Schrif­te­lijke vragen agen­de­rings­verzoek behan­del­voorstel motie 1442 Ecolo­gisch in balans met damherten Hoeksche Waard


Indiendatum: 4 jun. 2024

Toelichting

Tijdens de commissievergadering Landelijk Gebied op 29 mei 2024 is gesproken over het agenderingsverzoek behandelvoorstel motie 1442 ‘Ecologisch in balans met damherten Hoeksche Waard’.
Naar aanleiding van de beantwoording door Gedeputeerde Staten leggen de Partij voor de Dieren, CDA en D66 de volgende vragen aan u voor.

Vragen

  1. Hoeveel damherten leven er momenteel in de Hoeksche Waard?
  2. Hoeveel damherten kunnen in het gebied leven volgens de draagkracht van het gebied?
  3. Hoe komt u erbij dat het getal 20 in een motie heeft gestaan, zoals verwoord tijdens de commissievergadering van 29 mei jl.?
  4. Kunt u aangeven waarom de populatie wordt teruggebracht tot het aantal van 20? Waarom dit aantal en wat is hiervan de onderbouwing?
  5. Kunt u uitleggen waarom in het ‘Beheeradvies damwild in de ‘Hoeksche Waard‘ (Zuid-Holland) een aantal van 40 is genoemd en waarom u daarvan afwijkt?
  6. In de Statencommissie Landelijk Gebied van 29 mei heeft GS bij monde van de gedeputeerde Potjer het volgende aangegeven: ”Eerder is het getal van 20 damherten genoemd. Het is belangrijk om een concreet getal te noemen. Het aantal van 20 stond in een eerdere versie van de ingediende motie 1442, maar niet in de definitieve versie. Dus als de Staten vragen om er 30 of 10 of 5 of 50 van te maken, dan kunnen we daar natuurlijk altijd over spreken.” Hoe kunt u verantwoorden dat er zo gemakkelijk en willekeurig met leven en dood van beschermde dieren wordt omgegaan, terwijl de provincie de taak heeft om beschermde inheemse dieren, wat de damherten in de Hoeksche Waard zijn, te beschermen?
  7. Gedeputeerde Potjer geeft in de bovenvermelde commissievergadering ook aan dat motie 1442 in PS besproken is. Het ging hier echter om een motie vreemd, waardoor bespreking niet mogelijk was, maar enkel een stemverklaring. Zijn GS het met ons eens dat daardoor de motie niet besproken kon worden?
  8. Ook heeft de gedeputeerde in dezelfde vergadering aangegeven dat niet GS een besluit neemt, maar dat de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid in mandaat het besluit neemt om de damherten te doden, dus dat de Omgevingsdienst Haaglanden hier verantwoordelijk voor is en Gedeputeerde Staten hier geen verantwoordelijkheid voor dragen. Bent u met ons van mening dat Gedeputeerde Staten ingevolge artikel 3.17 van de Wet Natuurbescherming, die per 1 januari 2024 is overgegaan naar de Omgevingswet, wel degelijk wettelijk verantwoordelijk is voor besluitvorming over de betreffende ontheffing verlening? Kunt u dit nader toelichten?

Carla van Viegen Partij voor de Dieren
Tea Both, CDA
Evita Rozenberg D66

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Technische vragen Jaarstukken 2023

Lees verder

Technische vragen Voorjaarsnota 2024 en Kadernota 2025

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer