Schrif­te­lijke vragen Begroting 2021


Indiendatum: 26 okt. 2020

Vragen

1 pag.28 Kan de vrijval in de financiële ruimte apparaatslasten DLG, greendeal zonnepanelen-Asbest, Zuidelijke Randstad, IRP Goeree Overflakkee nader worden toegelicht? Hoe komt dit?

2 pag.28 Wordt ook de vrijval uit vraag 1 meegenomen om de doelen onderaan pagina 28 te realiseren?

3 pag.28 Hoe wordt de 5,61 mln en mogelijk de 0,37 mln euro verdeeld over de genoemde 8 doelen?

4 pag.53 Bij gebiedsgerichte aanpak staat: ‘Waar mogelijk gaan we deze maatregelen in 2021 ook uitvoeren.’ Wat zijn de belemmeringen en waar zitten de mogelijkheden?

5 pag.63 Er staat: ‘Indien haalbaar en betaalbaar schalen wij succesvolle pilots op met circulair bouwen en CO2-neutraal beheer en onderhoud.’ We vinden dit nogal vaag en vrijblijvend. Wie gaat hier uiteindelijk een besluit over nemen en welke beoordelingscriteria worden hierbij gehanteerd?

6 pag.65 Wat houdt de 3e fase van de duurzaam veilige herinrichting van de N223 in?

7 pag.83 Wat wordt er precies bedoeld met een ‘heldere storyline over de verduurzaming van de gebouwde omgeving’?

8 pag.94 Uit welke middelen wordt de regionale ontwikkelingsmaatschappij van Zuid-Holland van 2 mln euro gerealiseerd?

9 pag.94 Wat houdt een ‘robuust ecosysteem’ voor ondernemerschap precies in?

10 pag.95 Waar moeten we aan denken bij ‘ruimtelijke modernisering’ (glastuinbouwgebieden Oostland en Westland, Broekpolder en Baan en Sotaweg)? Wat zijn de gevolgen voor de ruimte?

11 pag.95 Wat houdt de World Expo Dubai in? En om welke voorbereiding gaat het waar de provincie zich voor inzet? Wat zijn de kosten hiervoor?

12 pag.96 Wat houdt op hoofdlijnen de transitie-agenda microplastics in?

13 pag.97 Thuiswerken zou een nieuwe realiteit kunnen worden voor langere tijd, hoe speelt dit een rol bij beleidsprestatie 4-2-1 in de begroting 2021? (pag.97) Wordt bij werklocaties ook meegenomen dat thuiswerken in de toekomst een structurele vorm gaat aannemen en er dus minder werklocaties nodig zijn

14 pag.102 Wat houdt de gewijzigde planning en fasering van de uitgaven Greenports in?

15 pag.105 Waarom wordt de arbeidscapaciteit Circulair van 0,55 mln uit de algemene reserve gehaald en niet begroot vanuit het economische budget?

16 pag.111 Er staat ‘De provincie wil voortbouwen op de ervaringen die zijn opgedaan binnen succesvolle samenwerkingsprojecten’. Welke zijn dit?

17 pag.113 Wanneer kunnen we de strategie voor zoetwater verwachten?

18 pag.113 Er staat ’In 2027 moeten de doelen van de KRW zijn behaald.’ Wat is het percentage oppervlaktewateren dat nu voldoet aan de KRW?

19 pag.114 NNN Gouwe Wiericke: Hoe staat het er nu voor met de Meije graslanden, die NNN moeten worden?

20 pag.114 Waar zitten nu precies de knelpunten bij de realisatie van de NNN gebieden Gouwe Wiericke en Krimpenerwaard, die nog moeten worden weggenomen?

21 pag.115 Er staat: ‘We vergroten de biodiversiteit in steden, het agrarisch gebied en recreatiegebieden onder meer via het Actieplan Boerenlandvogels en de 40 icoonsoortenbenadering. Uit welke financiële middelen wordt het Actieplan Boerenlandvogels (2019-2027) gerealiseerd?

22 pag.115 Wat wordt precies bedoeld met ‘overlast door in het wild levende dieren wordt op meest diervriendelijke manier bestreden’?

23 pag.119 Waarom wordt het budget NNN voor de Krimpenerwaard met 14 mln verlaagd, Gouwe Wiericke met 1,5 mln verhoogd en de Ecologische Verbindingen met 1,1 mln verhoogd?

24 pag.119 Er wordt 0,1 mln voor het verbeterplan weidevogels doorgeschoven naar 2022 en 2023 en 0,1 mln voor icoonsoorten. Waarom is dat? En waar wordt het precies aan besteed?

25 pag.120 Uit welke middelen wordt het voorzitten Rijn-West van 0,34 mln bekostigd? En het wordt benoemd bij 5.2 (pag.120) en 5.3 (pag.121). Waarom wordt het 2x benoemd? En wat is het provinciale financiële deel?

26 pag.127 Knelpuntenpot: goedkope koop en middenhuur in de huidige woonmarkt zijn nog steeds te duur, hoe wordt bereikt dat de juiste doelgroep wordt bereikt?

27 pag.129 Wat houdt de onderzoekspilot ‘Citta Romana’ in en waarom ondersteunt de provincie dit?

28 pag.140 Er staat ‘het milieubeleid is er tot nu toe sterk op gericht grenswaarden te behalen’. Welke grenswaarden zijn nu behaald en welke nog niet? Wat zijn ook alweer precies die grenswaarden?

29 pag.142 Kan een ‘3d-ordening in ruimtelijke planprocessen bevorderen’ nader worden uitgelegd?

30 pag.144 We missen bij de gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving de verdere uitwerking van het ruiterpadenplan en de 2e fase van het ruiterpadenplan, ook niet qua financiering. Waarom is dit niet benoemd en wat is de stand van zaken?

31 pag.148 Waarom wordt de reserve milieuaspecten omgevingsbeleid (0,14 mln euro) en reserve luchtkwaliteit (1mln euro) niet aangewend voor de verbetering van de luchtkwaliteit?

32 pag.163 Waarom stagneert de totale emissie broeikasgassen en productie van hernieuwbare energie vanaf 2022?

33 pag.179 Hoeveel geld resteert van de 87,6 mln die beschikbaar was voor Kansen voor West II, POP3 en ANLB en hoeveel is er over voor elk programma?

34 pag.186 Wat heeft de ‘makelaar natuurinclusieve landbouw’ tot nu toe gepresteerd en bereikt?

35 pag.215 Gaan we in 2021 maar 200.000 euro aan subsidie geven voor 'Schone energie'? Waarom is dat?

36 Kan worden aangegeven wat het totale bedrag is dat vanuit deze begroting vrijvalt naar de algemene reserve?

Indiendatum: 26 okt. 2020
Antwoorddatum: 4 nov. 2020

Blz. 28: Kan de vrijval in de financiële ruimte apparaatslasten DLG, greendeal zonnepanelen-Asbest, Zuidelijke Randstad, IRP Goeree Overflakkee nader worden toegelicht? Hoe komt dit?

In het bijlageboek bij de begroting is iedere reserve nader toegelicht. Algemene strekking is dat indien het doel waarvoor de reserve dient gerealiseerd is de reserve opgeheven kan worden. Het restant aan middelen dat niet meer nodig is kan vervolgens vrijvallen naar de financiële ruimte en is daarmee weer beschikbaar voor een integrale afweging.

Blz. 28: Wordt ook de vrijval uit vraag 1 meegenomen om de doelen onderaan pagina 28 te realiseren?

De vrijgevallen bedragen maken onderdeel uit van de financiële ruimte en zijn daarmee weer beschikbaar voor een integrale afweging.

Blz. 28: Hoe wordt de 5,61 mln en mogelijk de 0,37 mln euro verdeeld over de genoemde 8 doelen?

In het bijlageboek bij de begroting is per reserve aangegeven wanneer het bedrag dat in exploitatie is opgenomen wordt ingezet voor het doel van de reserve. De genoemde € 5,61 mln wordt dus niet anders verdeeld over de doelen dan op basis van hetgeen opgenomen was bij iedere reserve. Zoals in de vragen hiervoor al aangegeven is het bedrag van € 0,37 mln opgenomen in de financiële ruimte. Dit bedrag is dus niet verdeeld over de 8 genoemde doelen.

Blz. 53: Bij gebiedsgerichte aanpak staat: ‘Waar mogelijk gaan we deze maatregelen in 2021 ook uitvoeren.’ Wat zijn de belemmeringen en waar zitten de mogelijkheden?

De gebiedsgerichte aanpak in het kader van stikstof is aanvullend op de generieke aanpak van het stikstofdossier. Het Rijk is primair verantwoordelijk voor generieke maatregelen en werkt daarin samen met provincies en ander partijen. Voor de gebiedsgerichte aanpak zijn wij afhankelijk van welke generieke afspraken er op het stikstofdossier gemaakt worden. Wij zijn daardoor afhankelijk van wetgeving, beschikbaar instrumentarium, proceduretijd en financiën. Deze aspecten kunnen zowel belemmerend werken als wel mogelijkheden bieden. In de gebiedsgerichte aanpak zijn mogelijkheden om resultaat te bereiken en tot uitvoering te komen onder andere koppelkansen provinciaal beleid, koppelkansen opgaven in de gebieden, proces en draagvlak van gemeenten en andere partijen, subsidieregelingen van het Rijk, het te ontwikkelen Regionaal Stikstof Registratie Systeem en lobby naar rijk en andere partners.

Blz. 63: Er staat: ‘Indien haalbaar en betaalbaar schalen wij succesvolle pilots op met circulair bouwen en CO2-neutraal beheer en onderhoud.’ We vinden dit nogal vaag en vrijblijvend. Wie gaat hier uiteindelijk een besluit over nemen en welke beoordelingscriteria worden hierbij gehanteerd?

Om te bepalen of pilots haalbaar en betaalbaar zijn moeten lopende pilots/ innovaties, zoals op de N211 en N470, gemonitord en geëvalueerd worden. Hier starten we eind 2020 mee. Op basis hiervan worden beoordelingscriteria geformuleerd die worden opgenomen in de infra-innovatiestrategie, welke momenteel in ontwikkeling is. Daarin zal worden uiteengezet dat het opschalen van elke unieke infra-innovatie maatwerk is. Na een geslaagde pilot kan de nadere implementatie drieledig zijn:
1) het aanpassen van de actuele programma's van eisen
2) direct inkopen, indien mogelijk
3) het aanpassen van bestaande (onderhouds)contracten

Van deze drie mogelijkheden zal beoordeeld moeten worden wat de financiële consequenties hiervan zijn. Als alle afwegingen zijn gedaan zal door GS besloten worden over het opschalen van dergelijke succesvolle pilots.

Blz. 68: Wat houdt de 3e fase van de duurzaam veilige herinrichting van de N223 in?

Het laatste deel van de N223, het weggedeelte vanaf rotonde Noord-Lierweg tot aan de A4 wordt in twee fasen Duurzaam Veilig ingericht. Het tracé binnen de gemeente Westland, vanaf rotonde Westerlee tot aan rotonde Noord-Lierweg, is destijds in het 3-in-1 project Westland gerealiseerd. Het tracé binnen de gemeentegrenzen van Midden Delfland heeft een lang participatieproces achter de rug. Hierin is ruim aandacht gegeven aan landschappelijke inpassing in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP), de weidevogelproblematiek alsmede de duurzaamheidsdoelstellingen van de provincie. Zie ook de provinciale website

Blz. 83: Wat wordt er precies bedoeld met een ‘heldere storyline over de verduurzaming van de gebouwde omgeving’?

Er lopen allerlei trajecten voor het beperken van de klimaatverandering en het toekomstbestendig maken van onze samenleving en economie. Deze trajecten gaan gepaard met bestuurlijke afspraken, regelingen en termen. Wij willen dit op een begrijpelijke manier met onze bewoners communiceren. Zodat wij hen niet lastigvallen met het jargon als RESsen, TVW’s, SDE++, BENG, EPC, NodM, hittestress, van gas los, hitte-eilanden en dergelijke, maar op “direct duidelijk” wijze vertellen wat er speelt en wat het voor onze inwoners kan betekenen en zo mogelijk ook hoe dat samenhangt met andere zaken waar zij mee te maken krijgen zoals bijvoorbeeld klimaatadaptatie en stedelijke vernieuwing. Zodat de bewoners het grotere verhaal duidelijk is en zij makkelijker hun weg kunnen naar voor hen relevante ontwikkelingen en regelingen.

Blz. 94: Uit welke middelen wordt de regionale ontwikkelingsmaatschappij van Zuid-Holland van 2 mln euro gerealiseerd?

Dit is budget dat wordt gefinancierd uit de algemene middelen van de provincie.

Blz. 94: Wat houdt een ‘robuust ecosysteem’ voor ondernemerschap precies in?

Door de coronacrisis is extra zichtbaar geworden hoe sterk Nederland en ook Zuid-Holland verbonden is met de wereld door productieketens, handelsrelaties en vervoersbewegingen. Die verwevenheid maakt ook kwetsbaar, bijvoorbeeld als het gaat om productie van medische apparatuur en hulpmiddelen, of als het gaat om netwerken van bedrijven en kennisinstellingen. De ambitie is om te zorgen dat het ecosysteem voor innovatie en ondernemerschap (in brede zin de omgeving waarin bedrijven ondernemen en innoveren) in de toekomst beter bestand is tegen schokken zoals bijvoorbeeld pandemieën en economische crises. Direct en concreet heeft de Provincie in dit licht steun verleend aan projecten in Delft gericht op de ontwikkeling van een mechanisch beademingsapparaat en een snelle productiemethode voor mondmaskers, om bij volgende epidemieën sneller zelf in benodigde medische materialen te voorzien.

Blz. 95: Waar moeten we aan denken bij ‘ruimtelijke modernisering’ (glastuinbouwgebieden Oostland en Westland, Broekpolder en Baan en Sotaweg)? Wat zijn de gevolgen voor de ruimte?

De ambitie is om in 2030 te beschikken over klimaatbestendig en modern productieareaal, gericht op duurzame productie, circulaire inrichting, meer biodiversiteit en beschikbaarheid van energie en duurzame warmte, schoon water en andere productiefactoren. Vanuit de netwerksamenwerkingen Greenports Nederland, Greenport West-Holland en Greenport Aalsmeer wordt ingezet op gebiedsgerichte uitwerking, de provincie Zuid-Holland participeert hier in. De Broekpolder en Baan en Sotaweg zijn twee gebiedsgerichte uitwerkingen met een proces om te komen tot gezamenlijke plannen en projecten voor deze glastuingebieden. De plannen en projecten hebben onder andere betrekking op de thema’s energie, waterhuishouding & watervoorziening voor glastuinbouwbedrijven, huisvesting, wegenstructuur, groen & recreatie, reconstructie van glastuinbouwbedrijven. In deze gebiedsprocessen wordt niet meer ruimte voor glastuinbouw gevraagd, maar wordt de bestaande ruimte zodanig ingericht dat er klimaatbestendig en modern productieareaal ontstaat. Voor het gebiedsproces Broekpolder is 26 oktober j.l. een samenwerkingsconvenant ondertekend tussen provincie, Hoogheemraadschap Delfland, Coöperatie Broekpolder2040 en gemeente Westland. Dit convenant is het resultaat van een bottum-up proces, waarbij het initiatief vanuit de grondeigenaren komt. Voor het gebiedsproces Baan en Sotaweg zijn de eerste gesprekken met ondernemers en bewoners gevoerd en wordt de eerste “tekensessie” voorbereid om de ideeën, wensen en belangen bij elkaar te brengen.

Blz. 95: Wat houdt de World Expo Dubai in? En om welke voorbereiding gaat het waar de provincie zich voor inzet? Wat zijn de kosten hiervoor?

In 2021 organiseert Dubai de 35e Wereldtentoonstelling, ofwel de Expo. Het thema van de Expo 2021 in Dubai is ‘Connecting minds, creating the future’ waarbij veel landen de aandacht volledig op duurzaamheid, schone energie en circulariteit zullen richten. Tijdens de Dubai expo kunnen de deelnemende landen en bedrijven uit de publieke en private sector zich profileren op het gebied van techniek, economie en cultuur. Ook Nederland is vertegenwoordigd met een eigen paviljoen. Het paviljoen zal gaan bestaan uit een circulaire klimaatinstallatie die naadloos aansluit op het door Nederland gekozen thema: de Water, Energy and Food-nexus. Om het Zuid-Hollandse bedrijfsleven optimaal gebruik te laten maken van de Nederlandse deelname aan de Expo is het van belang goed te informeren over de mogelijkheden die de deelname met zich meebrengt. Specifiek voor de tuinbouw is er vanuit Buitenlandse Zaken een kernteam horti opgezet om deze sector te ondersteunen in deelname aan de Expo. De kosten zijn gedeeld door BuZa, IQ en de provincie. Voor de provincie betrof het €15.000. Een directe deelname aan de Expo van de provincie is niet aan de orde. Wel is het zo dat er nog een beroep kan worden gedaan op gedeputeerde Bom-Lemstra om bestuurlijk een rol te vervullen in de programmering. Dit ook wegens haar rol als voorzitter van Greenports Nederland.

Blz. 96: Wat houdt op hoofdlijnen de transitie-agenda microplastics in?

Er ligt een grote opruimopgave. Veel plastic, vooral in de vorm van verpakkingen, komt Zuid-Holland binnen en verlaat de provincie vaak weer als zwerfvuil via lucht en water, of via grondtransporten. Op land is dit plastic veelal nog goed te herkennen en relatief makkelijk op te ruimen. Op zee vergaat het tot micro- en nanoplastic met grote gevolgen voor de ecosystemen waarin het terecht komt. De provincie wil een einde maken aan de plasticlekkage. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat het plasticafval onze regionale grenzen niet verlaat. Om tot transitieagenda’s, zo ook voor microplastics, te komen worden vernieuwersnetwerken opgebouwd bestaande het bedrijfsleven, medeoverheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Twee voorbeelden van netwerken zijn de ’plasticvrije Groene Corridor’, onderdeel van Groene Cirkel Heineken, en de Community of Practice Plastic (CoPP). Met de CoPP wordt samengewerkt aan (meer) inzicht in de plasticproblematiek in de wateren van de Rijn-Maas Delta en aan een oplossing hiervoor. De deelname aan deze initiatieven draagt bij aan het opbouwen van een vernieuwersnetwerk en is een eerste stap in de ontwikkeling van de transitieagenda microplastics. We leren ook door te doen: de provincie heeft een pilot gedaan met het plastic afvalrad van start-up Noria en test op dit moment de ‘Shoreliner’. Deze innovatieve technieken vangen plastic af uit Zuid-Hollandse wateren en geven meer inzicht in de samenstelling en de hoeveelheid plastics in het water.

Blz. 97: Thuiswerken zou een nieuwe realiteit kunnen worden voor langere tijd, hoe speelt dit een rol bij beleidsprestatie 4-2-1 in de begroting 2021? (Pag 97) Wordt bij werklocaties ook meegenomen dat thuiswerken in de toekomst een structurele vorm gaat aannemen en er dus minder werklocaties nodig zijn?

Bij werklocaties wordt de invloed van Corona, zoals de verwachting dat thuiswerken een structurele vorm gaat aannemen, onderzocht. O.a. bij de op te stellen behoefteraming bedrijventerreinen en monitoring van kantoren en bedrijventerreinen is aandacht voor de gevolgen van Corona. Bij de jaarlijkse kantorenmonitor, die binnenkort naar PS wordt verzonden, is hierover al iets opgenomen. Ons werklocatiebeleid richt zich voornamelijk op de middellange termijn. Op dit moment is het daarom ook nog te vroeg om met zekerheid te zeggen wat de structurele effecten zullen zijn. Op de korte termijn worden kantoren minder gebruikt en dreigen bedrijven failliet te gaan. Op de langere termijn krijgen kantoren waarschijnlijk een andere functie (meer ontmoeting en vergadering en minder individuele werkplekken), maar nog onduidelijk is wat dit betekent voor de benodigde m2, locatievoorkeur en de hoeveelheid kantoren. De 1,5 meter samenleving vraagt juist weer meer in plaats van minder ruimte. En als de economie zich weer herstelt zal ook de behoefte aan ruimte voor bedrijven weer toenemen. Over 1 à 2 jaar is waarschijnlijk meer duidelijk over het structurele effect van Corona op het gebruik van werklocaties. Wij blijven de ontwikkelingen volgen en monitoren.

Blz. 102: Wat houdt de gewijzigde planning en fasering van de uitgaven Greenports in?

De provincie zet in op het stimuleren van de modernisering van het glastuinbouwareaal. In navolging van het werkboek Westland is het instrument “Impuls Westland” opgezet. Met de oplevering van het werkboek Oostland is er ook behoefte ontstaan aan een ondersteunend instrument voor dit gebied. Op dit moment wordt het proces doorlopen om tot de afweging van instrumenten voor Oostland te komen. Op basis van de benodigde doorlooptijd van dit proces en het budget voor dit doel beschikbaar te houden wordt binnen de uitgaven Greenports € 0,5 mln verplaatst van het jaar 2021 naar het jaar 2023.

Blz. 105: Waarom wordt de arbeidscapaciteit Circulair van € 0,55 mln uit de algemene reserve gehaald en niet begroot vanuit het economische budget?

Circulair is een provinciebreed aandachtsgebied. De afdeling waar het onderwerp ondergebracht is (Samec/Economie) heeft de afspraak om zijn eigen deel van de materiële lasten bij te dragen, net als andere participerende afdelingen. Budget voor de arbeidscapaciteit wordt in dezelfde lijn gedragen door alle betrokken afdelingen. Vandaar dat algemene financiering plaats vindt.

Blz. 114: NNN Gouwe Wiericke: Hoe staat het er nu voor met de Meije graslanden, die NNN moeten worden?

De Meijegraslanden zijn al als NNN begrenst. Het inrichtingsplan voor dit gebied wordt nu besproken met de betrokkenen.

Blz. 114: Waar zitten nu precies de knelpunten bij de realisatie van de NNN gebieden Gouwe Wiericke en Krimpenerwaard, die nog moeten worden weggenomen?

Het meest ingewikkelde met betrekking tot de realisatie van het NNN is de eigendomssituatie van gronden. De programma’s Gouwe-Wiericke en Krimpenerwaard kennen daarom beide een zorgvuldig gebiedsproces en dat kost tijd. In overleg met de gebiedspartijen zijn / worden herbegrenzingen doorgevoerd en voor de Krimpenerwaard wordt nu het instrument volledige schadeloosstelling / onteigening ingezet, hierdoor kunnen wij grondeigenaren die geen natuurrealisatie willen meer bieden. Dit zijn juridische procedures met een lange doorlooptijd.

Blz. 119: Waarom wordt het budget NNN voor de Krimpenerwaard met € 14 mln verlaagd, Gouwe Wiericke met € 1,5 mln verhoogd en de Ecologische Verbindingen met € 1,1 mln verhoogd?

Voor de gebiedsprogramma’s maken wij nu afspraken over een aangepaste, realistische planning. Voor de Krimpenerwaard zijn de gesprekken hierover vergevorderd en besluiten de gebiedspartners de komende tijd over het addendum bij de Gebiedsovereenkomst. Wij hebben deze kunnen verwerken in deze begroting. Voor Gouwe-Wiericke loopt dit proces nog en verwachten wij met de voorjaarsnota met een aanpassing te komen (waarbij dus investeringen die nu nog voor 2021 in de begroting staan in tijd zullen verschuiven).

Blz. 127: Knelpuntenpot: goedkope koop en middenhuur in de huidige woonmarkt zijn nog steeds te duur, hoe wordt bereikt dat de juiste doelgroep wordt bereikt?

Voor goedkope koop (ca tot € 200.000 - € 250.000 VON, verschilt per woonregio) en middenhuur (tot € 1.000 euro per maand) zijn vastgestelde maximale prijzen. Het is niet zo dat die te hoog zijn, het probleem is dat er veel te weinig woningen in deze prijscategorieën gebouwd worden, waardoor doelgroepen die deze woningen kunnen betalen geen passende woning kunnen vinden. De provincie is wel bezig met het bevorderen in de Rotterdamse regio dat er meer sociale huurwoningen worden gebouwd (zoals in Regioakkoord is afgesproken) en werkt aan subsidieregelingen voor het versnellen van bouw van meer woningen sociale huur en middenhuur.

Blz. 129: Wat houdt de onderzoekspilot ‘Citta Romana’ in en waarom ondersteunt de provincie dit?

De toekomst van bestaande recreatie/vakantieparken vormt een complex vraagstuk dat de afgelopen tijd weer steeds meer in de aandacht komt. Op bestaande recreatie-/vakantieparken komen vaak verschillende regionale vraagstukken bij elkaar; zoals de kansen voor toeristisch-recreatieve ontwikkeling, maar ook een sterke behoefte aan (flexibele/tijdelijke) woonruimte. Op het bestaande vakantiepark Città Romana in Hellevoetsluis komen deze vraagstukken bij elkaar. Om meer kennis op te doen op dit complexe vraagstuk startten de parkeigenaren, gemeente Hellevoetsluis en provincie Zuid-Holland de onderzoekspilot Città Romana. Deze onderzoekspilot heeft als doel een gedeeld beeld te creëren van hoe een toekomstbestendig park eruit kan zien en welke consequenties en voorwaarden daar voor de verschillende partijen aan verbonden zijn. Dit kan bijdragen aan het gesprek over de mogelijke kaders vanuit provincie en gemeente waarbinnen Città Romana toekomstbestendig kan functioneren. Naar verwachting zal deze koersverkenning geen generieke antwoorden opleveren voor parken in de hele provincie. Wel kan het als een relevante stap bijdragen aan ervaringen alsmede kennis in brede zin met betrekking tot de vraagstukken die spelen rondom recreatie-/vakantieparken.

Blz. 140: Er staat ‘het milieubeleid is er tot nu toe sterk op gericht grenswaarden te behalen’. Welke grenswaarden zijn nu behaald en welke nog niet? Wat zijn ook alweer precies die grenswaarden?

De regels en grenswaarden voor luchtkwaliteit staan in de Wet milieubeheer (Wm), titel 5.2: luchtkwaliteitseisen. De wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn in Zuid-Holland behaald (op twee stedelijke knelpunten in Rotterdam na). De WHO-advieswaarden en streefwaarden zijn veelal strenger en worden niet behaald in Zuid-Holland. Voor meer informatie verwijs ik naar de negende voortgangsrapportage luchtkwaliteit aan u verzonden op 7 juni 2020. Bij geluid ligt de situatie ingewikkelder. Voor de geluidsgevoelige gebouwen en terreinen die binnen bepaalde afstanden (zones) van de verschillende geluidsbronnen liggen, schrijft de Wet geluidhinder (Wgh) voor dat een aangewezen bevoegd gezag (meestal Burgemeester en Wethouders) (maatwerk)grenswaarden bepaalt. De terminologie die de wet hiervoor hanteert is: ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting. De Wgh kent bandbreedtes waarbinnen het bevoegd gezag moet blijven. Er geldt een voorkeurswaarde (lager mag niet) en een bovengrens (hoger mag niet). De getalsmatige invulling van deze grenswaarden is voor elk type geluidsbron verschillend en is onder andere afhankelijk van de geluidsgevoelige bestemming. Naast grenswaarden op de gevels van de geluidsgevoelige gebouwen, zijn er in de Wgh ook grenswaarden gericht op de bescherming van het akoestische klimaat binnen de bestaande gebouwen. De wettelijke voorkeursgrenswaarde voor geluid is 48 dB, waarvan kan worden afgeweken vanuit financieel, stedenbouwkundig, verkeerskundig of vervoerskundig oogpunt. De WHO geeft strengere advieswaarden voor geluid. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat langs provinciale wegen sprake is van geluidhinder en in veel gevallen de voorkeurswaarde of de WHO-advieswaarden niet worden gehaald (zie ook Actieplan Geluid 2018-2023).

Blz. 142: Kan een ‘3d-ordening in ruimtelijke planprocessen bevorderen’ nader worden uitgelegd?

Het gebruik van de ondergrond is de laatste jaren sterk toegenomen, hierdoor is er behoefte ontstaan aan een ordening van de ondergrond. Naast de bovengrondse 'occupatie' en 'netwerken' vormt 'bodem en ondergrond' de derde dimensie van ruimtelijke ordening; aangeduid als '3D-Ordening' Deze 3D-Ordening moet een afstemming realiseren tussen gebruik van de ondergrond en ruimtelijke planprocessen. Meer informatie hierover is te vinden op de provinciale website: https://www.zuid-holland.nl/on...

Blz. 144: We missen bij de gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving de verdere uitwerking van het ruiterpadenplan en de 2e fase van het ruiterpadenplan, ook niet qua financiering. Waarom is dit niet benoemd en wat is de stand van zaken?

In de begroting wordt op pagina 144 de ruiterpaden benoemd als onderdeel van beleidsprestatie 7.2.1. In het programma Zuid-Holland Groen 2021-2035 zijn de maatregelen verder uitgewerkt. In zowel product 7.2.1-1 (beheer recreatie en kwaliteitsimpuls) als 7.2.1-5 (Realisatie recreatie en sport) wordt daarbij nader ingegaan op de ruiter- en menpaden. De onderstaand genoemde middelen maken onderdeel uit van het totaalbudget voor deze producten. Voor de realisatie van het Ruiter- en menpadenplan is in 2018 een plan in gang gezet voor 1) het grootonderhoud en oplossen van onveilige schakels in het bestaande ruiternetwerk en voor 2) de realisatie van nieuwe ruiterverbindingen binnen en tussen de bestaande ruitergebieden. In 2019 is voor fase 1, € 1.350.000 toegekend aan subsidies voor groot onderhoud en oplossen van onveilige schakels. In 2020 is voor een 2e tranche € 235.000 gereserveerd voor de afronding van grootonderhoud projecten. De uitkomsten en aanbevelingen uit de Doelgroep analyse “Ruiters en menners in beeld” januari 2020, zijn gebruikt om de ambitiekaart uit het Ruiter- en menpadenplan aan te scherpen. Voor fase 2, ambitie nieuwe verbindingen, is in 2020 € 670.000 gereserveerd voor een 1e tranche van de nieuwe verbindingen. Met gemeenten en terreinbeheerders worden de plannen voor projectaanvragen voorbereid. De uitvoering kan in 2021 starten.

Blz. 148: Waarom wordt de reserve milieuaspecten omgevingsbeleid (0,14 mln euro) en reserve luchtkwaliteit (1mln euro) niet aangewend voor de verbetering van de luchtkwaliteit?

De middelen uit de op te heffen reserve luchtkwaliteit NSL worden gedurende de looptijd van het Schone Lucht Akkoord (SLA) in de exploitatie opgenomen. Dit betekent dat, na het opheffen van de reserve, tot en met 2030 jaarlijks € 0,1 mln wordt toegevoegd aan de middelen die beschikbaar zijn voor maatregelen voor de verbetering van de luchtkwaliteit. De middelen uit de reserve milieuaspecten omgevingsbeleid worden in 2021 regulier ingezet voor geluidsproblematiek in het Haven- en Industrieel complex. Bij voorjaarsnota 2021 zal de structurele toevoeging aan de reserve milieuaspecten omgevingsbeleid toegevoegd worden aan de exploitatie voor de structurele taak. Ook die middelen blijven daardoor dus behouden voor het doel maar lopen voortaan niet meer via een reserves maar via de exploitatie.

Blz. 215: Gaan we in 2021 maar € 200.000 aan subsidie geven voor 'Schone energie'? Waarom is dat?

Dit bedrag betreft alleen de subsidie voor het field lab The Green Village, die nu specifiek als begrotingssubsidie wordt aangevraagd. In de loop van het jaar volgen mogelijk nog andere begrotingssubsidies (bijvoorbeeld bij de Voorjaarsnota). Naast deze subsidies zijn er nog de subsidieregelingen waarin de nodige middelen zijn opgenomen (zoals bijvoorbeeld de regeling Zon op dak, zie de beschrijving bij Ambitie 3).

Kan worden aangegeven wat het totale bedrag is dat vanuit deze begroting vrijvalt naar de algemene reserve?

Het begrotingssaldo 2021 bedraagt € 1,4 mln dit bedrag wordt in 2021 aan de algemene reserve toegevoegd.

Blz. 29: Wat zijn de uitputtingen in 2021 tav de investeringen van 160 mln uit het coalitieakkoord? Komt dit alles uit de algemene reserve? Is er een totaal overzicht waar het in 2021 aan wordt besteed?

In de begroting 2021 is € 5 mln vanuit de € 160 mln ingezet. De dekking komt uit het begrotingssaldo. Omdat de overschoten of tekorten op het begrotingssaldo verrekend worden met de algemene reserve is daadwerkelijk boeking ten laste van de algemene reserve Het betreft de mutaties C16,C17 en C18 zoals op pagina 20 opgenomen Economie Human Capital subsidieregeling jongerenwerkplan (ook uit overig) Haven Industrieel Complex Erfgoed, cultuureducatie/participatie Erfgoed en Cultuurparticipatie.

Blz. 40: Waarvoor is de spaarreserve ontwikkelopgaven natuur precies bedoeld? Om welke prestaties gaat het dan precies?

Wij verwijzen u naar het bijlagenboek.

Blz. 55: Wat is het programma van Festival van de Toekomst en als dat er nog niet is, kunnen we het ontvangen zodra het klaar is?

De programmering van het Festival van de Toekomst op 11 februari 2021 zal volledig digitaal plaatsvinden en wordt op dit moment samengesteld. Het is daarom helaas op dit moment niet mogelijk het programma te delen. Zodra deze beschikbaar is, verwachting voor het kerstreces 2020, kunt u deze ontvangen.

Blz. 64: Wat is ZES/RH2INE?

ZES - Zero Emission Services – betreft uitrol laadinfrastructuur (tanklocaties) ivm elektrificatie in de binnenvaart (verduurzaming/verbetering luchtkwaliteit).
RH2INE - Rhine Hydrogen Integration Network of Excellence – gaat over onderzoek (en uitrol daar waar toegevoegde waarde) naar gebruik van waterstof in de binnenvaart (en ander zwaar transport). Betreft een grensoverschrijdend programma.

Blz. 68: Beleidsprestatie 2-2-1 juridisch beheer: wordt met het invoeren van de meldingsplicht i.p.v. de vergunningplicht ook meer fte ingeschaald voor toezicht en handhaving?

De invoering van het meldsysteem betekent dat er een verschuiving in de werkzaamheden zal plaatsvinden binnen het beheer. Van preventieve controle naar meer repressieve controle. De hierdoor vrijgekomen capaciteit kan voor toezicht en handhaving worden ingezet.

Blz. 94: Wat houdt de ‘Vroege Fase Financiering’ in?

Dit is financiering voor ondernemers, vaak beginnende innovatieve bedrijven, in Zuid-Holland om hun innovatie sneller naar de markt te brengen. Het gaat om startkapitaal voor ondernemers om hun plannen te realiseren en de meest risicovolle fase van concept tot veelbelovend product te overbruggen. In Zuid-Holland hebben we hier in breder verband het fonds UNIIQ bij InnovationQuarter voor. Wij hebben hier als provincie mede in geïnvesteerd. De middelen zullen daaraan worden toegevoegd.

Blz. 95: Wat houdt het Europees netwerk ERIAFF in?

De Nederlandse tuinbouw is leidend in de wereld. Het belang van de tuinbouw en de mogelijkheden die de tuinbouwsector biedt voor de maatschappelijke uitdagingen van de EU worden in Europa nog niet voldoende erkend. Door netwerkvorming rond tuinbouw en innovatie kan de provincie coalities vormen voor toegang tot Europese programma’s en vinden we samenwerkingspartners. Daarom is de provincie, net als provincie Noord-Holland, lid geworden van ERIAFF; European Regions for Innovation in Agriculture, Food and Forestry. Dit netwerk heeft verhoudingsgewijs veel invloed in Brussel, en vandaar dat het regionale tuinbouwnetwerk ook onder de vlag van ERIAFF zal opereren. De provincie heeft samen met Noord-Holland binnen ERIAFF een working group Plants opgezet om de Europese kansen op samenwerking en financiering te vergroten. Door met verschillende Europese regio’s een gezamenlijke lobby voor de tuinbouw te voeren, nemen de kansen hierop toe.

Blz. 96: Wat houdt het energie-innovatiefonds ENERGIO in?

Om de energietransitie in Zuid-Holland te versnellen is het Energie-innovatiefonds (ENERGIIQ) opgezet nadat uw Staten de investeringsstrategie Energie Innovatie Fonds (EIF) in 2017 hebben vastgesteld. Fondsbeheerder voor ENERGIIQ is InnovationQuarter (IQ). De doelstelling van ENERGIIQ is de reductie van CO2 in Zuid-Holland, door middel van het investeren in ondernemingen die klaar zijn voor het commercialiseren van hun bewezen energie-innovatie die CO2-reductie tot gevolg heeft, en/of een hoofdvestiging, R&D of productielocatie in Zuid-Holland heeft.

Blz. 103: Wat houdt het project ‘NECSTGEN’ in?

De sector Life Sciences & Health (LSH) is één van de economische topsectoren van Zuid-Holland, en behoort tot de top van de wereld op wetenschappelijk gebied en in ondernemerschap. De provincie ondersteunt de innovatie en ontwikkeling van de LSH-sector en heeft bijbehorende doelstellingen opgenomen in het Programma Zuid-Hollandse Economie (PZE). Binnen de sector is regeneratieve geneeskunde in Zuid-Holland een belangrijk speerpunt. Om de ontwikkeling van regeneratieve geneeskunde te stimuleren is de provincie partner van het samenwerkingsverband ‘RegMedXB’. Daarnaast is binnen het LSH-budget een reservering gedaan voor de ontwikkeling van het Netherlands centre for the Clinical advancement of Stem cell & Gene Therapies (NECSTGEN) die het LUMC op het Leiden Bio Science Park wil ontwikkelen. Met de ontwikkeling van NECSTGEN kan een belangrijke onderzoeksfaciliteit gerealiseerd worden, waarmee we de Nederlandse positie op het gebied van regeneratieve geneeskunde verder versterken. NECSTGEN is onderdeel van de diverse technology platforms binnen ‘RegMedXB’, waar iedere regio haar bijdrage aan levert. In een brief aan Provinciale Staten (8 november, 2017) heeft GS toegezegd om terug te komen met een Statenvoorstel omtrent de cofinanciering van deze business case. Inmiddels is de besluitvorming rondom NECSTGEN bij het Leiden Universitair Medisch Centrum (LUMC) afgerond en wordt stappen gezet voor realisatie van de faciliteit. De provincie heeft bestuurlijk toegezegd hier een bijdrage van € 2 mln. voor beschikbaar te stellen, en dit als voorstel opgenomen in de Begroting 2021. Er is mondeling aanvullend gevraagd of er dieproeven worden ingezet bij dit onderwerp. Dat is niet het geval.

Blz. 113: Wanneer kunnen we de strategie voor zoetwater verwachten?

Strategie voor zoetwater is opgenomen in het regionaal waterprogramma. Het concept regionaal waterprogramma staat 2 december op agenda cie KNM (aanbieding aan PS staat op agenda GS 17 nov). Strategie voor zoetwater is opgesteld met regionale partners en komt ook in Deltaprogramma dat op Prinsjesdag 2021 verschijnt.

Blz. 113: Er staat ’In 2027 moeten de doelen van de KRW zijn behaald.’ Wat is het percentage
oppervlaktewateren dat nu voldoet aan de KRW?

Er zijn 127 oppervlaktewateren in het stroomgebied Rijn-West. Daarvan voldoet er nu 0 % volledig aan de doelen die gesteld zijn aan de parameters voor de chemische en ecologische toestand. Dat komt omdat de beoordeling van de parameters volgens het “one out, all out” principe gaat. Hierover is op de technische sessie van 30 september jl een nadere toelichting gegeven.

Blz. 119: Er wordt € 0,1 mln voor het verbeterplan weidevogels doorgeschoven naar 2022 en 2023 en €
0,1 mln voor icoonsoorten. Waarom is dat? En waar wordt het precies aan besteed?

Dit hangt samen met de uitvoering van de weidevogelkerngebieden (zie PZG p. 36 voor toelichting). Uitvoering van projecten in de Meerpolder en de Zuidpolder lopen door omstandigheden trager dan verwacht, en daarom worden middelen doorgeschoven. Zie ook vraag 101.

Blz. 120: Uit welke middelen wordt het voorzitten RijnWest van € 0,34 mln bekostigd? En het wordt benoemd bij 5.2 (pag 120) en 5.3 (121). Waarom wordt het 2x benoemd? En wat is het
provinciale financiële deel?

Het voorzitterschap brengt geen extra kosten met zich mee. Het totaal aan lasten zal worden verdeeld over alle deelnemende partijen.

Blz. 128: Wat is NOVI?

Nationale Omgevingsvisie

Blz. 141: Wanneer kunnen we het integraal geluidkader en bijbehorend uitvoeringsplan verwachten?

Verwacht wordt dat in het voorjaar 2021 een beleidskader voor geluid kan worden voorgelegd aan Provinciale Staten. Een uitvoeringsplan volgt daarna, waarschijnlijk voor de zomer van 2021.