Bijdrage Provinciale Staten Startnotitie herziening omgevingsbeleid module ruimte en wonen en module energietransitie
2d Startnotitie herziening omgevingsbeleid module ruimte en wonen
Voorzitter, de startnotitie en bijbehorende stukken vinden wij er over het algemeen positief uit zien, vooral omdat er een duidelijke focus ligt op bouwen binnen BSD, het beter benutten van al bebouwde locaties, een gezonde en groene leefomgeving, uitvoering van energietransitie en goed openbaar vervoer. De aangegeven lijnen voor wonen, de 3 hectarekaart en wandel- en (snel)fietsroutes kunnen we in grote lijnen volgen.
Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen in landelijk gebied
In onze ogen moeten we echt terug in het aantal agrarische bedrijfsgebouwen om binnen de ecologische grenzen te blijven door de negatieve effecten van de bedrijfsvoering. Hierin wordt ook herhaaldelijk gesproken over het verplaatsen van agrarische ondernemingen, i.p.v. enkel stoppen. In hoeverre draagt dat bij aan een oplossing van problemen. Als het specifiek gaat om (intensieve) veehouderijen helpt het verplaatsen de natuur in dat oorspronkelijke gebied; het kan er echter wel voor zorgen dat er in het nieuwe gebied nieuwe stikstofproblemen ontstaan. Misschien ligt de nieuwe locatie niet naast een natuurgebied, maar alle natuur in Zuid-Holland zou gekoesterd moeten worden. Bovendien wordt de stikstofcrisis vooral landelijk aangepakt, maar dit is juist beleid waar de provincie op kan inspelen. Daarnaast is het zo, dat andere problemen natuurlijk blijven bestaan als een agrarisch bedrijf verplaatst wordt: bijkomende vervuiling voortkomend uit vervoer en veevoerproductie, inefficiënt grondgebruik, volksgezondheid en problemen op het gebied van dierenwelzijn.
Hierover willen we het College het volgende meegeven: Koppel deze ontwikkeling expliciet aan de opgaves voor recreatie, natuur en infrastructuur. Werk aan meer recreatiegebieden in het landelijk gebied, langs de rand van de stad en buiten de kwetsbare natuurgebieden. Er is in het ruimtelijk beleid de mogelijkheid voor de ontwikkeling van groengebieden waar ook landbouw plaatsvindt. Deze zogenaamde “landschapsgronden” vormen een schakel tussen de klassieke landbouwgebieden en de beschermde natuurgebieden. In dit geval worden de betreffende agrariërs niet volledig uitgekocht, maar maak je afspraken met ze over een extensief gebruik van de grond door bijvoorbeeld weilanden om te vormen naar hooilanden met mooie bloemenweiden.
Op deze manier willen we de goede ontwikkelingen langs bijvoorbeeld de duinrand, maar ook andere gebieden met natuurwaarden stimuleren: er ontstaat een buffer tussen natuurgebieden en landbouwgebieden. Het vermindert de stikstofdepositie in de kwetsbare natuurgebieden. Je hebt vervolgens een groengebied om te recreëren én het voorkomt dat die gebieden volgebouwd worden. We zien een dergelijke ontwikkeling graag uitgewerkt in het ontwerpdocument. Graag een reactie van Gedeputeerde hierop.
Met in het achterhoofd het advies van de PAL over het omgevingsbeleid, ligt uiteraard hiervoor niet (alleen) een taak bij de provincie. Maar participatie en integraliteit zijn sleutels tot succes, ook in de samenwerking met de andere bestuurspartners, maar ook met maatschappelijke partners in deze opgave.
2e Startnotitie herziening omgevingsbeleid module energietransitie en notitie reikwijdte en detailniveau
Er staan goede voorstellen in, zoals de warmtetransitie van de gebouwde omgeving van fossiele naar duurzame bronnen, de productie en gebruik van zonne- en windenergie. Een aandachtspunt hierbij is dat het huidige elektriciteitsnet landelijk niet altijd de energievoorziening door zon en wind aan kan. Daar moet een oplossing voor gezocht worden. De Partij voor de Dieren heeft een aantal bezwaren tegen deze startnotitie. Ten eerste. Het klimaatakkoord geeft aan de aarde niet verder te laten opwarmen dan 1,5 °C. In het provinciale voorstel staat mogelijk tot 1,5 °C. Dit vinden we een te zwakke formulering en mag ambitieuzer om de desastreuze gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Want zelfs een opwarming van de aarde van 1,5°C (0,5°C hoger dan de stijging nu is) zal de hele voedselketen beïnvloeden, van fytoplankton tot zeezoogdieren met ernstige gevolgen voor de landbouw, ook in Zuid-Holland. Ook willen we geen nieuwe datacenters in Zuid-Holland en hier zullen we na de startnotitie nader op terugkomen om hiervoor regels op te stellen. We zijn benieuwd welke mogelijkheden het college hiervoor ziet. Graag een reactie.
De Partij voor de Dieren wil dat alle nieuwbouw (woningen en overige gebouwen) energieneutraal of energieleverend wordt uitgevoerd, ongeacht het aantal en tempo, zoals nu wel als voorwaarde is opgenomen.
Verder wil ik vermeld hebben dat de Partij voor de Dieren geen voorstander is van biomassa als energievoorziening, die afkomstig is van mest of houtpellets en houtsnippers, waarvoor bomen gekapt worden. Het verstoken van hout is geen oplossing voor het energievraagstuk. In de startnotitie staat CO2 als grondstof genoemd (CCU). Uit onderzoek blijkt dat dit een techniek is die vooral niet te veel overschat moet worden. In het voorstel staat de WarmtelinQ vermeld, de geldverslindende en niet-duurzame smeerpijp, die de fossiele industrie in het Rotterdamse Havengebied in stand houdt. Alleen dat al is voor de Partij voor de Dieren voldoende reden om tegen deze startnotitie te stemmen. We zullen dus tegen deze startnotitie stemmen. Dank u wel.
Carla van Viegen
Statenlid Partij voor de Dieren
Provincie Zuid-Holland
Interessant voor jou
Bijdrage Provinciale Staten Herziening 2021 Omgevingsbeleid
Lees verderBijdrage RWE commissie Impulsmaatregelen beschermde soorten en versnellen woningbouw
Lees verder