd om overtreding van de Wnb zoveel mogelijk te voorkomen en indien dat niet mogelijk is, hoe met mitigerende en compenserende maatregelen negatieve effecten zoveel mogelijk verminderd kunnen worden. Kan op hoofdlijnen worden aangegeven aan welke voorwaarden ruimtelijke ingrepen moeten voldoen om overtredingen van de Wnb zoveel mogelijk voorkomen worden? En om welke mitigerende en compenserende maatregelen worden genomen om negatieve effecten zoveel mogelijke verminderen? 

Antwoord: De voorwaarden, maatregelen en werkwijzen om overtredingen van de Wnb zoveel mogelijk te voorkomen zijn uitgewerkt in de bijgevoegde EWP’s. Voor de ecologische werkprotocollen verwijzen wij u naar de hoofdstukken 10 tot en met 18 van het SMP. 

4) Hoe wordt de duurzame staat van instandhouding van de betreffende soorten gewaarborgd?

Antwoord: De staat van instandhouding van de SMP-soorten wordt geborgd met de in het SMP uitgewerkte maatregelen, aangescherpt op onderdelen in de voorschriften van het ontwerpbesluit. Daarnaast zijn er soortspecifieke maatregelen opgesteld waarbij gericht leefgebied van ontheffingsplichtige beschermde soorten wordt verbeterd, een ecologische plus voor de populatie wordt gerealiseerd). Voor een nadere toelichting van de verbetering van de leefgebieden verwijzen wij naar §4.3 van het SMP, de bijlagen 5 tot en met 10 van het SMP en de beschrijving van de lange termijnvisie op blz. 12 van het ontwerpbesluit. Deze documenten vindt u terug bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

5) Het doel van het SMP is dat er op gebiedsniveau gezorgd wordt dat het leefgebied voor soorten er positiever uitkomt, dan wanneer er per project een losse ontheffing aangevraagd zou worden die alleen de ingreep zelf zou mitigeren en/of compenseren. Kan onderbouwd worden aangegeven of deze doelstelling ook daadwerkelijk wordt behaald? En hoe dit gecontroleerd wordt? 

Antwoord: Onderdeel van het SMP is een jaarlijkse monitoring middels de Havenscan. De Havenscan bestaat uit een soortgerichte monitoring en het jaarlijks in beeld brengen van de actuele aanwezige potenties (geschikte leefgebieden) voor de beschermde soorten binnen het HIC. Deze monitoring wordt reeds uitgevoerd sinds de afgifte van de gebiedsgerichte ontheffing in 2013. Hiermee wordt een goed overzicht verkregen van de aanwezige beschermde populaties en de potenties voor deze soorten binnen het HIC. Voor meer informatie over de Havenscan verwijzen wij u naar bijlage 4 van het SMP en onze beoordeling van de lopende monitoring op blz. 23 van het ontwerpbesluit. Deze documenten vindt u terug bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

6) Door deze totaalaanpak wordt dit bewaakt en zijn er afspraken gemaakt over verbeterende en mitigerende maatregelen, het terreinbeheer en de bijbehorende monitoring. Hoe wordt dit bewaakt en om welke afspraken gaat het dan? 

Antwoord: Voor een uitwerking van de maatregelen verwijzen wij u naar de EWP’s behorende bij het SMP. Voor een toelichting op de monitoring (Havenscan) verwijzen wij u naar bijlage 4 van het SMP. Voor een concrete uitwerking van de verbetering van het leefgebied van de SMP-soorten verwijzen wij u naar de bijlagen 5 tot en met 10 van het SMP. Deze documenten vindt u terug bij de publicatie van het ontwerpbesluit. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) houdt toezicht op de naleving. Het HbR heeft op grond van voorschrift 18 van het ontwerpbesluit een jaarlijkse rapportageplicht van de monitoring richting de OZHZ. 

7) Daarnaast worden middels de gebiedsgerichte aanpak soortspecifieke maatregelen genomen, waarbij gericht leefgebied van een aantal van de SMP-soorten wordt verbeterd, een ecologische plus voor de populatie wordt gerealiseerd. Om welke soortspecifieke maatregelen gaat het? Kan worden aangegeven hoe wordt getoetst dat gericht leefgebied van de SMP-soorten ook daadwerkelijk is verbeterd? En wat wordt er gedaan als dat niet zo is (Deze maatregelen hebben betrekking op de groenknolorchis, de buizerd, de ransuil, de roek en de rugstreeppad)? 

Antwoord: Zie het antwoord op vraag 4 en 6. Middels de jaarlijkse monitoring en de verplichte rapportage daarvan wordt de voortgang en uitvoering van het SMP bewaakt. Indien de monitoringsresultaten hiertoe aanleiding geven, kunnen door de OZHZ aanvullende maatregelen worden opgelegd. 

8) Hoe ontwikkelt de biodiversiteit zich in het algemeen in het HIC? Is deze trend positief of negatief en voor welke soorten?

Antwoord: Onder de Havenscan worden de lokale populaties van 23 verschillende soorten in het HIC sinds 2013 jaarlijks gemonitord. Voor de resultaten van deze monitoring verwijzen wij u naar §7.2, tabel 4 van het SMP. Hier wordt per soort de ontwikkeling vanaf 2013 weergegeven. Hieruit valt te concluderen dat de biodiversiteit zich goed ontwikkeld onder de gebiedsgerichte aanpak. 

9) Ieder jaar wordt een voortgangsrapportage opgesteld door HbR en aangeleverd aan de OZHZ. Hierin staat het volgende: - verslaglegging uitgevoerde deelprojecten; - voortgang planning deelprojecten; - overzicht van alle aangetroffen verblijfplaatsen en functies; - verslag en overzicht uitgevoerde maatregelen in relatie tot de aangetaste aangetroffen verblijfplaatsen en functies; - Verslag en inzicht in de gecreëerde verbetering van habitat van de beschermde soort (de “plus”) in het kader van overdimensionering door het creëren van nieuwe of verbeteren van bestaande verblijfplaatsen en functioneel leefgebied; - monitoringsresultaten. Kunnen PS deze jaarlijkse voortgangsreportage ontvangen? 

Antwoord: Deze rapportages worden opgesteld mede in het kader van toezicht en handhaving. Om de OZHZ deze taak goed te kunnen laten uitvoeren, is het niet wenselijk om deze rapportages standaard toe te zenden aan PS. 

10) Verder staat aangegeven dat wanneer uit de monitoring blijkt dat een populatie van een soort een negatieve trend laat zien, nagegaan moet worden of de voorgestelde maatregelen afdoende zijn, of dat dit aan natuurlijke fluctuatie ligt. Mochten de maatregelen niet afdoende zijn, dan worden deze aangepast. Wat deze verandering inhoudt, is soort- en locatieafhankelijk. Wie beoordeelt dat en is aanpassing verplicht? Wie is hiertoe bevoegd (s dat de OZHZ)? Indien de monitoringsresultaten hiertoe aanleiding geven, kunnen door de OZHZ aanvullende maatregelen worden opgelegd. Dit is in het ontwerpbesluit geborgd in voorschrift 18, sub g. 11) Waarom worden de diverse meeuwensoorten niet genoemd, die ook in het HIC leven? 

Antwoord: In het SMP wordt ingegaan op de zorgplicht van de Wnb en zijn mitigerende maatregelen opgenomen om overtredingen van verbodsbepalingen te voorkomen. Zo wordt bij de uitvoering van werkzaamheden rekening gehouden met het broedseizoen van vogels. Met deze mitigerende maatregelen, is voor deze beschermde soorten geen sprake van overtreding van de Wnb. Op basis van de ecologische onderzoeken is geconcludeerd dat overtredingen ten aanzien van aantal vogelsoorten niet voorkomen kan worden, zodoende is hier ontheffing voor benodigd en ook aangevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld voor een aantal roofvogelsoorten met jaarrond beschermde nesten. 

12) Voor verlening van een gebiedsgerichte ontheffing op basis van een SMP moet de staat van instandhouding van de soorten gewaarborgd zijn. De Wnb vereist voor Vogelrichtlijnsoorten dat de ingrepen niet leiden niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten. Voor Habitatrichtlijnsoorten en andere soorten vereist de Wnb dat de ingrepen geen afbreuk doen aan het streven de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Kan schematisch worden aangegeven hoe heeft de biodiversiteit zich de afgelopen 10 jaar ontwikkeld in het HIC? Monitoringsgegevens?
Met name voor de beschreven soorten: - Buizerd - Sperwer - Havik - Boomvalk - Ransuil - Roek - Slechtvalk - Zandhagedis - Rugstreeppad - Schubvaren - Blaasvaren - Smalle raai - Glad biggenkruid 

Antwoord: Onder de Havenscan wordt de lokale populatie van 23 verschillende soorten in het HIC sinds 2013 jaarlijks gemonitord. Voor de resultaten van deze monitoring verwijzen wij u naar §7.2, tabel 4 van het SMP. Hier wordt per soort de ontwikkeling vanaf 2013 weergegeven. 

13) De jaarlijkse Havenscan is het instrument dat aangeeft of een soort of leefgebied in de gevarenzone komt: komt de soort voor in het projectgebied, dan moet er een EPvA gemaakt worden om de staat van instandhouding te borgen voor het HIC. Kunnen we de havenscans van de afgelopen vier jaar ontvangen? 

Antwoord: De Havenscans van 2013 tot en met 2022 zijn toegevoegd in bijlage 4 van het SMP. Deze documenten vindt u terug bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

14) De lokale populatie van de schubvaren in het SMP-gebied is in de periode 2013 tot en met 2022 verdwenen. Eén exemplaar groeide sinds enige jaren in een steenglooiing van de Pistoolhaven, deze is tijdens de laatste bezoeken als weinig vitaal vastgesteld en is sinds 2020 ook niet meer teruggevonden. Het verdwijnen van dit exemplaar is niet gerelateerd aan werkzaamheden of activiteiten. Hoe is dit vastgesteld? 

Antwoord: Het exemplaar is verdwenen, zonder dat er werkzaamheden of activiteiten uitgevoerd zijn bij de groeiplaats. Dit is vastgesteld tijdens de jaarlijkse Havenscan. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar §7.3.1 op blz. 42 van het SMP. 15) Bijlage 5: evaluatie van de staat van instandhouding van (hierna: SvI) de buizerd in het SMP-gebied, het in beeld brengen van risico’s voor de lokale populatie en een advies om de lokale SvI van de buizerd in het HIC te versterken. Kunnen wij dit advies ontvangen? Zie bijlage 5 bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

16) Bijlage 6: uitwerking van mogelijke maatregelen voor de havenbuizerd, waaronder het behoud en versterken van bestaande nestplaatsen, compensatie bij ontwikkelingen van bestaande locaties, creëren van nieuwe nestlocaties en beschrijving van ervaringen met testlocaties. Kunnen wij de beschrijving ontvangen? 

Antwoord: Zie bijlage 6 bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

17) Bijlage 7: adviesrapport met mogelijkheden voor de rugstreeppad in het havengebied van Rotterdam met een beschrijving van het voorkomen van de soort in het havengebied, het in beeld brengen van bedreigingen, een beschrijving van maatregelen om de lokale SvI te waarborgen en een actieplan voor compensatie in de Europoort en op de Maasvlakte. Kunnen wij dit adviesrapport ontvangen? 

Antwoord: Zie bijlage 7 bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

18) Bijlage 8: beheerplan rugstreeppad poelen op de Maasvlakte. Beschrijving van beheermaatregelen, de beschrijving van kansen en bedreigingen, monitoring en richtlijnen voor translocatie van rugstreeppadden. Kunnen wij deze beschrijving ontvangen?
Antwoord: Zie bijlage 8 bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

19) Bijlage 9: beschrijving van nut en noodzaak van een Ecologische Stapsteen op het Krabbeterrein. Dit is illustratief voor de uitwerking van een project in het kader van de ambitie van het HbR om natuurwaarden in de haven te versterken conform de Havenvisie 2030. Kunnen wij deze beschrijving ontvangen? 
Antwoord: Zie bijlage 9 bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

20) Bijlage 10: update beheerplannen HbR, najaar 2023 tot en met zomer 2024. De uitwerking van de jaarlijkse actualisaties en uitvoeringsplannen voor het beheer van verschillende terreinen binnen het havengebied, die allen een op maat gesteld natuurgericht beheer kennen. Kunnen wij deze update ontvangen? 
Antwoord: Zie bijlage 10 bij de publicatie van het ontwerpbesluit. 

21) Kan worden aangegeven hoe de gunstige staat van instandhouding van de in het havengebied aanwezige meeuwen zich de afgelopen 10 jaar heeft ontwikkeld? Kunt u dat mogelijk weergeven in een grafiek per meeuwensoort? 

Antwoord: Zie antwoord op vraag 11. 

22) Het herkennen van de eieren van de juiste meeuwensoort is heel moeilijk en het gevaar is groot dat niet de eieren van de juiste meeuwensoort worden geregistreerd als deze uit het nest worden gehaald. Hoe wordt geborgd dat dit WEL op de correcte manier gebeurt en de juiste soort wordt geregistreerd? 

Antwoord: Meeuwen behoren niet tot het SMP of de ontheffing, ook wordt er, middels het SMP, geen ontheffing aangevraagd of verleend voor het uit het nest halen van eieren van vogels. Deze activiteiten mogen onder deze ontheffing niet uitgevoerd worden. 

23) Nieuwe leefgebieden worden ingericht en populaties versterkt, waardoor voldoende leefgebied voor de soorten wordt geborgd en een ecologische plus voor verschillende beschermde soorten gerealiseerd kan worden. Hoeveel nieuwe leefgebieden en voor welke soorten zijn er gerealiseerd. En hoe groot zijn die gebieden? 

Antwoord: Voor een concrete uitwerking van de verbetering van het leefgebied van de SMP-soorten verwijzen wij u naar de bijlagen 5 tot en met 10 van het SMP. Deze documenten vind u terug bij de publicatie van het Ontwerpbesluit.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Gebiedsgerichte ontheffing Havenbedrijf verstoren van nesten en leefgebieden beschermde soorten in Haven Industrieel Complex

Lees verder

Schriftelijke vervolgvragen wilde eend, fazant en houtduif aangeboden aan ambtenaren op de provinciale kerstmarkt

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer