Bijdrage stikstof


24 januari 2020

In Nederland stoten we veel meer stikstof uit dan de natuur kan verdragen. Het gaat om twee soorten stikstof: ammoniak, vooral uit de veehouderij, en stikstofoxiden, onder andere uit het verkeer en de industrie. De Nederlandse landbouwsector draagt het meest bij: de sector is goed voor 45% van de stikstofuitstoot. Het gaat hier vooral om ammoniak, dat uit dierlijke mest en urine de lucht in komt. Wanneer dat neerslaat in een natuurgebied verderop, verzuurt en vermest het de bodem en de natuur, wat slecht is voor veel planten- en diersoorten. Door het falende stikstofbeleid van de overheid is de natuur er uiterst slecht aan toe.

Minder dieren betekent minder mest en daarmee minder stikstof. Alleen met een forse krimp van het aantal dieren dat in Nederland gefokt, gebruikt en gedood wordt, krijgt de natuur weer lucht en kan zij langzaam gaan herstellen van de jarenlange overbelasting. De Partij voor de Dieren wil het aantal dieren met 70% terugdringen, wat bovendien hard nodig is voor andere problemen zoals de klimaatcrisis, dierenwelzijn en de volksgezondheid.

Daarnaast zullen ook andere sectoren hun stikstofuitstoot fors moeten verminderen. Zo bepleiten we een krimp van de luchtvaartsector, moet de subsidie op biomassacentrales stopgezet worden en moet de maximumsnelheid op wegen naar beneden. Ook scheepvaart en havenindustrie in Zuid-Holland dragen een groot deel bij aan de stikstofdepositie.

Het stikstofprobleem is niet nieuw. Al vanaf begin jaren ’70 zijn er zoveel dieren in Nederland, dat boeren de mest van hun dieren niet meer kwijt kunnen. Het ene na het andere kabinet heeft geprobeerd met technische oplossingen en vrijwillige afspraken met de sector het probleem aan te pakken, maar daarbij heeft het aantal dieren altijd door kunnen blijven groeien. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) was de meest recente list van de overheid om de economische belangen veilig te stellen en toch bouw- of uitbreidingsvergunningen te kunnen geven in gebieden waar de stikstofgrenzen van de natuur al lang overschreden waren. De Partij voor de Dieren waarschuwde al sinds 2009, toen de PAS werd ontwikkeld, dat dit tegen de wet zou zijn. In mei 2019 werd het inderdaad onwettig verklaard door de Raad van State, waardoor alle vergunningverlening stil is komen te liggen.

Betere bescherming natuur centraal

Partij voor de Dieren stelt bij de stikstofaanpak de natuur en de draagkracht ervan en de menselijke en dierlijke bewoners centraal en niet het veilig stellen van de korte termijn economische belangen en economische groei! Het is van het grootste belang om de bescherming van de natuur als hoogste prioriteit en uitgangspunt te nemen. Dan heb je niets aan symptoommaatregelen, maar zijn bronmaatregelen fundamenteel noodzakelijk.

De Natura-2000-gebieden zijn aangewezen vanuit een groot belang voor de toekomst van mens en dier. Maar de korte termijn economische belangen winnen het nu nog van de ecologische belangen en zijn daarmee niet in balans. Dit MOET echt veranderen! Meer en robuustere natuur en het stoppen van de ongebreidelde economische groei en vervuiling is noodzakelijk om ook toekomstige generaties een leefbare planeet na te laten en niet te kiezen voor ‘na ons de zondvloed’.

Hoe ethisch is het om maar pleisters te plakken om door te gaan met de huidige landbouw, groei van de luchtvaart, wegenbouw en niet-duurzame woningbouw in ons groene landschap.

Het vergt fundamentele duurzame keuzes voor de lange termijn, die getuigen van lef, moed en standvastigheid: de rug recht houden en niet toegeven aan de korte termijnbelangen.

De Partij voor de Dieren wil inzetten op inkrimping van de veestapel, minder vliegverkeer en minder stikstofuitstoot door wegen- en huizenbouw.

Daarmee wordt de aanpak van de crisis benaderd vanuit een ander lange termijn perspectief.

Natuur beter beschermen

Een gebiedsgerichte aanpak rondom Natura 2000-gebieden en andere natuurgebieden is een belangrijk onderdeel van beleid om de stikstofdeken te reduceren en natuur te herstellen. Natuurbuffers rondom deze gebieden en hydrologische maatregelen zijn nodig!

Naast de noodzakelijke forse depositiereductie is het voor versterking van onze natuur en het bereiken van een goede staat van instandhouding cruciaal dat het Natuurnetwerk Nederland wordt afgemaakt. En dat zeker wordt gesteld dat er geen delen van N2000 en NNN gebieden worden afgesnoept. Binnen het netwerk moeten de nodige ecologische verbindingen tussen natuurgebieden snel worden gerealiseerd en beheerd om de natuur in Zuid-Holland en Nederland robuuster te maken.

De maatregelen voor het verminderen van de stikstofdepositie zullen ook een positief effect moeten hebben op de andere uitdagingen zoals vermindering van uitstoot van broeikasgassen, verbeteren water- en luchtkwaliteit, verdroging en klimaatadaptatie.

Landbouw: inkrimping veestal en omschakeling naar grondgebonden natuurinclusieve en circulaire landbouw

De omslag naar natuurinclusieve landbouw betekent extensivering van het grondgebruik in combinatie met een drastische vermindering van het gebruik van geïmporteerd veevoer, zoals soja, en het gebruik van mest en kunstmest. Krimp van de veestapel is dan een onvermijdelijke uitkomst. Evenals vermindering van vee- en zuivelexport en een meer regionale voedselvoorziening. Een duurzame landbouw met toekomstperspectief voor boeren maakt gebruik van ecologische principes en biodiversiteit als basis. Een transitie van de landbouw is daarom onvermijdelijk en is door een deel van de boeren al ingezet. Veel andere boeren willen de stap wel zetten, maar doen het nog niet en een deel wil gewoon doorgaan op de oude voet. De PvdD vindt dat boeren, ook op sociaal gebied, ondersteund moeten worden bij de omschakeling en dat alle huidige landbouwsubsidies hiervoor moeten worden ingezet en niet meer worden besteed aan de instandhouding van het huidige landbouw systeem. Wij pleiten voor natuurbeheer rondom Natura- 2000 gebieden en geen veehouderijen rondom deze gebieden. We beseffen dat dit voor een individuele boer rondom deze gebieden pijnlijk kan zijn en dit moet zorgvuldig door de overheid worden begeleid. Boeren die niet willen omschakelen moet via goede regelgeving en begeleiding worden gestuurd richting extensieve landbouw, zoals eerder benoemd. Ook gedwongen maatregelen moeten bij de bronaanpak van de stikstofproblematiek niet worden uitgesloten.

Hiervoor zal de provincie extra financiële middelen en deskundigen moeten inzetten.

Van belang is een integrale aanpak, die rekening houdt met de belangen van inwoners, natuur, milieu, dierenwelzijn, landschap, sociale aspecten, kleinschalige familiebedrijven en een duurzame economische ontwikkeling die rekening houdt met wat de aarde aankan.

Landelijk moet worden gestreefd naar een eerlijk prijs voor eerlijk en duurzaam geproduceerd voedsel. Ook moet worden ingezet op een meer plantaardig voedselpatroon, wat een belangrijk instrument is om de stikstofreductie te realiseren.

De PvdD is geen voorstander van lapmiddelen als ander veevoer en andere stalsystemen, die de uitstoot verminderen, maar kiest voor maatregelen, die werkelijk leiden tot een duurzame oplossing.

De subsidie voor mestverwerking zou moeten worden stopgezet en de PvdD vraagt het College om het Rijk op te roepen dit stop te zetten.

Woningbouw

We beseffen dat er sprake is van woningnood, maar nog steeds wordt teveel ingezet op dure eengezinswoningen in plaats van de woonbehoefte aan duurzame kleinere woongelegenheden voor één à tweepersoons huishoudens, goedkope duurzame starterswoningen en duurzame sociale woningen, die niet worden gebouwd in groengebied, maar via herstructurering van bedrijfs- winkel- en kantoorpanden, verouderde glastuinbouwgebieden e.d.

Bindende beleidsmaatregelen

Ten slotte is het van belang bindende regels te stellen, waarbij individuele bedrijven die niet voldoen aan de tussendoelen of aan de termijnen voor stikstofreductie, worden opgeschort of gestaakt door de vergunning tijdelijk te maken. Juridische en ecologische zekerheid moeten zijn geborgd om de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden te halen!

We pleiten voor het enkel verlenen van tijdelijke vergunningen en alleen voor projecten die een geringe(re) emissie en depositie hebben, waarbij vooraf na een gedegen toetsing de wetenschappelijke zekerheid is verkregen dat geen significante effecten zullen optreden op Natura 2000-gebieden.